Quarantaine-organismen, PZ-quarantaine-organismen en RNQP's

Binnen de Europese Unie (EU) zijn afspraken gemaakt om de schade door plantenziekten en plagen te beperken. Daarom zijn bepaalde bacteriën, insecten, schimmels, aaltjes en virussen aangewezen als ‘gereguleerde organismen’. Deze organismen kunnen zoveel schade veroorzaken dat er extra maatregelen nodig zijn om ze te weren of bestrijden.

Er zijn 3 soorten gereguleerde organismen: Q-organismen, PZ-Q-organismen en RNQP’s. Lees hier wat u als teler, kweker, handelaar of importeur moet doen als u een gereguleerd organisme aantreft op uw planten of plantaardige producten.

Quarantaine-organismen (Q-organismen, Q’s)

Quarantaine-organismen zijn schadelijke organismen als insecten, schimmels of bacteriën die niet of nauwelijks in de EU voorkomen. Door deze organismen kan een ziekte of plaag ontstaan die heel schadelijk is voor gewassen. Ook kan er grote economische schade ontstaan.

Bij de vondst van een Q-organisme zijn direct maatregelen nodig. Meestal moet het Q-organisme uitgeroeid worden. Vermoedt u dat er een Q-organisme aanwezig is op uw planten of plantmateriaal? Meld dit dan direct.

Lees wat er met uw melding gebeurt.

Welke organismen zijn Q-organismen?

Een compleet en actueel overzicht van Q-organismen vindt u in het Register Q-organismen. Op de website van de European and Mediterranean Plant Protection Organization (EPPO) staan beschrijvingen en foto’s. Op deze website vindt u ook informatie over de verschillende Q-organismen.

Verschillende soorten Q-organismen

Onder quarantaine-organismen vallen ook de volgende organismen:

Voor enkele Q-organismen gelden minder strenge regels

In de Europese wetgeving staan regels die de introductie en vestiging van Q-organismen moeten voorkomen. Meestal moet een Q-organisme worden uitgeroeid. Maar er zijn uitzonderingen.

Een klein aantal Q-organismen komt al voor in de EU. De EU kan dan bepalen dat zo’n organisme in bepaalde gebieden niet uitgeroeid hoeft te worden, maar alleen ingeperkt. Uitganspunt is dan dat verdere verspreiding vanuit deze gebieden wordt voorkomen, en dat een vondst buiten deze gebieden wel wordt uitgeroeid.

Voor Nederland geldt deze uitzonderingssituatie voor een aantal organismen:

Q-organismen: eisen bij import

Planten en plantaardige producten die in de EU worden verhandeld moeten vrij zijn van Q-organismen. Dit geldt ook voor Q-organismen die al in een lidstaat voorkomen en daar alleen ingeperkt worden (zie hierboven).

Producten van buiten de EU moeten ook vrij zijn van Q-organismen als ze de EU binnenkomen. Daarom is bij import uit een land buiten de EU een fytosanitair certificaat nodig. Hierin verklaart het land van herkomst dat de planten zijn onderzocht en vrij zijn van Q-organismen.

Bij de import van bepaalde producten gelden extra eisen. De plant moet dan bijvoorbeeld op een bepaalde manier behandeld zijn, bijvoorbeeld met kou of gas. Vaak moet op het fytosanitaire certificaat dan ook een extra verklaring staan, de zogenoemde bijschrijving. Daarmee geven de autoriteiten van het exporterende land aan op welke manier de producten aan de eisen voldoen.

De producten worden bij binnenkomst in de EU geïnspecteerd. Meestal wordt dit door de keuringsdiensten gedaan, soms door de NVWA. Treffen we toch een Q-organisme aan bij een import-inspectie? Dan weigeren we de betreffende partij voor import in de EU. U kunt de partij dan terugsturen of laten vernietigen bij een erkende vernietigingslocatie.

PZ-quarantaine-organismen (PZ-Q-organismen of PZ-Q's)

PZ-Q-organismen zijn ziekten en plagen die voorkomen in  EU-landen, maar die in bepaalde gebieden van de EU toch gelden als Q-organisme. In die gebieden komt de ziekte of plaag nog niet voor. Dit zijn beschermde gebieden, ook wel: Protected Zones of PZ’s.

PZ-quarantaine-organismen worden bij import en interne handel alleen geweigerd voor gebieden met een PZ-status voor het betreffende organisme. En alleen in die gebieden moeten ze bij een vondst ook uitgeroeid worden.

Hoe wordt een gebied een Protected Zone (PZ)?

Een EU-land kan een PZ-status aanvragen bij de EU, om te voorkomen dat het organisme zich vestigt in dat gebied. Nederland heeft geen beschermde gebieden.

Welke organismen zijn PZ-Q-organismen?

In het Register eisen en coderingen voor beschermde gebieden vindt u een overzicht van PZ-Q-organismen en de landen en gebieden met een PZ-status voor dat organisme.

Eisen bij handel met een PZ

Verhandelt u plantaardig materiaal naar een beschermd gebied? Dan moet uw product vrij zijn van de betreffende PZ-Q-organismen. Kijk in bovengenoemd register voor een overzicht van PZ-Q-organismen en beschermde gebieden. In het register staat ook of er aanvullende eisen zijn voor handel naar deze gebieden.

Voor meer informatie over PZ-Q-organismen en wat daarover op het plantenpaspoort moet staan, kunt u terecht bij uw keuringsdienst.

Regulated Non-Quarantine Pests (RNQP's)

Regulated Non-Quarantine Pests (RNQP’s) heten in het Nederlands 'gereguleerde niet-quarantaine organismen'. RNQP’s zijn schadelijke organismen die voorkomen in meerdere EU-landen en niet uitgeroeid hoeven te worden. Bij handel en vervoer van planten of plantaardige producten gelden er wel eisen voor RNQP’S.

Het doel van een RNQP-status is om economische schade in een bepaalde bedrijfstak te voorkomen of te beperken. Daarom heeft het schadelijke organisme alleen een RNQP-status voor bepaalde gewassen bij specifieke toepassingen. Bijvoorbeeld voor appelbomen voor de fruitteelt.

Welke organismen zijn RNQP’s?

Kijk voor een overzicht in het Register RNQP's.

RNQP’s verspreiden zich voornamelijk via planten bestemd voor opplant. Daarom geldt de RNQP-status meestal alleen voor teeltmateriaal en pootgoed, en soms ook voor zaad. De RNQP-status geldt nooit voor eindproducten als vruchten, snijbloemen en snijgroen.

RNQP’s: eisen bij handel binnen de EU

Voor RNQP’s zijn drempelwaarden vastgesteld, per gewas en toepassing. Bij handel binnen de EU mag een RNQP-organisme niet boven de drempelwaarde komen. De drempelwaarde is in veel gevallen 0%. Dat betekent dat de partij die u verhandelt volledig vrij moet zijn van het RNQP-organisme. Wordt op een handelspartij een RNQP-organisme aangetroffen boven de drempelwaarde? Dan beslist de keuringsdienst wat er moet gebeuren met de partij.

Treft een ander EU-land een partij planten uit Nederland aan die niet voldoet aan de RNQP-eisen? Dan doet dit land een melding aan Nederland. De keuringsdienst start dan een onderzoek bij de leveranciers van het materiaal.

Soms zijn er aanvullende eisen om uw plantmateriaal in de handel te mogen brengen. Voor meer informatie over de RNQP's en handel binnen de EU kunt u terecht bij uw keuringsdienst.

RNQP’s: eisen bij import

Importeert u een partij planten bestemd voor opplant uit een land buiten de EU? Dan moet deze partij voldoen aan dezelfde eisen voor RNQP's als bij interne EU-handel. Hierbij gelden dezelfde drempelwaarden. Bijschrijvingen op het fytosanitair certificaat zijn voor RNQPs niet nodig.

De producten worden geïnspecteerd bij binnenkomst in de EU. Dit wordt meestal gedaan door de keuringsdiensten, soms door de NVWA. Treffen we een RNQP-organisme aan boven de drempelwaarde? Dan mag de betreffende partij de EU niet in. Misschien kunt u de zending nog ‘behandelen’, bijvoorbeeld door deze op te schonen. U moet uw zending daarna opnieuw laten inspecteren.

Voor meer informatie over de afhandeling van RNQP's bij import kunt u terecht bij uw keuringsdienst.

Waar staat dit in de wet?

In de Plantgezondheidswet staat hoe in Nederland omgegaan moet worden met ziekten en plagen. Deze wetgeving is gebaseerd op de Plantgezondheidsverordening, EU-Verordening 2016/2031. In de bijlages van deze verordening staan details over gereguleerde organismen en eventuele eisen die daarvoor gelden. Deze informatie is verwerkt in diverse documenten op onze website, waaronder:

De officiële wetteksten vindt u op de EU-website eur-lex.europa.eu. De wetteksten staan hier in verschillende talen. In bijlages bij Verordening EU 2019/2072 staat de volgende informatie:

  • Quarantaine-organismen die niet in de EU voorkomen: bijlage IIA
  • Quarantaine-organismen die beperkt in de EU voorkomen: bijlage IIB
  • PZ-quarantaine-organismen: bijlage III; bijlage X geeft de aanvullende eisen
  • RNQP's: bijlage IV; bijlage V geeft de aanvullende eisen

Prioriteitsorganismen zijn apart benoemd in bijlage Verordening EU 2019/1702.

Organismen waarvoor noodmaatregelen gelden zijn opgenomen in verschillende verordeningen. U kunt een verwijzing naar deze verordeningen vinden in het Register Q-organismen.