Veehouders kunnen medicijnresten in vlees voorkomen
Vlees mag pas in de handel worden gebracht als het is goedgekeurd voor menselijke consumptie. Dat betekent onder andere dat vlees niet meer medicijnresten dan volgens de wettelijk toegestane waarde (MRL) mag bevatten. Na toediening van medicijnen aan een dier, duurt het even voordat die MRL bereikt is. Dieren mogen daarom niet geslacht worden binnen die periode, de zogenoemde wachttijd. Worden dieren toch geslacht binnen de wachttijd en er wordt een medicijn met een gehalte boven de MRL vastgesteld, dan verplichten we het slachthuis alle in de keten aanwezige producten van dit dier uit de handel te nemen.
Projecten in 2022
Begin 2022 treffen we tijdens een onderzoek bij één slachthuis, in een groot aantal monsters van vlees, medicijnresten van pijnstillers en antibiotica aan. In enkele monsters zijn de residuen van toegediende stoffen te hoog. We laten al het onveilige vlees, en de vleesproducten en dierlijke bijproducten bestemd voor diervoerder, van de markt halen. Naar aanleiding van de resultaten uit dit onderzoek voeren we vervolgens een extra monsternameproject uit bij diverse slachthuizen. Vooraf informeren we de slachthuizen hierover. Daarbij geven we aan dat we extra gaan letten op 2 zaken: 1) op overschrijdingen van de MRL van toegediende diergeneesmiddelen en 2) op de volledigheid van de verplichte voedselketeninformatie over de toegediende middelen. We maken niet bekend op welke dag en op welke locatie wordt bemonsterd. Wel laten we weten dat bij afwijkende resultaten de houder van het dier een inspectie op de boerderij kan verwachten en dat het slachthuis alle producten van dat dier uit de handel moet nemen. Van de ruim 500 monsters blijk 8% positief. Een kwart van deze positieve resultaten is boven de MRL.
Effect in de keten
Het extra monstername project heeft tot gevolg dat bij veehouders, slachthuizen, verwerkingsbedrijven en in de retail het onderwerp medicijnen in vlees prominent op de agenda komt te staan. Veehouders en handelaren worden door de verschillende ketenschakels geattendeerd op hun verantwoordelijkheden. Zo blijkt tijdens een inspectie dat een veehouder een brief van een slachthuis waarin een controle word aangekondigd, aan een transporteur liet zien. Ook worden aanmerkelijk meer volledig ingevulde voedselketeninformatie-formulieren aangeleverd.
Duivels dilemma
Slachthuizen en vleesverwerkende bedrijven bepalen de reikwijdte van een terugroepactie. De NVWA ziet erop toe dat die bedrijven hierin de juiste beoordeling maken. Dat levert voor ons een dilemma op. Enerzijds stellen we voedselveiligheid voorop; vlees en diervoerder boven MRL mag niet in de voedselketen terechtkomen. Anderzijds weten we dat vermenging optreedt door productieprocessen in de keten. Hierdoor daalt de concentratie van het diergeneesmiddel en is het eindproduct dat op ons bord ligt veilig. Als ook al deze eindproducten worden teruggeroepen, dan verspillen we producten die niet meer onveilig zijn. Denk bijvoorbeeld aan vleessalade. Hierin kunnen vleesdelen boven MRL zijn verwerkt, maar het totale product is veilig, waardoor de salade veilig gegeten kan worden.
We hebben onze wijze van beoordelen in 2023 aangepast en die werkwijze wordt binnenkort gepubliceerd. Hierin staat dat we op basis van een risicoanalyse bepalen of een verwerkt product niet onveilig is. Dit betekent dat het slachthuis alle vlees- en dierlijke bijproducten, bestemd voor diervoerder, uit de handel neemt voor zover deze nog niet verwerkt zijn. Als het product inmiddels een verwerkt levens- of voedermiddel is, mag het in de handel blijven, mits de MRL niet is overschreden.
Veehouders moeten eerder een keuze maken
Naast het in de voedselketen weren van dieren met te hoge gehaltes dierengeneesmiddelen, moet op het veehouderijbedrijf ook iets gebeuren. In zo’n 80% van de overschrijdingen gaat het namelijk om vlees afkomstig van dieren die diergeneesmiddelen toegediend krijgen vanwege gezondheidsproblemen. Vaak zijn dat al wat oudere dieren die meer risico lopen op een ziekte of blessure, zoals melkkoeien en fokzeugen. Ook zien we dat het vlees van dieren die minder goed groeien, en daardoor eerder geslacht worden, vaak een medicijnrestgehalte boven de MRL bevat.
Om medicijnresten in vlees en diervoeder te voorkomen, moet een veehouder samen met zijn dierenarts een keuze maken over het behandelingsperspectief. Als het dier een kans heeft om beter te worden, dan kan gekozen worden voor een behandeling. De veehouder moet dan rekening houden met de wettelijke wachttermijn. Het is goed om te weten dat zieke dieren met stofwisselingsproblemen medicijnen soms minder snel afbreken. De medicijngehaltes blijven dan langer boven de MRL dan de wachttijd aangeeft. Heeft het zieke dier geen behandelingsperspectief of een twijfelachtige prognose, dan is spoedig euthanaseren door de eigen dierenarts op het bedrijf de beste oplossing.