Hoe NVWA Oost-Aziatische boktor bestrijdt
Ondanks de strenge controles bij import en op kwekerijen, wordt er soms toch nog een Oost-Aziatische boktor (Anoplophora chinensis) gevonden in het particuliere en openbare groen. Als de Oost-Aziatische boktor ergens is aangetroffen, neemt de NVWA de volgende bestrijdingsmaatregelen om verspreiding te voorkomen:
- Zone 0-100 meter:
- Inspectie van loofbomen en struiken op tekenen van de boktor.
- Zone tot 2 kilometer:
- In een straal van 2 kilometer geldt een zogeheten bufferzone. Bedrijven binnen deze bufferzone mogen geen planten en bomen in de handel brengen die gevoelig zijn voor aantasting door de boktor, voordat er op het bedrijf een intensieve inspectie is uitgevoerd op aanwezigheid van de boktor. Deze bufferzone geldt voor minimaal 4 jaar. Planten die de EU heeft aangewezen als waardplanten , mogen tijdens deze periode uit de bufferzone alleen worden verhandeld met een plantenpaspoort.
Als het de Oost-Aziatische boktor eenmaal lukt zich in Nederland te handhaven zal het zeer moeilijk, zo niet onmogelijk, zijn deze uit te roeien. Belangrijke redenen hiervoor zijn de ontwikkeling van de larven diep binnenin de boom, waardoor ze goed beschermd zijn. En dat bij het zien van symptomen (uitvlieggaten), de kever zich al weer verder kon verspreiden. De bestrijdingsaanpak is dan ook gebaseerd op het verwijderen van aangetaste en mogelijk aangetaste bomen, en het regelmatig inspecteren van de omgeving. Verder is de aanpak gericht op het voorkomen dat vanuit een aangetast gebied besmette planten verhandeld worden. Bij elke vondst moet de situatie opnieuw worden bekeken om binnen het Europese kader te bezien welke maatregelen nodig en mogelijk zijn.
Meer informatie: