Maatregelen tegen rabiës
Is een dier in Nederland mogelijk besmet met rabiës (hondsdolheid)? Dan moet u zo snel mogelijk uw dierenarts en de NVWA waarschuwen. Wij doen dan onderzoek. Het kan nodig zijn om het dier te doden. Deze maatregel helpt verdere verspreiding te voorkomen.
Maatregelen bij een verdenking
Vermoedt u dat een dier rabiës heeft? Dan bent u verplicht dit bij ons te melden. Dit kan via het telefoonnummer 045-546 31 88. Deze meldplicht geldt voor iedereen, dus ook voor dierenartsen en GGD-medewerkers. Ook een laboratorium moet het melden als een testuitslag op rabiës wijst.
Onderzoek na melding
Onze dierenarts neemt contact op met de melder. De dierenarts vertelt wat er moet gebeuren. Wij laten onderzoeken of het dier echt rabiës kan hebben. Bijvoorbeeld door een dierenarts om een beoordeling te vragen. Als eigenaar van het dier bent u verplicht om mee te werken aan het onderzoek. Ook moet het dier in quarantaine: het mag niet in contact komen met andere dieren of mensen.
Is er sprake van besmettingsgevaar door contact met een vleermuis? Dan wordt deze voor onderzoek naar het onderzoeksinstituut Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) gebracht.
Officiële verdenking
Lijkt het na uitgebreid onderzoek en observatie inderdaad waarschijnlijk dat het dier rabiës heeft? Helaas bestaat er geen test om bij een levend dier vast te stellen of dit echt zo is. Daarom moet het dier gedood worden. Dit wordt gedaan door de dierenarts. Deze ingrijpende maatregel is noodzakelijk om te voorkomen dat het dier de ziekte overdraagt op andere dieren of op mensen.
Vleermuizen behoren tot de beschermde diersoorten. Daarom mogen ze alleen door dierenartsen gedood worden bij een officiële verdenking op rabiës.
Wij laten de hersenen van het dode dier onderzoeken in een speciaal daarvoor ingericht laboratorium.
Maatregelen bij besmetting
De eerste resultaten van het onderzoek zijn meestal binnen 24 uur bekend. Wij geven de uitslag direct aan u door. Blijkt het dier inderdaad besmet te zijn? Dan brengen we ook de GGD op de hoogte en volgt contactonderzoek. Uit het contactonderzoek blijkt misschien dat er nog meer dieren gedood of in quarantaine geplaatst moeten worden, of dat mensen behandeld moeten worden. Dit is nodig om verdere verspreiding te voorkomen.
Kijk voor informatie over de algemene werkwijze van de NVWA bij de bestrijding van dierziekten op de pagina Dierziekten.
Contactonderzoek
- contactonderzoek bij dieren
Wij onderzoeken welke dieren mogelijk in contact zijn geweest met het zieke dier. Dieren die gevaccineerd zijn tegen rabiës krijgen nog een vaccinatie. Andere dieren moeten 6 maanden in officiële quarantaine of worden gedood. Dit hangt af van de situatie. - contactonderzoek bij mensen
De GGD gaat na welke contacten er zijn geweest tussen het besmette dier en mensen. Het contactonderzoek wordt uitgevoerd in overleg met het Landelijk Coördinatiecentrum Infectieziekten (LCI).
Kosten
U hoeft niet te betalen voor het laboratoriumonderzoek. De kosten voor quarantaine zijn wel voor rekening van de eigenaar van het dier. De kosten voor de dierenarts meestal ook, maar dat hangt van de situatie af.
Heeft u zelf medische hulp nodig na een beet, lik of krab van een dier dat mogelijk besmet is? De kosten krijgt u vergoed via de zorgverzekering. Hierbij geldt wel het eigen risico.