De NVWA controleert vlees en dierlijke producten op de aanwezigheid van chemische stoffen die een risico voor de gezondheid kunnen vormen. Dit doen we volgens Europese afspraken die zijn vastgelegd in het Nationaal Plan Residuen in producten van dierlijke oorsprong (NPR).
In de Europese Unie is het gebruik van bepaalde stoffen niet toegestaan. Dieren mogen bijvoorbeeld niet met hormonen behandeld worden. In landen buiten Europa mag dit soms wel.
Dieren kunnen verschillende medicijnen krijgen tijdens hun leven, zoals antibiotica, ontwormingsmiddelen en pijnstillers. Er kunnen medicijnresten in het vlees zitten als dieren te hoge doses krijgen of als ze te vroeg na toediening naar de slacht worden gebracht.
Contaminanten zijn stoffen die dieren onbedoeld binnenkrijgen. Bijvoorbeeld omdat ze in het milieu voorkomen. Zo kunnen de bodem en het water zware metalen, dioxine of PFAS bevatten. Dieren krijgen die stoffen dan binnen als ze grazen. Planten en schimmels maken soms giftige stoffen aan, deze kunnen in het veevoer terechtkomen.
Pesticiden (bestrijdingsmiddelen) worden gebruikt op plantaardige gewassen of in lege stallen. Onbedoeld kunnen deze stoffen ook op of in het dier terechtkomen.
Bekijk de volledige lijst met stofgroepen
Deze lijst geldt sinds 1 januari 2023.
Stoffen met hormonale en thyreostatische werking en β-agonisten waarvan het gebruik krachtens Richtlijn 96/22/EG van de Raad verboden is
a) stilbenen
b) antithyreogene stoffen
c) steroïden
d) resorcylische zure lactonen (met inbegrip van zeranol)
e) β-agonisten
Verboden stoffen genoemd in tabel 2 van bijlage Vo (EU) nr 37/2010
a) chlooramfenicol
b) nitrofuranen
c) dimetridazool, metronidazool, ronidazool en andere nitro-imidazolen
d) andere stoffen
Stoffen die niet genoemd zijn in tabel 1 van bijlage Vo (EU) nr 37/2010 of stoffen die overeenkomstig Vo (EU) nr 1831/2003 niet in diervoeders voor voedselproducerende dieren mogen worden gebruikt
a) kleurstoffen
b) gewasbeschermingsmiddelen omschreven in Vo (EU) nr 1107/2009 en biociden omschreven in Vo (EU) nr 528/2012 die mogen worden gebruikt in de veehouderij van voedselproducerende dieren
c) antimicrobiële stoffen
d) coccidiostatica, histomonostatica en andere antiparasitaire middelen
e) proteïne- en peptidehormonen
f) anti-inflammatoire stoffen, sedativa en alle andere farmacologisch werkzame stoffen
g) antivirale stoffen
Stoffen genoemd in tabel 1 van bijlage Vo (EU) nr 37/2010
a) antimicrobiële stoffen
b) insecticiden, fungiciden, anthelmintica en andere antiparasitaire middelen
c) sedativa
d) niet-steroïdale ontstekingsremmers (NSAID’s), corticosteroïden en glucocorticoïden
e) andere stoffen
Volgens de Europese wetgeving toegestane coccidiostatica en histomonostatica waarvoor in de wetgeving maximumgehalten en maximumwaarden voor residuen zijn vastgesteld
Wat is de maximaal toegestane hoeveelheid voor chemische stoffen?
De maximaal toegestane hoeveelheid verschilt per stof en per product. Het gaat dus om product-stofcombinaties. De Europese Commissie stelt de maxima vast op basis van wetenschappelijk onderzoek. De lijst met maximale toegestane hoeveelheden per product-stofcombinatie staat in EU-verordening EU 37/2010.
De meeste stoffen leveren niet direct een gezondheidsrisico op. Dat risico ontstaat pas als iemand een bepaalde stof jarenlang binnenkrijgt en deze stof zich opstapelt in het lichaam. Bij het bepalen van de maximaal toegestane hoeveelheid wordt daar rekening mee gehouden.
De verboden stoffen, dus de stoffen uit stofgroep A, mogen helemaal niet voorkomen in de producten.
Hoe voeren we de controles uit?
Wij controleren via steekproeven. We nemen monsters bij boerderijen en in slachthuizen, zowel voor als na de slacht. Bij grenscontroleposten nemen we monsters van geïmporteerde producten. De monsters laten we analyseren in een daartoe bevoegd en aangewezen laboratorium.
Wij zijn wettelijk verplicht om deze controles uit te voeren. Hoeveel monsters we per jaar moeten nemen, is afhankelijk van het aantal dieren dat het voorgaande jaar in Nederland is geslacht. De resultaten van onze controles geven we door aan de European Food Safety Authority (EFSA) en de Europese Commissie (EC). Die gebruiken de gegevens om beleid te ontwikkelen. Zo nodig scherpen ze de wettelijke eisen aan.
Zelf kijken we steeds of het mogelijk is om de controles nog te verbeteren. Zo nodig nemen we extra monsters. Ook onderzoeken we het gebruik van nieuwe en snellere testmethodes.
Meetresultaten
Lees meer over de uitkomsten van het NPR en bekijk de meetresultaten van 2020 , 2021 en 2022.