Teeltvoorschrift Valse meeldauw en Koprot in uien
Met dit teeltvoorschrift willen we ziektebronnen van valse meeldauw en koprot in uien voorkomen. En het risico op verspreiding ervan verkleinen. Op deze pagina vindt u informatie over valse meeldauw en koprot. En de regels waar u zich aan moet houden.
Waarom valse meeldauw en koprot bestrijden?
Valse meeldauw en koprot zorgen regelmatig voor economische schade in de teelt van uien. Bestrijding van deze ziektes is vooral een kwestie van preventie en beheersing. Er gelden daarom wettelijke maatregelen voor:
- zaai- en plantuien
- winteruien
- zilveruien en picklers (allium cepa)
- sjalotten (allium ascalonicum)
Meld valse meeldauw en koprot
Locaties van afvalhopen en grote ziektehaarden kunt u melden bij het centrale meldpunt van de BKD via telefoonnummer 0252 419 101, of door een email te sturen naar info@bkd.eu.
Welke maatregelen moet ik nemen?
U moet zich houden aan de volgende maatregelen
Afvalhopen
U mag na 15 april geen uienafval of niet-uitgeplante uien hebben, tenzij:
- deze zijn afgedekt, of
- u maatregelen heeft getroffen waardoor het uienafval of de niet-uitgeplante uien geen mogelijke bron kunnen zijn voor het verspreiden van valse meeldauw en koprot.
Ziektehaarden
U mag geen aantastingen van valse meeldauw in een perceel uien hebben van de volgende omvang:
- een haard van minimaal 1000 aangetaste blaadjes op 20 m2, of
- verspreid aangetaste uienplanten met minimaal 2000 aangetaste blaadjes op 100 m2.
Valse meeldauwvrij-verklaring
U mag geen tweedejaars plantuien telen zonder een beoordelingsrapport waaruit blijkt dat het uitgangsmateriaal meeldauwvrij is. Dit rapport wordt afgegeven door Naktuinbouw. Het uitgangsmateriaal wordt namelijk in het voorgaande jaar, vlak voor de oogst, in het veld gecontroleerd door Naktuinbouw. Als uit hun beoordelingsrapport blijkt dat ze geen valse meeldauw hebben geconstateerd, dan is dit rapport bewijs voor de afnemende teler van tweedejaarsplantuitjes dat het uitgangsmateriaal schoon is.
Verdachte partijen met warmte behandelen
Als uit de veldkeuring blijkt dat een partij verdacht is, dan is een ontsmettingsbehandeling noodzakelijk om de uitjes meeldauwvrij te maken.
U moet de verdachte partijen eerstejaarsplantuitjes dan een warmtebehandeling geven, zoals Naktuinbouw het voorschrijft. Daarna mag de partij alsnog voor de teelt van tweedejaarsplantuien worden gebruikt. Bijkomend voordeel van de warmtebehandeling is de nevenwerking op de schimmels die koprot in uien veroorzaken.
De afnemende teler van tweedejaarsplantuien moet met documentatie kunnen bewijzen dat de partij met warmte is behandeld.
Handhaving
De Bloembollenkeuringsdienst (BKD) controleert of u zich aan dit teeltvoorschrift houdt. Dat doen ze in opdracht van ons. Als inspecteurs van de BKD een overtreding constateren, dan geven ze u eerst een waarschuwing. U moet dan de overtreding herstellen. Als u dit onvoldoende doet, of niet op tijd, dan maken ze een rapport van bevindingen en dragen het over aan ons.
Wij kunnen u dan een bestuurlijke maatregel opleggen. Meestal is dit een last onder dwangsom. Dat betekent dat u iets moet doen om zo de overtreding te stoppen. Als u dit niet doet, dan moet u ons een bedrag betalen. Dat doen we volgens het specifieke interventiebeleid.
Zelfhandhaving
In Zuidelijk Flevoland wordt de controle en handhaving van de regels voor de bestrijding van valse meeldauw en koprot in uien door de telers zelf uitgevoerd en georganiseerd. Hierdoor kunnen in dat gebied gangbare en biologische telers de ziekte beter, en in goede onderlinge afstemming, bestrijden.
Als dat niet lukt, dan meldt het toezichtsteam dit aan toezichthouder BKD. Deze stelt vast of er sprake is van overtreding van een voorschrift. In dat geval kunnen wij vervolgens een bestuurlijke maatregel opleggen.
Over valse meeldauw en koprot in uien
Valse meeldauw in uien is een zogeheten pseudoschimmel die wordt veroorzaakt door de oömyceet Peronospora destructor. Koprot in uien wordt veroorzaakt door Botrytisschimmels (in Nederland Botrytis aclada en Botrytis allii).
Uienafval is een belangrijke primaire infectiebron van valse meeldauw en koprot. Niet afgedekte afvalhopen, teruggebracht uienafval op het land, niet kerende grondbewerking, of niet afgedekt uienafval bij verwerkers en vergisters zijn belangrijke potentiële bronnen voor zowel valse meeldauw als koprot. Valse meeldauw kan zich vanuit ziektehaarden in uienpercelen zeer snel verspreiden over de rest van het perceel en naar andere uienpercelen.
Wetgeving
De tekst van de wet- en regelgeving is leidend. U vindt de volledige voorschriften voor valse meeldauw en koprot in uien in Paragraaf 3.6 Regeling plantgezondheid.
Meer informatie
Voor meer informatie over dit teeltvoorschrift kunt u contact opnemen met de BKD via 0252 419 101, of stuur een mail naar: info@bkd.eu. U kunt ook contact opnemen met ons Klantencontactcentrum