Inspectieresultaten microbiologie, chemische verontreiniging en additieven in de visketen 2017-2020
U vindt hier de inspecties en monsternames (microbiologie, additieven en chemische verontreinigingen) die wij hebben uitgevoerd binnen de visketen (visserijproducten en levende tweekleppige weekdieren). Wij gaan hier niet in op voedselinfecties.
Wij behandelen op deze pagina de volgende monstername-onderdelen niet:
- Levende tweekleppige weekdieren bij vissen in geclassificeerde productiegebieden (primaire fase)
- Kweken van vis en schaaldieren op land (primaire fase)
- De monsters die genomen zijn bij import
- De monsters die genomen zijn naar aanleiding van een incident (bijvoorbeeld ziekte-uitbraak)
Regelgeving
Volgens de Algemene levensmiddelverordening zijn bedrijven er verantwoordelijk voor dat de levensmiddelen die zij verkopen veilig zijn, en voldoen aan de wettelijke voorschriften. Wij zien hierop toe via inspecties en monsternames bij bedrijven.
Deze monstername vindt plaats naast de monsternames die bedrijven zelf uitvoeren. De relevante wetgeving voor deze pagina is met name EU-wetgeving, bijvoorbeeld Verordening (EG) 2073/2005 (microbiologie), Verordening (EG) 1881/2006 (chemische contaminanten) en Verordening (EG) 1333/2008 (levensmiddelenadditieven).
Nationaal zijn ook regels vastgelegd in de Warenwet en onderliggende Warenwetbesluiten en Warenwetregelingen, zoals het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen.
Toezicht
Wij kunnen op verschillende manieren toezicht houden om te controleren of bedrijven hun verantwoordelijkheid nemen. Dat kan via inspecties, bijvoorbeeld HACCP-inspecties. Zie :
- Toezicht op voedselveiligheid op vissersvaartuigen en bij aanlanding
- Toezicht op voedselveiligheid bij bedrijven die vis-, schaal- en schelpdieren verwerken en
- Toezicht op voedselveiligheid vis bij horeca, ambacht en retail, of
- specifieke inspecties naar bijvoorbeeld microbiologische risico's.
Ook kunnen wij monsters nemen en laten analyseren, om de naleving van de wettelijke limieten en criteria te controleren. Daarnaast kunnen wij monitoringsonderzoeken (laten) uitvoeren om inzicht te krijgen in het voorkomen van bepaalde micro-organismen of chemische contaminanten waarvoor geen wettelijke limieten of criteria bestaan.
De monsters worden genomen in alle fasen van de vis, schaal- en schelpdierketen. Monsters uit de primaire (eerste/visserijfase) fase worden over het algemeen genomen op de visafslagen. De meeste monsters worden genomen in de bewerkings-/verwerkingsfase producenten (tweede fase) en bij verkooppunten voor de consument (retail, derde fase).
De producten worden geanalyseerd op bekende relevante gevaren, zoals Listeria monocytogenes bij gerookte visproducten en histamine bij makreel, tonijn et cetera. Voor deze gevaren zijn criteria of maximumgehalten vastgelegd in wetgeving.
Ook analyseren we producten op nieuwe/potentieel gevaarlijke/niet-gereguleerde stoffen, onder andere norovirus bij mosselen en oesters. Regulier onderzoek naar parasieten voeren wij niet uit. Dit risico wordt meegenomen bij inspecties, waarbij aandacht is voor beheersing van parasieten door invriezen.
Wanneer uit onze bemonstering blijkt dat een microbiologisch criterium of maximumgehalte wordt overschreden, of een stof wordt toegepast die niet is toegestaan, wordt het bedrijf waar bemonsterd is hiervan op de hoogte gesteld. Het bedrijf moet dan passende maatregelen nemen.
Dit geldt ook wanneer het bedrijf op een andere manier op de hoogte is van een overschrijding, zoals vanuit hun eigen monitoring. Ze moeten bijvoorbeeld producten uit de handel halen en/of zorgen dat het gevaar verwijderd wordt voordat ze het opnieuw in de handel mogen brengen. Zijn de maatregelen niet passend dan handhaven wij volgens ons interventiebeleid.
Inspectieresultaten microbiologische criteria
Wij voeren inspecties uit om na te gaan of bedrijven voldoen aan de eisen voor bemonsteringsschema, bemonsteringsfrequentie, omgevingsonderzoek (verwerkingsruimte en uitrusting), trendanalyse en houdbaarheidsstudies.
Ook kijken wij of ze passende maatregelen hebben genomen bij constatering van een overschrijding van een wettelijk voedselveiligheidscriterium of een proceshygiëne criterium, zie figuur 1. Per inspectie kunnen verschillende onderdelen beoordeeld zijn, ook kunnen er bij bedrijven een of meerdere onderdelen niet van toepassing zijn.
Aantal inspecties en percentage inspecties waarbij criteria voldoet bij vis-, schaal- en schelpdierbedrijven
| 2017 | 2018 | 2019 | 2020 |
---|---|---|---|---|
Aantal bezochte bedrijven | 54 | 69 | 82 | 55 |
Percentage bedrijven met meerdere inspecties | 37% | 45% | 26% | 16% |
Aantal inspecties | 74 | 100 | 103 | 70 |
Bemonsteringsfrequenties voldoet | 69% | 76% | 86% | 83% |
Bemonsteringsschema voldoet | 74% | 75% | 83% | 84% |
Bemonstering omgevingsonderzoek voldoet | 71% | 65% | 74% | 71% |
Onderzoek trends in de testresultaten voldoet | 100% | 100% | 100% | 100% |
De meeste bedrijven scoren de laatste jaren beter als het gaat om de bemonsteringsfrequentie en het bemonsteringsschema. Het goed uitvoeren van onderzoek over de houdbaarheid blijft een aandachtspunt.
Op dit onderwerp worden ook de meeste tekortkomingen gevonden. Onder andere via Informatieblad 85 wordt aandacht gegeven over hoe bedrijven een onderbouwing kunnen geven voor de (microbiologische) houdbaarheid van de producten die ze verkopen.
Als een bedrijf onvoldoende passende maatregelen neemt, kan dat leiden tot een of meerdere handhavende maatregelen op basis van het ons interventiebeleid. Dit kan in de vorm van bijvoorbeeld een (schriftelijke) waarschuwing, een rapport van bevindingen (rapport op basis waarvan een bestuurlijke boete wordt opgelegd) of een proces-verbaal.
Verschillende overtredingen kunnen leiden tot verschillende handhavende maatregelen. In 2017 gaven wij bij 55 procent van de inspecties een schriftelijke waarschuwing, een rapport van bevindingen of een combinatie van de handhavende maatregelen. In 2020 was dit 37 procent, zie figuur 2. Er zijn geen processen-verbaal opgelegd.
Door ons genomen handhavende maatregelen naar aanleiding van de inspecties
| Geen handhavende maatregel | Schriftelijke waarschuwing(en) | Waarvan 1 schriftelijke waarschuwing | Waarvan 2 of meer schriftelijke waarschuwingen | Rapport(en) van bevindingen | Schriftelijke waarschuwing en rapport van bevindingen |
---|---|---|---|---|---|---|
2017 | 45% | 42% | 52% | 48% | 9% | 4% |
2018 | 40% | 39% | 41% | 59% | 9% | 12% |
2019 | 60% | 36% | 38% | 62% | 1% | 3% |
2020 | 63% | 29% | 100% | 0% | 4% | 4% |
Monstername en analyse (onderzoek) op het gebied van microbiologie
Het onderzoek via monstername en analyse richt zich voornamelijk op micro-organismen waarvoor wettelijke grenswaarden zijn vastgesteld (Listeria monocytogenes, Salmonella en Escherichia coli), zie figuur 3. Er vindt ook onderzoek plaats naar bijvoorbeeld norovirus en Vibrio, waar geen wettelijke grenswaarde voor is vastgesteld. Veel van de onderzochte micro-organismen kunnen voedselinfecties veroorzaken.
Listeria
Visserijproducten die niet voldoende worden verhit voordat ze gegeten worden, zijn gevoelige producten met betrekking tot Listeria monocytogenes (verder Listeria). Listeria kan listeriose veroorzaken. Hoewel listeriose in Nederland relatief weinig voorkomt (jaarlijks ongeveer 100 gevallen), veroorzaakt het een ernstig ziektebeeld.
In 20 tot 30 procent van de gevallen heeft het de dood tot gevolg. Listeria kan uitgroeien bij koelkasttemperatuur, en onder gunstige omstandigheden zelfs rond het vriespunt, wat maakt dat het belangrijk is een veilige houdbaarheidstermijn vast te stellen. Wij bemonsteren diverse soorten (gerookte) vis en laten deze analyseren op de aanwezigheid van Listeria.
Bij Listeria worden 2 typen analyses gedaan:
- Detectie (aantoning in 25 gram): wordt Listeria aangetoond in 25 gram product, dan kijken we of de producent kan aantonen dat Listeria in het levensmiddel gedurende de houdbaarheid niet kan uitgroeien tot boven het wettelijk criterium van 100 kve per gram product.
- Telling (grenswaarde is 100 kve per gram): wanneer Listeria gedurende de houdbaarheid boven de 100 kve per gram kan uitgroeien wordt het product beschouwd als schadelijk voor de gezondheid en moet het product direct uit de handel worden gehaald.
Escherichia coli
Bij tweekleppige weekdieren, zoals mosselen en oesters, wordt vooral gekeken naar Escherichia coli (verder E. coli) als maat voor verontreiniging door (menselijke of dierlijke) ontlasting. Voor 2017 was de wettelijke grenswaarde 230 kve per 100g product.
Vanaf 2017 mag bij het nemen van 5 monsters 1 van de monsters een hoger gehalte bevatten, tot 700 kve per 100g product. Hoewel E. coli gebruikt wordt als maat voor met name norovirus, blijkt uit Europees onderzoek dat dit voor norovirus in ieder geval niet altijd gelijk oploopt, ofwel een hoog gehalte E. coli geeft niet altijd ook een hoog gehalte norovirus en andersom.
Ziekte door het eten van tweekleppige weekdieren besmet met norovirus gebeurt met name wanneer deze rauw of onvoldoende verhit gegeten worden. Voor het norovirus is er op dit moment nog geen (Europees) criterium vastgelegd, maar dit is wel in ontwikkeling.
Salmonella
Salmonella kan in allerlei producten voorkomen en kan salmonellose veroorzaken. Salmonella mag volgens de wettelijke eisen niet aanwezig zijn in 25 gram product.
Wettelijke grenswaarden vastgesteld in Verordening (EG) Nr. 2073/2005 (Listeria monocytogenes, Salmonella en Escherichia coli) voor vis, schaal en schelpdieren
Organisme | Grenswaarde | Levensmiddel |
---|---|---|
Listeria monocytogenes | Afwezig in 25 gram | Kant-en-klare levensmiddelen zonder adequate houdbaarheidsstudie |
Listeria monocytogenes | 100 kve per gram | Kant-en-klare levensmiddelen met adequate houdbaarheidsstudie |
Escherichia coli | 230-700 MPN per 100 gram vlees en vocht | Levende tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren en buikpotigen |
Salmonella | Afwezig in 25 gram | Verscheidene levensmiddelen |
Naast de Europese wettelijke grenswaarden zijn ook criteria opgenomen voor pathogene micro-organismen in het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen.
Percentage monsters met overschrijdingen voor Listeria monocytogenes (Listeria), Escherichia coli (E. coli) en Salmonella
Jaar | Listeria (detectie) | Listeria (telling) | E. coli (groter dan 230) | Salmonella |
---|---|---|---|---|
2017 | 3,50% | 0,20% | 0,90% | 0,40% |
2018 | 4,50% | 0,10% | 0,90% | 1,40% |
2019 | 4,90% | 0,40% | 1,70% | 0,60% |
2020 | 6,70% | 0,70% | 1,20% | 0,70% |
In de periode van 2017 tot en met 2020 zijn partijen van diverse vissoorten onderzocht op de aanwezigheid van onder andere Listeria monocytogenes, E. coli en Salmonella, zie figuur 4.
Het percentage monsters met overschrijdingen voor Listeria monocytogenes (zowel detectie als telling) neemt toe. Het percentage monsters met overschrijdingen voor E. coli en Salmonella blijft vrijwel gelijk.
Inspectieresultaten Additieven in visserijproducten
Additieven zijn stoffen die aan voedsel worden toegevoegd voor een technologische functie zoals houdbaarheid, kleur, geur, textuur. Voorbeelden zijn conserveermiddelen, kleurstoffen en antiklontenmiddelen.
Alle in de EU goedgekeurde additieven hebben een ‘E-nummer’ en zijn opgenomen in een lijst in Verordening 1333/2008. In deze Verordening is ook per categorie levensmiddelen aangeven welke additieven aan die bepaalde categorie mogen worden toegevoegd.
Trends
De laatste jaren zijn er 2 belangrijke trends te zien in het gebruik van additieven.
Ten eerste wordt een toenemende druk op (on)realistische houdbaarheidstermijnen gezien. Producten krijgen over het algemeen een steeds langere houdbaarheid mee, wat regelmatig leidt tot het toevoegen van (soms) verboden additieven zoals conserveermiddelen en plantenextracten met nitraat.
Daarnaast neemt de vraag naar 'natuurlijke' levensmiddelen toe en worden daardoor juist conserveermiddelen en andere additieven, die verplicht middels een E-nummer of de officiële benaming op het etiket moeten worden gedeclareerd, geweerd. Dit noemen we de 'clean label'-trend.
Deze trend zorgt ervoor dat ingrediënten worden toegevoegd om additieven te vervangen. In deze ingrediënten zitten vaak dezelfde stoffen als in de additieven, maar dan in ongezuiverde vorm.
Wordt het ingrediënt uitsluitend toegevoegd vanwege de technologische functie, en wordt het gewoonlijk niet als zodanig geconsumeerd, dan is het een additief.
Echter, een dergelijk additief is niet goedgekeurd (het heeft namelijk geen E-nummer) en voldoet niet aan de specificaties uit Verordening (EU) nr. 231/2012. Er is in zo'n geval sprake van het toevoegen van een niet goedgekeurd additief en betreft het dus verboden additiefgebruik.
Inspecties
In 2019 en 2020 hebben wij controles uitgevoerd op de naleving van het gebruik van additieven in visserijproducten. Wij beoordeelden of niet-toegelaten additieven werden toegevoegd, of de combinatie van het levensmiddel met het additief is toegestaan en of de toegevoegde additieven juist werden vermeld op het etiket.
In het totaal hebben we 93 bedrijven geïnspecteerd, waarbij we 226 verschillende producten hebben beoordeeld. Een deel van de 226 beoordeelde producten is beoordeeld tijdens een herinspectie, omdat tijdens de eerste inspectie overtredingen zijn geconstateerd. De verdeling van de producten die beoordeeld zijn tijdens de eerste ronde staat in figuur 5. Inspecteurs hebben gecontroleerd of:
- De producten een additief bevatte dat niet aan het betreffende product toegevoegd mag worden ('niet toegestaan additief').
- Er ingrediënten werden toegevoegd die niet op de lijst van goedgekeurde additieven staan, en dus als niet-toegelaten additief gezien moet worden (bijvoorbeeld groente-extracten).
- Er niet meer van een additief was toegevoegd dan toegestaan.
- De toegevoegde additieven op de juiste manier vermeld waren op het etiket.
- Er eventuele andere overtredingen waren ('bijvangst').
Voorafgaand aan dit project waren een aantal aandachtspunten bekend over de visverwerkende sector in relatie tot additieven (verwerkt vs. onverwerkt en misleiding en fraude door kleuring).
Verwerkt versus onverwerkt
Om te bepalen of een additief aan een visserijproduct toegevoegd mag worden, is het belangrijk dat het visserijproduct in de juiste levensmiddelcategorie wordt ingedeeld: ‘onverwerkte vis en visserijproducten’ of ‘verwerkte vis en visserijproducten’.
Aan de categorie 'verwerkte vis en visserijproducten' mogen namelijk meer additieven toegevoegd worden dan aan de categorie 'onverwerkte vis en visserijproducten'. Regelmatig wordt een product door het bedrijf als ‘verwerkt’ geclassificeerd, terwijl het om een onverwerkt levensmiddel gaat.
Bij 12 beoordeelde producten was dit het geval, en in 75 procent daarvan werden verboden additieven aangetroffen.
Misleiding en fraude door kleuring van tonijn
Er is risico op misleiding wanneer vis, bijvoorbeeld tonijn, rood gekleurd wordt door verboden toevoegingen. Soms is er sprake van frauduleus handelen, wanneer bedorven tonijn bewust wordt 'opgepimpt', zodat deze er weer vers uitziet.
Dit kan een risico voor de gezondheid opleveren vanwege histaminevorming (zie hieronder). Histamine ontstaat als tonijn bederft en daar kunnen mensen ziek van worden.
De kleuring van tonijn gebeurt op verschillende manieren:
- Toevoegen van plantenextracten: als plantenextracten uitsluitend vanwege hun technologische functie worden toegevoegd, zijn het niet toegelaten additieven.
- Toevoegen van koolmonoxide (CO): dit is een niet-toegelaten additief.
- Toevoegen van excessieve hoeveelheden antioxidanten zoals ascorbinezuur/ascorbaat: Deze additieven mogen worden toegevoegd aan vis en visserijproducten in de hoeveelheid die nodig is om het effect te bereiken, maar niet meer dan dat.
De Europese Commissie en de EU lidstaten hebben afgesproken dat het gewenste antioxidant-effect van bereikt wordt met maximaal 300 mg per kg. In de praktijk worden soms fors hogere gehaltes aan antioxidanten toegevoegd, omdat dit de vis mooi rood kleurt en verser doet lijken dat hij in werkelijkheid is.
Ook zal er bij deze hoge hoeveelheden een conserverende werking zijn, terwijl het geen conserveermiddelen zijn en het additief ook niet als conserveermiddel wordt gedeclareerd op het etiket.
Bij de inspecties bij importeurs van tonijn is het lastig om aan te tonen dat er te veel antioxidanten worden toegevoegd, omdat informatie over de productie in het land van herkomst vaak ontbreekt of niet te controleren is. In zulke gevallen kunnen we monstername en analyse uitvoeren, en dat zal in de toekomst vaker worden toegepast.
Resultaten
De resultaten voor overtredingen bij additieven zijn in figuur 5 per productgroep weergegeven.
Resultaten additieven in vis en visserijproducten tijdens 1ste inspectieronde
Soort product | Aantal beoordeeld | Aantal producten met niet toegestane additieven | Aantal producten met niet goedgekeurde additieven | Additieven niet juist of niet (volledig) vermeld | Overige etiketterings-overtredingen |
---|---|---|---|---|---|
Vis | 91 | 13 (14%) | 7 (8%) | 32 (35%) | 44 (48%) |
Weekdier | 22 | 7 (32%) | 0 | 8 (36%) | 11 (50%) |
Schaaldier | 24 | 1 (4%) | 0 | 7 (29%) | 7 (29%) |
Geïmporteerde tonijn | 42 | 2 (5%) | 2 (5%) | 0 | 6 (14%) |
Totaal | 179 | 23 | 9 | 47 | 68 |
Herinspecties voor overtredingen van regels voor additieven
Voor 47 van de in totaal 179 producten hebben we een handhavende maatregel genomen voor een overtreding van regels voor additieven (de overige etiketterings-overtredingen worden hier buiten beschouwing gelaten).
In 2020 zijn bij de bedrijven waar overtredingen zijn geconstateerd, herinspecties uitgevoerd. Uiteindelijk zijn bij 34 bedrijven deze herinspecties uitgevoerd waarbij 47 producten (opnieuw) zijn beoordeeld.
Bij 6 van deze 47 opnieuw beoordeelde producten (12,8 procent) werd geconstateerd dat de overtreding niet, of onvoldoende was opgeheven, voor deze 6 producten is een Rapport van bevindingen (rapport op basis waarvan een bestuurlijke boete wordt opgelegd) opgemaakt.
Monstername en analyse van additieven
Naast de inspecties voor het gebruik van additieven worden er ook monsters geanalyseerd op de aanwezigheid van verschillende additieven bij producten. Dit onderzoek omvat onder andere analyse van benzoëzuur en sorbinezuur, fosfaten, zwaveldioxide en koolmonoxide.
Voor vis, schaal- en schelpdieren zijn een aantal additieven toegestaan, Welke additieven mogen worden gebruikt en hoeveel is afhankelijk van het type product en of er een verwerkingsstap is toegepast (zie eerder op deze pagina).
Jaarlijks worden er in een aantal monsters overschrijdingen aangetroffen van de maximum toegestane hoeveelheid van een additief, maar het komt ook voor dat er additieven aangetoond worden die niet zijn toegestaan in het betreffende product.
Inspectieresultaten Chemische verontreinigingen
Het onderzoek via monstername en analyse richt zich voornamelijk op chemische verontreinigingen waarvoor wettelijke grenswaarden en maximale toegestane gehaltes zijn vastgesteld.
Monstername en analyse (onderzoek) op chemische verontreinigingen
De meeste van onze monstername en analyse-onderzoeken over chemische verontreinigingen vinden plaats op histamine, chemische contaminanten en mariene biotoxinen. Hiervoor zijn in de Europese wet grenswaarden en maximum (toegestane) gehalten vastgelegd in Verordening (EG) Nr. 2073/2005 (histamine), Verordening (EG) nr. 1881/2006 (chemische contaminanten) en Verordening (EG) Nr. 853/2004 (mariene biotoxine).
Histamine kan ontstaan als vis begint te bederven, bijvoorbeeld bij tonijn. Voor de vis, schaal- en schelpdierketen zijn verder met name de chemische contaminanten van belang die vanuit het milieu in ons voedsel komen, zoals zware metalen.
Andere chemische contaminanten zoals polychloorbifenyl (PCB’s), dioxinen, vlamvertragers en poly- en perfluoralkylstoffen (PFAS) worden niet regulier onderzocht binnen onze onderzoeken, wel vindt er onderzoek plaats in opdracht van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in paling en wolhandkrab.
Mariene biotoxinen zijn giftige stoffen die vaak door algen worden gemaakt en in vis-, schaal- en schelpdierproducten terecht kunnen komen.
Histamine
De stof histamine wordt bij bederf gevormd door bacteriële omzetting van het aminozuur histidine, dat in eiwitten voorkomt. Histamine wordt niet afgebroken tijdens verhitting. Na consumptie kan de stof in het menselijk lichaam binden aan histaminereceptoren. In hoge doseringen kan dat leiden tot effecten zoals maag-darmklachten, warmte (zweten), bloedstuwing en hoofdpijn.
In visserijproducten wordt histamine voornamelijk aangetroffen bij vissoorten met een hoog histidinegehalte, zoals de familie scombridae (makrelen). Hiertoe behoren onder andere de makreel en tonijn. De meeste histamine-overschrijdingen worden aangetoond bij tonijn.
Voor visserijproducten van vissoorten met een hoog gehalte aan histidine geldt, afhankelijk van het product en aantal afwijkende monsters, een grenswaarde van 100 mg/kg tot 400 mg/kg. Regulier moeten er 9 monsters genomen worden, waarbij voor 2 van de 9 monsters een hogere grenswaarde van toepassing is.
Jaarlijks nemen we steekproefsgewijs monsters bij importeurs en groothandels die we laten analyseren op histamine. Hierbij wordt voornamelijk tonijn onderzocht, maar ook andere vissen zoals makreel en haring. De resultaten zijn weergegeven figuur 6.
Resultaten histamine analyses in vis 2017-2020
Jaar | Aantal monsters | Aantal niet conform |
---|---|---|
2017 | 48 | 4 (8%) |
2018 | 34 | 0 (0%) |
2019 | 90 | 1 (1%) |
2020 | 82 | 1 (2%) |
In 2017 werd in 4 monsters een histaminegehalte werd geconstateerd dat niet voldeed aan het wettelijke criterium. In 2018 voldeden alle 18 monsters aan het criterium. In 2019 werden 90 monsters vis onderzocht, waarbij 1 monster niet voldeed aan de wetgeving. In 2020 voldeed 1 van de 82 monsters niet aan het wettelijk criterium.
Chemische contaminanten
Onder chemische contaminanten vallen chemische verontreinigingen zoals zware metalen en polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK's). Deze verontreinigingen kunnen in levensmiddelen terecht komen doordat zij tijdens het productieproces worden gevormd of doordat ze in het milieu voorkomen.
Sommigen van deze stoffen zijn moeilijk afbreekbaar en hopen zich op in dieren. Met name dieren die hoog in de voedselketen zitten, zoals roofvissen als tonijn en zwaardvis, kunnen hogere gehaltes chemische contaminanten bevatten.
Zware metalen
Langdurig hoge inname van zware metalen via voeding, kan op de lange termijn schadelijk zijn voor de gezondheid van de mens en schade aan nieren, lever en hersenen toebrengen. Vooral voor kinderen is er een verhoogd risico.
Om de inname zoveel mogelijk te beperken, zijn er wettelijke maximum limieten (MLs) bepaald voor zware metalen in levensmiddelen. Specifiek voor vis zijn er MLs voor lood, cadmium en kwik vastgesteld. Jaarlijks voeren we een steekproefsgewijze controle uit. De resultaten hiervan staan in figuur 7.
Resultaten zware metalen analyses in vis, schaal- en schelpdieren 2017-2020
Jaar | aantal monsters | Aantal niet conform ML kwik (mg per kg) | percentage niet conform ML kwik | Aantal niet conform ML cadmium (mg per kg) | Percentage niet conform ML cadmium | Aantal niet conform ML lood |
---|---|---|---|---|---|---|
2017 | 13 | 5 | 38% | 0 | 8% | 0 |
2018 | 36 | 3 | 8% | 5 | 14% | 0 |
2019 | 89 | 6 | 7% | 1 | 1% | 0 |
2020 | 47 | 1 | 2% | 3 | 7% | 0 |
De meeste overschrijdingen voor zware metalen in vis worden aangetroffen voor kwik in zwaardvis. In figuur 8 zijn de resultaten voor zwaardvis weergegeven.
Resultaten kwik analyses in monsters zwaardvis 2017-2020
Jaar | Aantal monsters | Aantal monsters niet conform ML (mg per kg) | Percentage niet conform ML |
---|---|---|---|
2017 | 12 | 5 | 42% |
2018 | 20 | 3 | 15% |
2019 | 30 | 6 | 20% |
2020 | 3 | 0 | 0 |
Overschrijding van de wettelijke maximum limiet voor kwik in zwaardvis wordt ook in andere (Zuid-) Europese landen regelmatig aangetroffen. In verhouding tot andere (Zuid-) Europese landen wordt er in Nederland echter weinig zwaardvis gegeten.
De ML voor kwik in zwaardvis is een aantal jaren geleden opnieuw ter discussie gesteld in de Europese Commissie werkgroep voor milieu- en procescontaminanten. Na lange discussie is uiteindelijk besloten om de ML niet aan te passen.
Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAKs)
PAKs zijn carcinogene stoffen die voorkomen in het milieu en kunnen ontstaan tijdens het drogen of verhitten van vis (bijvoorbeeld door roken, barbecueën of grillen). Voor gerookte vis en visproducten is een maximum limiet vastgesteld voor benzo(a)pyreen.
Daarnaast is een maximum limiet vastgesteld voor de som van benzo(a)pyreen, benz(a)antraceen, chryseen en benzo(b)fluorantheen. Jaarlijks nemen we steekproefsgewijs een tiental monsters en laten deze analyseren op PAKs. In 2017 zijn enkele overschrijdingen van de ML aangetroffen. In 2018 tot en met 2020 zijn geen overschrijdingen gerapporteerd.
Mariene biotoxinen
Mariene biotoxinen komen voornamelijk voor bij schelpdieren (zoals mosselen, oesters, Sint Jakobsschelpen en wulken), maar ze kunnen ook voorkomen bij vissen en schaaldieren. De bekendste hiervan zijn ciguatoxine en tetrodotoxine.
Deze laatste is vooral bekend van de kogelvis die hoge concentraties van deze stof kan bevatten. De stof is echter ook aangetroffen in onder andere mosselen en oesters. Er zijn verschillende mariene biotoxinen die klachten kunnen geven bij mensen. De klachten zijn daarbij divers en afhankelijk van de soort en de hoeveelheid mariene biotoxine die mensen binnenkrijgen.
Klachten kunnen mild zijn, zoals misselijkheid, diarree en overgeven. Ernstigere klachten zijn geheugenverlies en ademhalingsproblemen die kunnen leiden tot de dood.
Visserijproducten die ciguatoxine of spierverlammende toxinen bevatten of afkomstig zijn van vissoorten waarvan bekend is dat deze hoge gehaltes biotoxinen kunnen bevatten, mogen niet of maar zeer beperkt in de handel worden gebracht binnen Europa.
Voor schelpdieren zijn aparte maximumwaarden opgenomen in de wet. Jaarlijks worden circa 100 monsters genomen. In de periode 2017 tot en met 2020 hebben we geen overschrijdingen aangetroffen voor mariene biotoxinen.
Overige laboratoriumonderzoeken
Naast bovenstaande laboratoriumonderzoeken wordt ook onderzoek gedaan naar onder andere doorstraling, radioactiviteit en DNA-onderzoek.
Doorstraling
Doorstraling van voedsel, met gamma- of röntgenstraling, zorgt door het doden van ziekteverwekkende micro-organismen dat voedsel veiliger wordt. Ook maakt het producten minder gevoelig voor bederf. Doorstraling is bij een beperkt aantal producten toegestaan.
Jaarlijks neemt de NVWA een aantal monsters om te controleren of er doorstraling heeft plaatsgevonden en of aan de eisen wordt voldaan ten aanzien van de gebruikte hoeveelheid straling en etikettering. Sinds 2017 is geen doorstraling aangetroffen bij een vis-, schaaldier of schelpdiersoort waarbij dat niet is toegestaan.
Radioactiviteit
Alle lidstaten zijn verplicht om jaarlijks de hoeveelheid radioactiviteit in het milieu en in levensmiddelen te meten. Er zijn maximum toelaatbare niveaus straling vastgesteld in EU wetgeving (Verordening (Euratom) 2016/52).
De NVWA neemt ieder jaar monsters en laat deze analyseren op radioactiviteit. De metingen leveren achtergrondwaarden op die onder normale omstandigheden aanwezig zijn. De gevonden waarden kunnen bij bijvoorbeeld calamiteiten of rampen als referentie dienen.
Cesium-134 (134Cs) en Cecium-137 (137Cs) zijn radioactieve isotopen van cesium die van nature niet op aarde voorkomen, maar ontstaan door de mens geïnduceerde kernsplitsing van zwaardere elementen.
Bij rampen zoals Tsjernobyl en Fukushima kan voedsel uit de directe omgeving een hoog gehalte aan deze isotopen bevatten. Er zijn sinds 2017 bij risicogerichte monstername geen waarden boven de wettelijke limieten aangetroffen, zie figuur 9.
Resultaten uit onderzoek naar doorstraling en radioactiviteit 2017-2020
| Doorstraling | Radioactiviteit | ||
---|---|---|---|---|
Aantal monsters | Doorstraling niet toegestaan | Aantal monsters | 134Cs 137Cs boven limieten | |
2017 | 16 | 0 | 35 | 0 |
2018 | 25 | 0 | 29 | 0 |
2019 | 16 | 0 | 16 | 0 |
2020 | 11 | 0 | 15 | 0 |
DNA-onderzoek
Via DNA-onderzoek controleren we of het product in de verpakking overeenkomt met de naam van de vis of het visserijproduct die op de verpakking staat. Producten kunnen (bewust of onbewust) zijn vervangen door een vissoort binnen een familie/geslacht (bijvoorbeeld Alaskakoolvis in plaats van kabeljauw, of grootoogtonijn in plaats van blauwvintonijn) of zelfs door een hele andere vissoort (pangasius in plaats van tong).
In 2017 deden wij een kleinschalig onderzoek naar tonijn bij visbedrijven, groothandelaren, supermarkten en visdetailhandelaren. Daarbij kwam in 4 procent van de monsters de vissoort op de verpakking niet overeen met de inhoud.