Ringrot en bedrijfshygiëne

De vondsten van ringrot in de afgelopen jaren in Nederlandse aardappelen hebben opnieuw de risico's aangetoond van ongeziene verspreiding van ringrot door contactbesmettingen via kisten en andere materialen.

Alle machines en opslagvoorzieningen die in contact komen met aardappelen en deze kunnen beschadigen, kunnen zorgen voor overdracht van de ringrot bacterie. De overdracht vindt plaats via ingedroogd slijm waarin de ringrot bacterie aanwezig is. Langdurige overleving is mogelijk. In ieder geval enkele maanden, maar overleving gedurende meerdere jaren is mogelijk nadat een oppervlak besmet is geraakt na contact met een besmette aardappel. Langdurige overleving is met name goed mogelijk op houten oppervlakten.

Detectie

Als een partij pootaardappelen besmet is geraakt met de ringrot bacterie, kan het een aantal jaren duren totdat de besmetting aangetoond wordt in de reguliere integrale toetsing van pootaardappelen. Na besmetting kan het een aantal jaren duren totdat de besmetting zodanig is opgebouwd en is verspreid in de partij, dat er een besmette knol in het monster terecht komt. Bij een verdenking van ringrot neemt de NVWA extra monsters van klonaal verwante partijen en andere partijen, die in contact kunnen zijn geweest met de besmette partij. De besmetting blijkt dan vaak in meerdere partijen aanwezig te zijn. De NVWA houdt er rekening mee dat een kleine besmetting onontdekt kan blijven.

Risicobronnen

Het grootste risico voor verspreiding van ringrot ontstaat door contact tussen partijen pootgoed en materialen, die in contact zijn geweest met consumptieaardappelen van onbekende herkomst. De combinatie van pootaardappelteelt en pootaardappelverwerking en dienstverlening voor derden voor de consumptieaardappelteelt en consumptieaardappelverwerking is zeer riskant. Bij deze combinatie komen partijen consumptieaardappelen van uiteenlopende herkomsten indirect via materialen in contact met pootaardappelen. De ervaring leert dat dit risico het grootst is bij:

  • Transport van pootaardappelen in bulkwagens, waarmee ook consumptieaardappelen worden vervoerd.
  • Opslag en sorteerwerkzaamheden van consumptieaardappelen op bedrijven waar ook pootaardappelen worden opgeslagen en verwerkt. Vooral het gebruik van dezelfde kisten voor opslag van pootaardappelen en consumptieaardappelen is zeer risicovol.

Een bijzonder risico is het snijden van pootgoed. De ringrot bacterie kan zich dan nog makkelijker verspreiden binnen de partij en tussen partijen. Ook hier vormt de opslag van gesneden aardappelen in kisten een belangrijk aandachtspunt. De NVWA raadt het snijden van pootaardappelen af. In combinatie met pootaardappelteelt vormt snijden een heel groot risico.

Voor reiniging van bulkwagens heeft de NAO een 'transportprotocol' bindend opgelegd aan de leden.

Voor het centraal sorteren is tussen sector organisaties gewerkt aan een hygiëneprotocol.

Zoals al genoemd zijn de risico's het grootst bij contacten met bedrijven die machines, kisten en andere materialen. gebruiken voor consumptieaardappelen van onbekende herkomst. Risico's van introductie en verspreiding van ringrot nemen vooral toe bij: opslag pootgoed bij derden in kisten van dit bedrijf, gebruik van fust van derden, eigen kisten die buiten het bedrijf zijn geweest en sorteren bij derden.

De NVWA adviseert pootgoedtelers om op systematische wijze machines, opslagvoorzieningen en andere hulpmiddelen te ontsmetten. Nadere informatie staat beschreven in het document 'Ontsmettingsmaatregelen ringrot preventief'.

Meer informatie

Ontsmettingsmaatregelen ringrot preventief