Melden van een quarantaine-organisme op uw bedrijf, of als laboratorium

Melden is verplicht

Q-organismen zijn zeer schadelijk. Meld het direct als u vermoedt dat er een Q-organisme op uw plant of plantmateriaal zit. Of als u zeker weet dat er een Q-organisme is gevonden. Dit is wettelijk verplicht. Na uw melding nemen wij maatregelen. Door te melden kunt u een uitbraak of verdere verspreiding helpen voorkomen.

• Bedrijven: Meld Q-organisme direct via info@nvwa.nl
• Laboratoria: stuur het uitslagformulier naar ons via info@nvwa.nl.

Voorkom verspreiding

U moet mogelijke verspreiding van het Q-organisme voorkomen. Verplaats het materiaal niet meer als u vermoedt of weet dat er een Q-organisme op zit.

Wanneer moet ik melden als bedrijf?

U moet een Q-organisme, of het vermoeden van een Q-organisme bij ons melden in de volgende gevallen:

• Er zijn symptomen zichtbaar in het materiaal, die duiden op een Q of Q-waardig organisme.
• Er is een positieve laboratoriumuitslag van een Q of Q-waardig organisme, dit moet ook door het extern laboratorium worden gemeld.

Wanneer moet ik melden als laboratorium?

U moet een Q-organisme bij ons melden in de volgende gevallen:

• Na een positieve uitslag van een Q of Q-waardig organisme, dit geldt voor alle laboratoria.
• Er is sprake van een Q-organisme dat niet is opgenomen in de scope van de R&D fyto 2019/829 ontheffing.

U moet overgebleven plantmateriaal of DNA/RNA bewaren zodat wij het kunnen toetsen.

Bent u particulier en denkt u dat u een plantziekte of -plaag heeft gezien? Meld het ons.

Wat gebeurt er met mijn melding?

We behandelen uw melding en nemen direct maatregelen om verspreiding te voorkomen. Als een Q-organisme is vastgesteld moet deze worden uitgeroeid. Afhankelijk van de risico’s kunnen er dan maatregelen nodig zijn. Zoals de behandeling of vernietiging van de besmette planten, vernietiging van planten in de omgeving, of een tijdelijk handelsverbod voor bepaalde gewassen.

Zo werken wij

Als we een Q-organisme moeten uitroeien is dit meestal onze werkwijze:

• We hebben contact met u. Totdat de uitslag bekend is, leggen we de locatie en/of de partij waar het organisme is aangetroffen vast. Dat geldt soms ook voor het gebied rondom de locatie.
• Onze inspecteurs gaan naar de locatie waar het Q-organisme is aangetroffen. Zij nemen monsters en laten deze onderzoeken in een officieel laboratorium: bijvoorbeeld het NIVIP.
• Als uit het onderzoek blijkt dat het inderdaad om een Q-organisme gaat, moet u maatregelen nemen. U moet bijvoorbeeld de planten behandelen met gewasbeschermingsmiddelen en/of biociden. Als er geen middelen tegen het organisme zijn, moet u het besmette materiaal onder toezicht laten vernietigen.
• In sommige situaties stellen we ook een bufferzone in. In deze zone controleren we alle waardplanten: planten waar het Q-organisme op kan voorkomen.
• We proberen de bron van de ziekte of plaag op te sporen en brengen mogelijke besmettingsroutes in kaart. Hierbij is het plantenpaspoort heel belangrijk, omdat dit laat zien waar de planten vandaan komen. We moeten voorkomen dat de ziekte of plaag zich nog verder kan verspreiden.

Pas als zeker is dat het Q-organisme is uitgeroeid, heffen we de maatregelen op.

Hoe kan ik Q-organismen op mijn bedrijf voorkomen?

U kunt verschillende preventieve maatregelen nemen:

• Zoek uit welke Q-organismen een risico vormen voor uw bedrijf. Dit is onder meer afhankelijk van de planten waar u in handelt en de landen waar de planten vandaan komen. Zo weet u waar u de planten op moet checken.
• Controleer planten die u heeft geïmporteerd en die afkomstig zijn uit risicogebieden.
• Werk zo hygiënisch mogelijk. Beschrijf in een hygiëneplan welke maatregelen u neemt en hoe u die uitvoert. Vraag eventueel uw keuringsdienst om advies.

Treft u ondanks deze maatregelen toch een Q-organisme aan? Meld dit dan direct bij ons. Hiermee kunt u een grote uitbraak voorkomen.