Toezicht op productiebedrijven in aquacultuur Nederland 2017-2020
Lees hier hoe wij toezicht houden op aquacultuurproductiebedrijven. Hieronder vallen viskwekerijen en Put-en-Take-visbedrijven. De laatste zijn vijvers of andere voorzieningen waar het visbestand uitsluitend voor de recreatievisserij in stand wordt gehouden.
Het gaat hierbij om toezicht op de eerste fase: van het kweken tot de verkoop naar de volgende schakel (een andere viskwekerij, export of een visverwerkend en -bewerkend bedrijf). Bij Put-en-Take-visbedrijven gaat het om het uitzetten van vis tot aan de verkoop aan particulieren.
Andere aquacultuurproductiebedrijven zijn mossel- en oesterkweekbedrijven, die kweken in kweekgebieden. Hier leest u niets over het toezicht op de kweekgebieden van weekdieren. De wettelijke taak diagnostiek en monitoring van schelpdierziekten wordt namelijk sinds 2000 door het Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) uitgevoerd, in samenwerking met Wageningen Marine Research (WMR). Dat doen zij met behulp van inspectievaartuigen van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Hoe werken onze controles?
Bij de controles van aquacultuurbedrijven richten we ons op de vergunningseisen over diergezondheid. Deze eisen zijn opgenomen in Europese wetgeving. Bij Put-en-Take-visbedrijven schatten we in wat het risico is van een besmettelijke visziekte voor andere visbedrijven, maar ook voor het omringende open water.
Daarnaast voeren we aanvullende controles uit bij viskwekerijen die exoten houden, op de eisen die hiervoor gelden. Dit zijn alle waterdieren die niet in de plaatselijke omgeving voorkomen. Deze eisen zijn erop gericht om te voorkomen dat deze vissoorten uit de kwekerij ontsnappen en terecht komen in het milieu.
De inspecties zijn bedoeld om inzicht te krijgen in het risico bij het bedrijf op het verspreiden van visziekten. Daarnaast controleren we welke maatregelen worden genomen om verspreiding te voorkomen.
Gevoelige soorten
Waterdieren die gevoelig zijn voor een of meer van de aangifteplichtige ziekten noemen we een gevoelige soort. In Nederland hebben we geen landelijke vrije status voor een of meerdere aangifteplichtige visziekten. Bedrijven waar gevoelige soorten worden gekweekt, kunnen afzonderlijk de procedure op Europees niveau starten om de vrijverklaarde status te verkrijgen. Tot nu toe heeft geen Nederlands bedrijf hier gebruik van gemaakt.
Regelgeving
Bij de inspecties zijn de volgende regelingen van kracht:
- Richtlijn 2006/88/EG betreffende veterinairrechtelijke voorschriften voor aquacultuurdieren en de producten daarvan en betreffende de preventie en bestrijding van bepaalde ziekten bij waterdieren
- Verordening (EG) Nr. 1251/2008 ter uitvoering van Richtlijn 2006/88/EG van de Raad wat betreft de voorwaarden en certificeringsvoorschriften voor het in de handel brengen en de invoer in de Gemeenschap van aquacultuurdieren en producten daarvan en tot vaststelling van een lijst van vectorsoorten
- Beschikking 2008/896/EG betreffende richtsnoeren voor de programma’s voor de op risico's gebaseerde bewaking van de diergezondheid, als bedoeld in Richtlijn 2006/88/EG van de Raad
- Verordening (EG) Nr. 708/2007 'inzake het gebruik van uitheemse en plaatselijk niet-voorkomende soorten in de aquacultuur'
- Regeling Aquacultuur
Diergezondheidsverordening
Per 21 april 2021 is de nieuwe aquacultuur wetgeving van kracht. De aquacultuur-wetgeving wordt dan opgenomen in de zogenaamde 'diergezondheidsverordening': Verordening (EU) 2016/429 over overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid ('diergezondheidswetgeving').
Dat betekent dat de Aquacultuurrichtlijn en de Regeling aquacultuur worden ingetrokken. Het specifieke interventiebeleid voor aquacultuur wordt nog voorbereid.
Inspecties
Tijdens de inspecties kijken we of de viskwekerij zich houdt aan de vergunningsvoorwaarden. Deze eisen gaan onder andere over traceerbaarheid, registratie en goede hygiënepraktijken. We voeren de officiële controles uit op basis van risiconiveaus.
Het risiconiveau van een kwekerij bepalen we aan de hand van 2 factoren. Ten eerste wordt een inschatting gemaakt van de risico’s van de insleep van visziekten in de kwekerij en de verspreiding daarvan. Ten tweede kijken we naar de gezondheidsstatus van de viskwekerij per visziekte.
De regelgeving onderscheidt 5 gezondheidsstatussen of categorieën per ziekte:
- Ziektevrij verklaard: status verkregen na het volgen van bewakings- of uitroeiingsprogramma
- Bewakingsprogramma: bezig met programma om de ziektevrije status te bereiken
- Onbepaald: voor zover bekend niet besmet; maar niet onderworpen aan een programma om de ziektevrije status te bereiken
- Uitroeiingsprogramma: bezig met programma om de geconstateerde ziekte uit te roeien en de vrijverklaarde status te verkrijgen
- Besmet: ziekte geconstateerd
Inspectiefrequentie
Voor de risicobepaling en frequentiebepaling van de inspecties worden de aanbevelingen van Richtlijn 2006/88/EG en Beschikking 2008/896/EG opgevolgd. Jaarlijks vinden er inspecties plaats in het kader van vergunningverlening en -onderhoud en exoten (figuur 1).
De inspectiefrequentie bij viskwekerijen is als volgt:
- Laag risico, geen gevoelige soorten voor de meldingsplichtige ziekten: 1x 3 jaar
- Middelhoog risico, gevoelige soorten aanwezig: 1x 2 jaar
- Hoog risico, gevoelige soorten aanwezig: 1x jaar
Gemiddeld bezoeken we elk jaar 30 procent van de viskwekerijen.
Aantallen inspecties bij viskwekerijen per jaar
Jaar | Totaal | Vergunningsverlening en -onderhoud | Exoten in aquacultuur |
---|---|---|---|
2017 | 34 | 21 | 13 |
2018 | 27 | 15 | 12 |
2019 | 36 | 23 | 13 |
2020 | 2 | 1 | 1 |
De naleving binnen de viskwekerijen is hoog als het gaat om diergezondheid. De viskweeksector bestaat vooral uit gesloten aquacultuur-recirculatiesystemen met deskundig personeel.
Daarnaast is er een klein aantal Put-en-Take-visbedrijven die een eigen kwekerij hebben voor eigen gebruik, maar ook om producten te verhandelen naar andere Put-en-Take-visbedrijven.
De meest geconstateerde tekortkomingen zijn registratieverplichtingen, zoals het bijhouden van het sterftecijfer en de resultaten van eigen controles. De regels over het houden van exoten wordt over het algemeen goed nageleefd.
In 2020 is een inspectie uitgevoerd in verband met een vergunningaanvraag van een nieuwe kwekerij. Er zijn verder geen reguliere inspecties uitgevoerd vanwege de coronacrisis en gebrek aan capaciteit.
Interventiebeleid
Er is geen specifiek interventiebeleid voor aquacultuur. De Regeling Aquacultuur bevat geen verbodsbepalingen om handhavend te kunnen optreden bij overtredingen van de afzonderlijke vergunningseisen. De enige mogelijkheid die de Regeling biedt is het schorsen of intrekken van de vergunning.
Put-en-take-visbedrijven
Van de Put-en-Take-visbedrijven wordt jaarlijks ongeveer 20 procent van de bedrijven geïnspecteerd. In de periode van 2017 tot en met 2019 zijn ongeveer 8 bedrijven met open voorzieningen en ongeveer 17 bedrijven met gesloten voorzieningen bezocht.
In 2018 zijn geen inspecties uitgevoerd omdat de regeling 'bedwelmen van aal' in juli 2018 is gepubliceerd. De geplande capaciteit voor inspecties bij Put-en-Take-visbedrijven is destijds gebruikt voor het toezicht op het doden van paling (zie figuur 2). De resultaten van het toezicht op het doden van paling worden beschreven op de pagina Toezicht op dierenwelzijn bij vangst paling.
Aantallen inspecties bij Put-en-Take-visbedrijven per jaar
Jaar | Put-en-Take visbedrijven |
---|---|
2017 | 12 |
2018 | 0 |
2019 | 13 |
2020 | 0 |
Uit alle inspectiegegevens blijkt dat bij 5 van de 25 bezochte Put-en-Take-visbedrijven onvoldoende maatregelen werden genomen om de verspreiding van dierziekten te voorkomen.
De vijvers van deze bedrijven stonden met uitzondering van een bedrijf niet in rechtstreeks contact met open water en er werd niet in natuurlijk water geloosd.
Bij 5 van de 25 bezochte Put-en-Take-visbedrijven was de gezondheidsstatus van het bedrijf van oorsprong van de gekochte vissen niet bekend. In 2020 zijn geen Put-en-Take-visbedrijven bezocht in verband met Corona.
Meldingen visziekten
Bedrijven zijn verplicht om een verdenking of bevestiging van de aanwezigheid van een aangifteplichtige ziekte onmiddellijk te melden aan de bevoegde autoriteit.
Daarnaast moet verhoogde sterfte onder aquacultuurdieren gemeld worden aan de bevoegde autoriteit of een particuliere dierenarts.
Ons Incident Crisiscentrum (NVIC) krijgt deze meldingen van visziekten voornamelijk van de Wageningen Bioveterinary Research (WBVR). Meestal komen deze binnen met een bevestigde uitslag. Een enkele keer komt een verdenking binnen in de vorm van een deeluitslagrapport van vismonsters.
Deze worden verder getest en de uitslag wordt later bevestigd. Rechtstreekse meldingen over vissterfte van particulieren of dierenartsen komen zelden voor. Dit zijn meestal melding van botulisme, een vorm van voedselvergiftiging door acute vissterfte in de zomer. Botulisme is geen visziekte waarvoor de meldingsplicht van toepassing is.
De visziektemeldingen via WBVR komen vooral van viskwekerijen en soms van (koikarper)handelaren. Uit de visziektejaaroverzichten van meldingen en uitslagen ontvangen bij het NVIC komt het volgende beeld naar voren:
Meldingen aangifteplichtige ziekten
Jaar | Meldingsoort | Totaal | Positieve labuitslag | Negatieve labuitslag |
---|---|---|---|---|
2017 | IHN | 1 | 0 | 1 |
2017 | KHV | 3 | 3 | 0 |
2018 | IHN | 2 | 0 | 2 |
2018 | KHV | 2 | 1 | 1 |
2019 | IHN | 1 | 0 | 1 |
2019 | KHV | 5 | 3 | 2 |
2020 | IHN | 0 | 0 | 0 |
2020 | KHV | 0 | 0 | 0 |
Nationaal Plan residuen
Vanuit het Nationaal Plan residuen onderzoeken we elk jaar de vissen in viskwekerijen en Put-en-Take-visbedrijven op residuen.
De stofgroepen waarop we onderzoeken zijn opgenomen in richtlijn 96/23/EG. Het gaat hierbij om stofgroep A en stofgroep B:
- Stofgroep A: stoffen met anabole werking en niet-toegestane stoffen
- Stofgroep B: diergeneesmiddelen en contaminanten
De monsters worden onaangekondigd en willekeurig genomen worden. Ook niet op vaste tijdstippen of weekdagen. Het aantal genomen monsters is afhankelijk van de jaarproductie van de gekweekte vis in Nederland.
Analyses Nationaal Plan Residuen in de aquacultuur
Jaar | N° analyses Stofgroep A | N° niet-conform Stofgroep A | N° analyses Stofgroep B | N° niet-conform Stofgroep B | Stoffen niet-conform |
---|---|---|---|---|---|
2017 | 26 | 0 | 55 | 1 | (Leuco) kristalviolet |
2018 | 28 | 0 | 50 | 0 | - |
2019 | 25 | 0 | 55 | 0 | - |
2020 | 23 | 0 | 41 | 0 | - |
In 2017 zijn residuen van verboden stoffen gevonden bij een Put-en-Take- visbedrijf. Dit bedrijf is onder officieel toezicht geplaatst en kreeg bestuurlijke maatregelen opgelegd. Vissen uit de visvijvers zijn gedood en vernietigd.
Risico’s
Het feit dat er geen interesse is voor het verkrijgen van de vrijverklaarde status voor aangifteplichtige visziekten betekent dat er minder bewaking is, en daardoor een hoger risico om ziekten te verspreiden.
Bovendien is het bij een vrije status verplicht om dieren te kopen bij bedrijven met ook een vrijverklaarde status.
Daarnaast is een risico op ziekteverspreiding bij verplaatsing naar andere lidstaten. Ook zijn er risico's bij Put-en-Take-visbedrijven met open voorzieningen en kunnen er ziektes worden overgedragen aan vissoorten in de natuurlijke watersystemen.
Bij het houden van exoten is er altijd een (klein) risico van het ontsnappen van deze aquacultuurdieren in het milieu bij transport of lozingen.