Binnen het publiek belang Diergezondheid richt de NVWA haar toezicht op de gezondheid van dieren. We monitoren besmettelijke dierziekten, houden toezicht op de diergezondheidsbepalingen bij de verplaatsing van dieren en zorgen voor de afhandeling van meldingen van dierziekten. Ook dragen we zorg voor de bestrijding van ziekten die voor dieren maar ook voor mensen besmettelijk kunnen zijn en zorgen we voor crisisparaatheid door het up-to-date houden van draaiboeken. Hiermee dragen we indirect ook bij aan de publieke belangen Voedselveiligheid en Dierenwelzijn. Tot slot richten we ons toezicht op de wettelijk verplichte voorschriften voor de Identificatie en Registratie (I&R) van landbouwhuisdieren en honden.
We richten ons toezicht op veehouderijbedrijven (runderen, varkens, pluimvee, geiten, schapen, paarden), houders van honden en diertransporteurs (inclusief verzamelcentra en slachterijen), maar ook op particulieren met huisdieren, dierenspeciaalzaken en kinderboerderijen. De NVWA besteedde in 2021 in totaal 8% van haar capaciteit aan dit publieke belang.
Ons verhaal
"Ruimingen zijn en blijven verschrikkelijk. En toch bedanken veehouders ons vaak voor de manier waarop we dat aanpakken en hoezeer we hebben geholpen om een moeilijke tijd door te komen. Dat is heel fijn." Lees het hele verhaal
Zo hielden wij in 2021 toezicht op diergezondheid
Uitbraken van besmettelijke dierziekten hebben grote economische en maatschappelijke impact. In 2021 zetten we ook daarom volop in op monitoring, preventie en bestrijding van dierziekten. Met als doel de insleep van dierziekten en de mogelijke verspreiding daarvan (eventueel ook naar mensen) te voorkomen. Hiermee dragen we ook bij aan de doelstelling om alleen gezonde dieren in de menselijke voedselketen terecht te laten komen. Ook in 2021 bleek onze de crisis- en responsorganisatie goed geoefend en toegerust om snel en adequaat te kunnen reageren bij uitbraken van dierziekten. Daarbij lag het zwaartepunt op de vogelgriep. Wanneer we door de coronamaatregelen geen of slechts beperkt fysieke inspecties konden uitvoeren, hebben we dat waar mogelijk op een alternatieve manier (bijvoorbeeld administratief) gedaan.
Toezichtintensiteit en naleving
De NVWA kan niet alle bedrijven in Nederland controleren. Daarom nemen we risicogerichte steekproeven. De toezichtintensiteit laat zien hoeveel bedrijven de NVWA bezoekt binnen het totaal van de doelgroep (bedrijven of producten) waar het toezicht zich op richt. De datakwaliteit van de door ons gebruikte KPI's wordt geduid in hoe wij werken.
doelgroep
toezichtintensiteit 2020
toezichtintensiteit 2021
Totale doelgroep
<1%
<1%
type bedrijf
aantal bedrijven 2020
Primaire bedrijven
37.324
Verzamelcentra
73
Er is geen update uitgevoerd van het bedrijvenbestand in 2021, voor het berekenen van de toezichtintensiteit zijn de gegevens van 2020 gebruikt.
Onze resultaten
In ons jaarplan voor 2021 hebben we voor het totale publieke belang Diergezondheid doelstellingen geformuleerd. Hieronder leest u per doelstelling in hoeverre we die in het afgelopen jaar hebben behaald, waarbij groen voor een volledig behaald resultaat staat en oranje voor een resultaat dat gedeeltelijk is behaald.
Het jaar 2021 stond in het teken van de implementatie van de nieuwe diergezondheidsverordening (EU) 2016/429. Door een overgangsperiode voor een deel van deze verordening is de implementatie gefaseerd uitgevoerd. Daarnaast lanceerde de Europese Commissie in november 2021 een nieuw certificerings- en traceringssysteem. Na de nodige opstartproblemen kon dat dankzij de inzet van de NVWA in gebruik worden genomen.
In 2021 registreerde en handelde het NVWA Incidenten- en Crisiscentrum (NVIC) 1.811 meldingen af van aangifte- of bestrijdingsplichtige dierziekten en zoönosen. Het ging onder meer om veel jaarlijks terugkerende dierziekten zoals psittacose, brucellose, runderleukose, rundertuberculose, rabiës en blauwtong, maar ook COVID-19. Ook kregen we te maken met de afhandeling van:
Uitbraken van het hoogpathogene vogelgriepvirus (H5N8 en H5N1) bij pluimvee in de veehouderijsector. We hebben 20 bedrijven geruimd (inclusief preventieve ruimingen) en bedrijven in de nabije omgeving van de besmette bedrijven gescreend om verdere verspreiding van het vogelgriepvirus te voorkomen.
Besmetting met zoönotische salmonella in de pluimveesector. In 2021 stelden we op 4 vermeerderingsbedrijven, in 6 stallen een besmetting vast. De kippen uit deze stallen zijn getaxeerd en vervroegd geslacht. De broedeieren worden industrieel verwerkt met verhitting, of vernietigd. Daarnaast stelden we op 22 legpluimveebedrijven in 33 stallen een besmetting vast. De eieren uit de betreffende stallen mogen niet meer worden verkocht als tafel-ei, maar alleen voor industriële verwerking met verhitting. Het COKZ houdt hier toezicht op.
Voor meldingsplichtige dierziekten en non-alimentaire zoönosen (zoals Q-koorts, vogelgriep, en runderleukose) bestaan verschillende monitoringsprogramma's. Daarin staan verplichtingen voor veehouders, zoals het insturen van monsters en het melden van verdenkingen van besmettingen. De NVWA ziet erop toe dat zij deze verplichtingen naleven. Deze werkzaamheden hebben we volgens de afspraken voor 2021 uitgevoerd.
We hebben de aanpak van zoönotische salmonella verder verbeterd. Dit hebben we gedaan door middel van audits bij erkende laboratoria (voor detectie van zoönotische salmonella) en inspecties op de monitorings- en registratieverplichtingen voor pluimveehouders.
We hebben veel aandacht besteed aan toezicht op de naleving van de regels rond vogelgriep-uitbraken.
We hebben de vereiste aantallen fysieke inspecties voor het Identificatie- & Registratiesysteem rund (I&R rund) en I&R schaap/geit, mede vanwege capaciteitsgebrek, niet gehaald. We hebben in Europees verband inzet geleverd om de verplichte aantallen te mogen verlagen, maar dat is niet gelukt.
Punt van aandacht is de te lange doorlooptijd van inspecties; in 2021 hebben we de oorzaken hiervan geanalyseerd. De analyseresultaten moeten in 2022 leiden tot efficiëntere inspecties.
We hebben hiervoor verschillende trajecten opgestart, zoals:
een 'naleefmeting' bij legbedrijven, als onderdeel van de I&R pluimvee;
inspecties op de monitoring van zoönotische salmonella;
een project rond Q-koorts;
5 audits bij salmonellalaboratoria, die we in het eerste kwartaal van 2022 hebben afgerond.