Risico op Ralstonia pseudosolanacearum bij beregening met oppervlaktewater
In Nederland komt sinds kort Ralstonia pseudosolanacearum voor. Dit is een bacterie die (net als Ralstonia solanacearum) de plantenziekte bruinrot kan veroorzaken. In een aantal gebieden in Nederland is Ralstonia pseudosolanacearum aangetroffen in het oppervlaktewater. De NVWA adviseert om in deze gebieden geen oppervlaktewater te gebruiken voor beregening van gewassen die vatbaar zijn voor bruinrot.
Waar komt Ralstonia pseudosolanacearum voor?
Wij hebben Ralstonia pseudosolanacearum aangetroffen in 3 gebieden:
- de Regge (Overijssel)
- het Twentekanaal en de Bolscherbeek (Twente)
- Breukelen (Utrecht)
In deze gebieden is het verboden om aardappelen en tomaten te beregenen met oppervlaktewater. Wij adviseren u om ook voor andere vatbare plantensoorten geen oppervlaktewater te gebruiken.
Waarom mag ik geen oppervlaktewater gebruiken?
Veel land- en tuinbouwgewassen zijn vatbaar voor de bacterie. Bij het gebruik van besmet oppervlaktewater bestaat er een risico dat vatbare gewassen bruinrot krijgen. Probeer daarom te voorkomen dat uw gewassen in contact komen met besmet water.
Welke planten zijn gevoelig voor Ralstonia pseudosolanacearum?
Verschillende land- en tuinbouwgewassen (inclusief siergewassen) zijn vatbaar voor de bacterie. Bijvoorbeeld:
- Anthurium (flamingoplant)
- Arachis hypogeae (pinda)
- Artemisia sp. (alsem)
- Begonia
- Beta vulgaris subsp vulgaris var cicla
- Bougainvillea sp.
- Brassica oleracea
- Capsicum annuum (paprika)
- Cucumis sativus (komkommer)
- Cucurubita pepo (pompoen)
- Curcuma
- Dahlia
- Delphinium
- Dimorphotheca ecklonis (african daisy)
- Eucalyptus
- Fagopyrum esculentum (boekweit)
- Ficus carica (vijg)
- Fragraia x ananassa (aardbei)
- Helianthus
- Hibiscus
- Ipomoea batatas (zoete aardappel)
- Mandevilla sp.
- Manihot esculenta (casave)
- Morus alba (moerbei)
- Olea europaea (olijf)
- Pelargonium (geranium)
- Petroselinum crispum (peterselie)
- Phaseolus vulgaris (boon)
- Portulaca oleracea (wilde postelein)
- Raphanus sativus (radijs)
- Rosa
- Solanum sp.
- Solanum dulcamara
- Tagetes (afrikaantjes)
- Vaccinium corymbosum (blauwe bes)
- Zingiber sp (gember)
Op deze planten kan de bacterie overleven en groeien. Zulke planten heten ook wel gastheerplanten of waardplanten. Er zijn nog meer waardplanten. Kijk voor een actueel overzicht op de website van de European Plant Protection Organization (EPPO).
Verwant aan Ralstonia solanacearum
Ralstonia pseudosolanacearum is verwant aan de bacterie Ralstonia solanacearum. Beide bacteriesoorten veroorzaken bruinrot en kunnen overleven in oppervlaktewater.
Ralstonia solanacearum komt vooral voor op aardappel en tomaat. Ralstonia pseudosolanacearum kan bij veel meer gewassen een infectie veroorzaken. Maar het is nog niet goed duidelijk hoe ernstig de gevolgen voor andere gewassen zijn. Wel is bekend dat deze bacterie schade kan veroorzaken in aardappelplanten, vooral bij gematigde temperaturen rond 20 °C). Onderzoek laat zien dat de bacterie ook aanwezig kan zijn in aardappelknollen.
Hoe herken ik een besmetting met Ralstonia pseudosolanacearum?
Door Ralstonia pseudosolanacearum en Ralstonia solanacearum ontstaat bruinrot. Hierdoor verwelken delen van de plant en kleurt de stengel bruin. De aardappelknol kleurt ook bruin. Lees meer over de symptomen van bruinrot.
Meld bruinrot
Vermoedt u dat uw planten besmet zijn met bruinrot? Meld dit direct bij de NVWA. Dit is verplicht.
Meld symptomen van bruinrot direct via info@nvwa.nl.
Maatregelen bij Ralstonia pseudosolanacearum
Binnen de Europese Unie gelden maatregelen om de verspreiding van Ralstonia pseudosolanacearum én Ralstonia solanacearum tegen te gaan. Beide bacteriën hebben de status van quarantaine-organisme (ook wel: Q-organisme of Q). Dit betekent dat er maatregelen nodig zijn om te voorkomen dat de bacterie zich verder kan verspreiden. Meld het daarom direct bij ons als uw planten (mogelijk) besmet zijn.
Welke maatregelen precies nodig zijn, hangt af van de situatie. Het kan bijvoorbeeld nodig zijn een partij planten te vernietigen of beperkingen te stellen aan de afzet, een bedrijf te reinigen en ontsmetten of een teeltverbod op te leggen.
Bij aardappelen en aardappelplanten veroorzaakt Ralstonia pseudosolanacearum dezelfde schade als Ralstonia solanacearum. Daarom gelden bij een vondst in aardappelen dezelfde maatregelen.