Wratziekte in mijn groentetuin
Teelt u aardappelen voor eigen gebruik in uw tuin, moestuin of volkstuin? Kijk dan uit voor wratziekte. Probeer te voorkomen dat deze schadelijke ziekte uw aardappelplanten aantast, en zich vanuit uw groentetuin kan verspreiden door Nederland. Lees welke voorzorgsmaatregelen u als hobbytuinder kunt nemen en wat u moet doen als u symptomen van wratziekte ziet.
Symptomen van wratziekte
Wratziekte tast aardappelen en aardappelplanten aan. Door de ziekte ontstaan wratachtige woekeringen op de planten en knollen. Lees hoe u aardappelwratziekte kunt herkennen.
In volkstuinen kunnen ook tomatenplanten door wratziekte worden besmet. Dit gebeurt alleen via de wortels. Op tomatenplanten worden geen wratten gevormd, waardoor de ziekte niet wordt opgemerkt. Als tomatenplanten met wratziekte zijn geïnfecteerd, worden rustsporen in de wortels gevormd. Daarom is het verstandig om wortels van tomatenplanten in de container voor restafval af te voeren.
Zijn aardappelen met wratziekte nog eetbaar?
Aardappelen met wratten zien er niet erg aantrekkelijk uit, maar u kunt ze nog wel eten. Mogelijk zijn ze wel minder smakelijk of voedzaam.
Teeltadvies voor hobbytuinders
Gebruik resistente aardappelrassen
Er zijn aardappelrassen die resistent zijn voor aardappelziekte. Dit betekent dat er geen symptomen ontstaan. Door te kiezen voor aardappelrassen die (deels) resistent zijn, vermindert u het risico op wratziekte. Dit is vooral belangrijk als uw tuin in het oosten van Nederland ligt, omdat daar wratziekte voorkomt.
- Ligt uw tuin in Zuidoost-Nederland? Kies dan aardappelrassen die (deels) resistent zijn voor fysio 1 (type wratziekte).
- Ligt uw tuin in Noordoost-Nederland? Kies dan aardappelrassen die (deels) resistent zijn voor fysio’s 2, 6 en 18 (typen wratziekte).
Gebruik vroege aardappelrassen
Vroege aardappelrassen worden ongeveer 3 maanden na het poten gerooid, meestal in juni of juli. Voorbeelden van dit soort rassen zijn Frieslander, Doré en Première. Late aardappelrassen als Bintjes en Eigenheimers worden meestal in september gerooid.
Er zijn aanwijzingen dat op vroege aardappelrassen minder vaak symptomen van wratziekte voorkomen dan op later afrijpende rassen. Ligt uw tuin in een gebied waarvan bekend is dat er wratziekte voorkomt? Dan raden we u aan om vroege rassen te telen.
Verspreiding voorkomen
Wratziekte wordt veroorzaakt door een schimmel. De sporen van deze schimmel kunnen lange tijd (tientallen jaren) overleven. Daardoor kan de schimmel zich ongemerkt verspreiden. Mogelijk is uw tuin al besmet zonder dat u dit weet.
Voorkom dat u de ziekte verder verspreidt. U kunt een aantal voorzorgsmaatregelen nemen:
Pootgoed
Wratziekte kan worden verspreid via (poot)aardappelen en (aanhangende) grond.
- Gebruik goedgekeurd (gecertificeerd) pootgoed om introductie via pootgoed te voorkomen.
- Wilt u eigen pootgoed vermeerderen? Vermeerder aangekocht pootgoed dan slechts éénmaal. Gebruik het daarna voor consumptieteelt. Controleer uw eigen pootgoed op aanwezigheid van wratachtige structuren. Is er sprake van wratziekte? Gebruik deze aardappelen dan niet als pootgoed.
Grond
Wratziekte kan worden verspreid door het verplaatsen van grond die besmet is met de schimmel. Wratziekte is een bodemgebonden ziekte.
- Voorkom stuiven van de grond.
- Verwijder de grond van materialen en gereedschappen.
- Zorg dat grond op de tuin blijft door ter plaatse het zand van de wortels af te slaan.
Er zijn meer plantziekten die verspreid kunnen worden via het verplaatsen van grond. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor aardappelmoeheid.
Tuinafval
Wratziekte kan verspreid worden via restmateriaal van besmette planten. De rustsporen van wratziekte zijn bestand tegen hoge temperaturen, waardoor ze composteringsprocessen overleven.
- Voer gewasresten van aardappel en tomaat af via de afvalcontainer voor restafval.
- Composteer voor gebruik in uw tuin geen resten van aardappelgewassen en tomaten.
Oppervlaktewater
Waarschijnlijk kan wratziekte ook verspreid worden via oppervlaktewater. Onderzoek laat zien dat de rustsporen lange tijd vitaal blijven onder water.
- Gebruik voor uw tuin liefst water uit een bron. Is dit niet mogelijk? Gebruik dan leidingwater. Slootwater kan besmet zijn.
- Teel geen aardappelen op plekken waar slib vanuit een sloot is gestort.
Dierlijke mest
Wratziekte kan worden verspreid via mest. De rustsporen passeren het maagdarmkanaal van herkauwers en paarden zonder enige schade.
- Gebruikt u dierlijke mest? Controleer dan eerst of de betreffende dieren niet zijn gevoerd met rauwe aardappelen.
Wratziekte melden
Herkent u symptomen van wratziekte op uw planten? Meld dit dan direct bij de NVWA. Wij helpen u om verdere verspreiding van deze schadelijke ziekte te voorkomen.
Wat gebeurt er als ik een melding doe?
Als wij een melding over uw tuin krijgen, neemt een van onze inspecteurs contact met u op. De inspecteur komt langs en neemt een monster van planten met symptomen van wratziekte.
We verzegelen het monster en sturen dit in naar het Nederlands Instituut voor Vectoren, Invasieve planten en Plantgezondheid (NIVIP). Daar vindt onderzoek plaats op aanwezigheid van wratziekte.
De inspecteur is uw eerste contactpersoon. Hij of zij legt uit wat er verder gaat gebeuren en hoe u contact kunt opnemen. De uitslag van het onderzoek ontvangt u binnen enkele dagen van de inspecteur.
Wratziekte in mijn tuin, wat nu?
Blijkt uit onderzoek dat uw tuin besmet is met wratziekte? Dan bespreekt de inspecteur met u welke maatregelen u moet nemen om verspreiding van de ziekte te voorkomen. Het is erg belangrijk dat u deze maatregelen opvolgt. Daarmee draagt u bij aan een gezonde aardappelteelt in het omliggende gebied.
De inspecteur probeert ook de oorzaak van de besmetting te achterhalen, en stelt u daarom veel vragen.
Wat moet ik met de besmette aardappelen doen?
Professionele aardappeltelers moeten besmette aardappelen op een veilige manier vernietigen. Voor u geldt dit niet. U mag de aardappelen nog gebruiken voor eigen consumptie.
Wat moet ik met de besmette planten doen?
De plantenresten moet u via de afvalcontainer voor restafval afvoeren.
- Resten van aardappelplanten en knollen mag u niet bij het groente-, fruit- en tuinafval (gft) doen. En ook niet bij uw composthoop. De schimmelsporen overleven de compostering.
- U mag de knollen niet aan herkauwers of paarden voeren. De schimmelsporen komen dan in de mest terecht.
Kan ik mijn groentetuin nog gebruiken?
Het is afhankelijk van de situatie wat de gevolgen voor uw groentetuin zijn. Meestal kunt u uw tuin gewoon blijven gebruiken. Realiseer u dat de schimmel die wratziekte veroorzaakt nog jarenlang aanwezig is. Daarom kunt u beter geen aardappelen meer telen. Wilt u dat toch? Gebruik dan aardappelen die resistent zijn.
Voorkom ook dat u de ziekte verder verspreidt. Hierboven hebben we al aangegeven welke voorzorgsmaatregelen u kunt nemen.
Voor professionele aardappeltelers gelden veel strengere maatregelen. Zij mogen hun terrein minstens 20 jaar niet gebruiken als er wratziekte is aangetoond. Bij tuinen van particuliere aardappeltelers is zo’n strenge aanpak meestal niet nodig. Als de tuin in een gebied ligt waar al wratziekte voorkomt, is het effect van de maatregelen te klein ten opzichte van verspreiding via de professionele teelt.