Corrigerende interventie naast een bestraffende sanctie, paragraaf 4.2 en 5.1 van het Algemeen Interventiebeleid

Het Algemeen Interventiebeleid wordt momenteel herzien. Op deze pagina vindt u de wijzigingen voor de paragrafen 4.2 en 5.1 van het Algemeen Interventiebeleid die betrekking hebben op een corrigerende interventie naast een bestraffende sanctie.

Wat verandert er?

Bij een overtreding kan de NVWA zowel een corrigerende interventie als een bestraffende sanctie op (laten) leggen. Een corrigerende interventie is bijvoorbeeld een last onder dwangsom. Een bestraffende sanctie is bijvoorbeeld een bestuurlijke boete. Is een corrigerende interventie of bestraffende sanctie alléén niet of onvoldoende doeltreffend, evenredig en afschrikkend? Dan kan de NVWA beide soorten naast elkaar opleggen.

Nieuwe tekst

Hieronder ziet u de wijzigingen voor de paragrafen 4.2 en 5.1 van het Algemeen Interventiebeleid die betrekking hebben op een corrigerende interventie naast een bestraffende sanctie:

Wijzigingen in de paragrafen 4.2 en 5.1 van het Algemeen Interventiebeleid

Onder de tabel in paragraaf 4.2 en de tabel in paragraaf 5.1 wordt de volgende tekst ingevoegd:

Toepassen meerdere interventies

Indien als corrigerende interventie een herstelsanctie (een besluit waarmee een verplichting wordt opgelegd of een aanspraak wordt onthouden) wordt opgelegd, wordt daarnaast ook een bestraffende sanctie opgelegd als het enkel opleggen van een van deze sancties niet of onvoldoende doeltreffend, evenredig en afschrikkend is.

Toelichting

Deze bepaling geeft aan in welke gevallen zowel een herstelsanctie (besluiten als bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, van de Awb waarmee wegens een overtreding een verplichting wordt opgelegd of een aanspraak wordt onthouden), als een bestraffende sanctie (een bestuurlijke boete, een bestuurlijke strafbeschikking of een door de strafrechter opgelegde straf) kan worden opgelegd. Hiervoor is aangesloten bij de communautaire regelgeving waarin veelal, met name in recente regelgeving, wordt bepaald dat sancties doeltreffend, evenredig en afschrikkend moeten zijn. De handhaving van deze EU-regelgeving en de daarop gebaseerde nationale regelgeving dient in overeenstemming te zijn met de genoemde criteria. Uit oogpunt van consistentie ligt het in de rede om dezelfde criteria te hanteren voor de handhaving van alle regelgeving waar dit interventiebeleid op ziet.

Op de pagina Corrigerende interventie is aangegeven welke corrigerende interventie, waaronder de herstelsanctie, passend is. De criteria in dit artikel zien met name op evenredigheid en doelmatigheid (dit begrip sluit aan op het begrip doeltreffend in de EU-regelgeving). Doelmatigheid kan ook betrekking hebben op het voorkomen van herhaling (bijvoorbeeld bij een last onder dwangsom ter voorkoming van herhaling). Daarmee is in zekere mate ook sprake van een afschrikkende interventie.

Dit zal echter niet voor alle herstelsancties gelden. Bovendien kan zich de situatie voordoen dat de herstelsanctie, vanwege de evenredigheidstoets, uit oogpunt van specifieke en generale preventie onvoldoende doeltreffend en afschrikkend is. Of anders gezegd, de overtreder ervaart de opgelegde maatregelen niet of onvoldoende als sanctie en wordt daardoor niet (genoeg) geprikkeld om herhaling te voorkomen. Dat kan reden zijn om een bestraffende sanctie zoals een bestuurlijke boete op te leggen, vanwege het punitieve, dus leed toevoegende, karakter ervan.

Omgekeerd geldt dat enkel het opleggen van een bestraffende sanctie ook niet doeltreffend, evenredig en afschrikkend hoeft te zijn. Zo kan een bestuurlijke boete, met name bij gefixeerde boetestelsels, zodanig laag zijn dat de prikkel die hiervan uitgaat onvoldoende sterk is om de overtreding te beëindigen en/of herhaling te voorkomen. De overtreder kan een boete als 'onkosten' zien, zonder zijn gedrag te veranderen. Dit geldt met name wanneer de boete geruime tijd later wordt opgelegd, wat te meer kan gelden bij strafrechtelijke boetes. In deze gevallen is het zinvol om eveneens een herstelsanctie op te leggen.

Het opleggen van één sanctie is derhalve niet altijd voldoende om aan de criteria doeltreffend, evenredig en afschrikkend te voldoen. Daarom is bepaald dat zowel een bestraffende sanctie, als een herstelsanctie wordt opgelegd als dat nodig is om aan genoemde criteria te voldoen.

Gevolgen voor het Specifiek Interventiebeleid

Vanwege deze wijziging, geldt voor het Specifiek Interventiebeleid (de SPEC's) het volgende: overeenkomstig de paragrafen 4.2 en 5.1 van het AIB worden een herstelsanctie en een bestraffende sanctie opgelegd als het enkel opleggen van een van deze sancties niet of onvoldoende doeltreffend, evenredig en afschrikkend is.