De NVWA controleert of bedrijven uitsluitend toegelaten gewasbeschermingsmiddelen gebruiken. En of ze deze middelen op de juiste wijze toepassen. De NVWA ziet ook toe op de naleving van de keuringsplicht van toedieningsapparatuur voor gewasbeschermingsmiddelen.
Het is een jaarlijks terugkerend ritueel. Zodra de lente in de grond zit, wordt de veldspuit uit de schuur gehaald. Maar wat wordt er eigenlijk gespoten? En komen er geen giftige stoffen in de natuur, in de sloot of in de lucht?
In deze serie onderzoek ik hoe de NVWA toezicht houdt en zo werkt aan een veiliger en gezonder Nederland voor mens, dier en natuur. Tulpen, paprika's, aardappels en ga zo maar door. In Nederland zijn er ongeveer 28.000 bedrijven die zich bezighouden met het telen van allerlei soorten gewassen. Deze aflevering van Ons Toezicht gaat over het gebruik van middelen die deze gewassen moeten beschermen tegen schimmels, onkruid en insecten. Het gaat dus over hoe de NVWA hier en hier toezicht houdt zodat er door telers op een juiste manier gespoten wordt.
Heleen. -Hallo.
Hé, fijn dat ik mee mag vandaag.
Albert. -Hé Bjorn.
Goedendag.
We zijn hier bij de gewasbeschermingsmiddelenopslag.
Het ziet er gevaarlijk uit als ik de stickers bekijk.
Ja, dat moet erop zitten en hij zit ook op slot. Dus dat is een goede zaak.
Waar we bijvoorbeeld op letten is: staan er Nederlandse teksten op? Staat er een toelatingsnummer op? Daarmee kan ik checken, via de Ctgb-site of het een Nederlandse toelating heeft. En of het vervolgens ook toegelaten is in paprika's. In sommige teelten mag je het wel gebruiken en in sommige niet.
Goedemiddag, ik ben Heleen Broos van de NVWA. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.
Heleen, nog even over die middelen. Zijn die middelen eigenlijk giftig?
Die middelen zijn wel giftig voor onkruiden, schimmels en insecten. Tenminste, daar kunnen ze giftig voor zijn. En verkeerd gebruik van die middelen kan ook schade geven aan mens, dier en milieu. Dat is ook de reden waarom wij daarop controleren. De regels worden gemaakt door het ministerie en het Ctgb. Die drukt die regels ook af en toetst die regels zodat ze op het gebruiksvoorschrift van de gewasbeschermingsmiddelen terechtkomen. En wij controleren die regels.
Kun je er een paar noemen?
Een aantal regels zijn bijvoorbeeld dat er een teeltvrije zone moet zijn bij sommige middelen. Die moet ook per se zoveel meter zijn. Dat hangt een beetje van de machine en van de teelt af. Je hebt regels die zeggen dat je middelen niet mag gebruiken in bloeiende gewassen die door bijen worden bezocht. Je kunt je voorstellen dat als je een insecticide gebruikt in een bloeiend gewas dat door bijen wordt bevlogen dat de bijen allemaal doodgaan. Daarnaast is het belangrijk dat de teler de juiste doppen gebruikt. Het is niet de bedoeling dat de vloeistof uit die doppen terechtkomt buiten het perceel.
De Agrifac Airtec-dop zie ik?
-Ja.
-Oké, ja.
Met welke druk was je nu aan het spuiten, weet je dat zo?
-Met 90 procent.
Het is dus belangrijk dat telers hun middel op het perceel gebruiken. Dus de grens tussen het perceel en het water moet ruim voldoende zijn zodat het middel op het perceel terechtkomt en het niet bij omwonenden of in het water terechtkomt. Daar weten de waterschappen weer veel meer van. Gezond water in plassen en sloten is van levensbelang voor de mens en voor de natuur. In de agrarische sector worden soms middelen gebruikt ter bescherming van de gewassen tegen ziekten en plagen en die middelen wil je niet in de sloot hebben. Eén vingerhoedje van een dergelijk middel kan al een kilometer aan problemen opleveren. Het hele watermilieu kan je daarmee om zeep helpen. De agrarische sector zelf gebruikt natuurlijk ook oppervlaktewater voor het beregenen van hun gewassen of voor hun vee dus zij willen ook helemaal geen vreemde stoffen in de sloot hebben en in Nederland wordt grond- en oppervlaktewater gebruikt voor de winning van drinkwater en ook dan wil je dus geen vreemde stoffen tegenkomen.
Hoe weet je dan of een teler het middel goed of niet goed gebruikt?
Als we een teler zien spuiten met apparatuur als deze in het veld dan gaan wij ook kijken hoe die dat doet. We maken dan foto's. We kunnen op de foto inzoomen en dan kunnen we zien of de techniek goed is en we maken ook gebruik van drones. Die kunnen dan, zonder dat de teler dat direct doorheeft achter de spuitmachine aan vliegen. Iedere ondernemer die gewasbeschermingsmiddelen voorhanden of op voorraad heeft moet een bewijs van vakbekwaamheid hebben. Ook als je die middelen wilt toepassen heb je die nodig. Verder willen we zien wat de ondernemer aankoopt. Koopt hij zaken aan waar die niks mee kan? En we willen ook zijn spuitregistratie bekijken zodat we ook een match kunnen maken met de monsteranalyse.
Deze moeten we aan neem ik aan?
-Ja, deze moeten we even aandoen.
Wat we nu gaan doen, is dat ik een monster ga nemen. Dan pak ik hier en daar wat blaadjes verspreid over de kas. Dat monster gaan wij opsturen naar het laboratorium en die wordt getest op werkzame stoffen van gewasbeschermingsmiddelen.
Ik merk dat het best waait hier, mag je dan wel spuiten?
Ja, het waait nu wel. Boven de vijf meter per seconde is de regel dat de teler zijn gewasbeschermingsmiddelen niet meer mag toepassen op het land. Maar dat is soms best verwarrend want het KNMI meet op een hele andere plek
dan waar de teler spuit en de regelgeving waar wij op toetsen is op het perceel dus hoe hard waait het hier?
Je merkt nu ook, nu valt het eigenlijk wel mee. Soms heb je bomenrijen of heb je een windhaag en dan kan de windkracht echt heel anders zijn dan wat het KNMI meet.
Nog even over die naleving, want die is niet altijd bijzonder hoog. In 2023 berichtten we bijvoorbeeld nog dat twee derde zich aan de regels houdt en één derde niet. Best wel zorgelijk noemden we dat. Hoe komt dat?
Er gaat heel veel goed, maar wat we dus zien, is dat er middelen verkeerd gebruikt worden. Een te hoge dosering. Een middel wat niet gebruikt mag worden in de teelt. Overtredingen van het wettelijk gebruiksvoorschrift noemen we dat. Als het dan niet goed is, dan spreken we hen daar ook op aan. Dan kan het zijn dat er ook een boete volgt als het niet goed is.
Hoe hoog zijn die boetes eigenlijk?
Een boete kan oplopen tot 1500, 2000 euro voor een overtreding.
Dit monster gaat nu met de koerier naar het laboratorium. Vervolgens wordt het getest op werkzame stoffen van gewasbeschermingsmiddelen. Mochten daar vragen uit voortkomen met betrekking tot stoffen die bijvoorbeeld niet zijn toegelaten in de teelt dan kom ik daarop terug bij de teler en de teler krijgt ook de uitslag.
Dus, Albert, eigenlijk mooi om te zien dat heel veel goed gaat maar er zijn ook zaken die beter kunnen.
Het is belangrijk dat we als NVWA toezicht houden ook dat telers zich aan de regels houden.
Ontzettend bedankt dat je dit vandaag wilde laten zien.
Graag gedaan!
Wil jij nou ook meer weten van dit onderwerp? Check dan op onze website, maar kijk vooral ook YouTube want daar vind je nog veel meer van dit soort video's.
Ziekten, plagen en onkruiden zijn in de landbouw altijd aanwezig. Gewasbeschermingsmiddelen en gewasbeschermingsmaatregelen zorgen ervoor dat ziekten, plagen en onkruiden onder controle blijven. Middelen kunnen chemisch of niet-chemisch zijn (bijvoorbeeld biologisch).
Gewasbeschermingsmiddelen kunnen schadelijke stoffen bevatten voor mens, dier en milieu. Daarom gelden er eisen voor de toelating en het gebruik van deze middelen. Deze regels staan in Verordening (EG) Nr. 1107/2009 en de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb). U mag alleen bestrijdingsmiddelen gebruiken die het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heeft toegelaten op de Nederlandse markt.
Onjuist gebruik van gewasbeschermingsmiddelen kan er onder andere toe leiden dat resten van gewasbeschermingsmiddelen terechtkomen in het oppervlaktewater. Door gebruik van te veel of niet-toegelaten middelen kunnen resten van bestrijdingsmiddelen in levensmiddelen of in het milieu achterblijven. Dit kan risico's opleveren voor de voedselveiligheid en de instandhouding van ons milieu.