Bufferzones bacterievuur
In bufferzones inspecteert Naktuinbouw extra op bacterievuur-aantastingen. Waardplanten van bacterievuur die binnen de bufferzone zijn geteeld en vrij zijn van bacterievuur mag u verhandelen.
Code op plantenpaspoort voor handel
Planten die vrij zijn van bacterievuur kunnen een PZ-ERWIAM-code krijgen op het plantenpaspoort. Voor meer informatie over plantenpaspoorten en PZ-plantenpaspoort kunt u contact opnemen met Naktuinbouw.
Bestrijding bacterievuur in bufferzones verplicht
Bestrijding van aantastingen met bacterievuur is binnen bufferzones verplicht. Als uw perceel of tuin binnen de bufferzones ligt, moet u bacterievuur bestrijden. U moet aangetaste planten en struiken zo spoedig mogelijk volledig verwijderen en vernietigen.
Hoe verwijdert u aangetaste bomen of struiken?
Aangetaste planten en struiken moet u zo snel mogelijk verwijderen. Dat geldt niet alleen voor het bovengrondse gedeelte, maar u moet ook de stronk of stobbe vernietigen. Een stobbe is het deel dat blijft zitten als u de boom of struik net boven de grond afzaagt.
Hoe vernietigt u zieke bomen of struiken?
- Verwijder de zieke delen van de plant, inclusief de wortels.
- Verplaats dit materiaal niet en laat het eerst minimaal een dag goed indrogen.
- Voer het materiaal af als groenafval als het helemaal droog is.
Werken met en vervoeren van aangetast materiaal moet u op hygiënisch verantwoorde manier doen. Maak gebruikt materiaal zoals transportmiddelen goed schoon met bijvoorbeeld een stoomcleaner of hogedrukspuit. Gereedschap maakt u schoon door dit te borstelen met bijvoorbeeld brandspiritus, alcohol van minimaal 70% of chloor.
Soorten die u niet mag aanplanten in bufferzone
U mag een aantal planten die gevoelig zijn voor bacterievuur niet nieuw aanplanten in de bufferzone. Het gaat om planten:
- Cotoneaster floccosus
- Cotoneaster salicifolius
- Cotoneaster watereri en de daartoe behorende cultivars
- Photinia davidiana
Ook de volgende meidoornsoorten mag u niet nieuw aanplanten:
- Crataegus calycina (koraalmeidoorn)
- Crataegus laevigata (tweestijlige meidoorn)
- Crataegus monogyna (eenstijlige meidoorn) met uitzondering van de cultivars
Uitzonderingsgebieden binnen bufferzones voor meidoorn
Binnen de bufferzones zijn een aantal uitzonderingsgebieden waarin meidoorns een landschappelijk bepalende rol spelen. Meidoorns kunnen daar in natuurgebieden en op landgoederen behouden blijven als ze zijn aangetast met bacterievuur. In de gebieden gelden soepelere regels voor bacterievuur. Deze uitzonderingsgebieden hebben een blauwe kleur op de bufferzonekaarten.
Bestrijding bacterievuur in de uitzonderingsgebieden
In de uitzonderingsgebieden mag u als perceelhouder de volgende meidoornsoorten aanplanten:
- Crataegus calycina (koraalmeidoorn)
- Crataegus laevigata (tweestijlige meidoorn)
- Crataegus monogyna (eenstijlige meidoorn)
Zijn de wilde meidoorns van deze soorten aangetast met bacterievuur op uw perceel? Dan hoeft u ze niet compleet te vernietigen. U moet dan alleen de aangetaste delen van deze meidoornsoorten ruim verwijderen. U hoeft niet de stobben (stronken) te verwijderen.
Let op: u moet wel controleren of er geen aangetaste uitgroei uit deze stobbe komt. Als de uitgroei ziek blijkt te zijn, dan moet u de uitgroei direct vernietigen, en alsnog de stobben helemaal doden of verwijderen.
Bestrijding buiten de bufferzones
Buiten de bufferzones is bestrijding niet verplicht, maar wordt bestrijding wel aangeraden om het risico voor telers, boomkwekers en de groene ruimte te verminderen. Hoe u dat doet, leest u hierboven bij Bestrijding bacterievuur in bufferzones verplicht. Buiten de bufferzones kunt u de wortels van een aangetaste plant echter laten zitten.