NVWA wijzigt aanpak voor uitroeiing van Euwallacea fornicatus (schorskever)
De NVWA past de aanpak om Euwallacea fornicatus op bedrijven uit te roeien aan. Vorig jaar is Euwallacea fornicatus bij twee bedrijven in Nederland aangetroffen. Bij één van de bedrijven is het uitroeien van deze kever inmiddels gelukt, maar bij het andere bedrijf nog niet. De schorskever Euwallacea fornicatus vormt een groot risico voor de EU vanwege schade aan teelt en openbaar groen. De kever heeft een quarantainestatus en bij een vondst in Nederland neemt de NVWA maatregelen om deze soort uit te roeien.
Uitroeien schorskevers blijkt lastig
Schorskevers zoals Euwallacea fornicatus zijn zeer klein, en de symptomen zijn vaak onopvallend. Een besmetting valt daarom niet snel op. Daarbij leven de kevers het grootste deel van hun leven in de stam of takken van bomen; ze zijn daardoor met bestrijdingsmiddelen niet goed te bereiken. Uitroeiing wordt verder bemoeilijkt doordat ze zeer veel waardplanten hebben. Het vernietigen van alle mogelijk besmette planten, biedt dan ook als enige zekerheid op uitroeiing.
Tot nu toe heeft de NVWA deze drastische maatregelen nog niet hoeven te nemen. Met de huidige maatregelen is het uitroeien van Euwallacea fornicatus bij één van de besmette bedrijven inmiddels gelukt. Bij het andere besmette bedrijf echter nog niet. De NVWA gaat daarom uitroeiing van Euwallacea fornicatus nu anders aanpakken.
De maatregelen bij een vondst van een quarantaine schorskever van de zogenoemde categorie 2 worden niet gewijzigd (zie hiervoor het dossier Niet-Europese schorskevers (Scolytinae) op de NVWA-website).
Gefaseerde aanpak
De aanpak voor uitroeiing bestaat uit 3 stappen met per stap zwaardere maatregelen. Stap II en III worden uitgerold, als uitroeiing in een van de eerdere stappen niet is gelukt. Een bedrijf kan ook zelf besluiten af te zien van stap I en/of stap II. Iedere stap eindigt met een monitoringsperiode door de NVWA. Wordt Euwallacea fornicatus in die periode niet aangetroffen, dan worden de maatregelen opgeheven. Hieronder is de aanpak op hoofdlijnen beschreven; details zijn te vinden in het dossier Niet-Europese schorskevers (Scolytinae) op de NVWA-website.
Stap I: het bedrijf aan zet
Het bedrijf krijgt maximaal 14 weken de tijd om zelf de besmetting uit te roeien. Het bedrijf levert vooraf een plan van aanpak in bij de NVWA; het bedrijf is grotendeels vrij om zelf te bepalen wat hun aanpak wordt. Wel controleert de NVWA of aan de opgelegde maatregelen wordt voldaan. Na het indienen van het plan van aanpak is, onder voorwaarden, afzet van vastgelegde mogelijk na inspectie door een keuringsdienst.
Na 14 weken start de NVWA een monitoringsperiode van 12 weken om de afwezigheid van Euwallacea fornicatus te controleren. Het bedrijf mag verzoeken de monitoringsperiode eerder te starten, maar bij herhaalde vondsten gaat de NVWA direct over tot stap II, ongeacht het aantal weken dat is verlopen.
Stap II: vernietiging van hoog-risico planten
De NVWA laat alle planten ruimen met een stamdiameter van 2 cm of meer van de soorten waarop binnen het bedrijf een besmetting is gevonden. Het bedrijf mag vóór ruiming een bestrijding uitvoeren tegen loslopende kevers. Nadat de planten zijn geruimd, volgt een monitoringsperiode van 12 weken.
Stap III: vernietiging van alle waardplanten
Dit betreft planten met een stamdiameter van minimaal 2 cm (bij Ficus minimaal 1 cm) van de volgende soorten: alle houtige soorten, alle palmen met een schijnstam, vrijwel alle andere plantensoorten met een (schijn)stam. Het bedrijf kan kiezen de overige planten in het besmette bedrijfsdeel te laten staan, of deze te verplaatsen naar een niet-besmet bedrijfsdeel. Na het ruimen en uitvoeren van een eventuele behandeling op nog aanwezige planten volgt een monitoringsperiode. Blijven er na het ruimen planten in het besmette bedrijfsdeel staan, dan duurt de monitoringsperiode 20 dagen. Is het bedrijfsdeel volledig leeg, dan duurt de monitoringsperiode 10 dagen.
Meer informatie
Meer informatie over Euwallacea fornicatus is te vinden in het dossier Niet-Europese schorskevers (Scolytinae) op de NVWA-website. Hierin staan details over de aanpak en de voorwaarden bij de verschillende stappen. Het dossier bevat verder informatie over de eisen voor import van de waardplanten, die vanaf 11 januari 2023 gaan gelden. Daarnaast is er informatie over hoe een mogelijke besmetting met schorskevers is te herkennen. Het is verplicht het vermoeden van besmetting met niet-Europese schorskevers bij de NVWA te melden.
Voor vragen over dit nieuwsbericht kunnen journalisten contact opnemen met het team persvoorlichting van de NVWA, telefoonnummer (088) 22 33 700.
Consumenten en bedrijven kunnen contact opnemen met het Klantcontactcentrum via de website of 0900-03 88 (gebruikelijke belkosten).