Inspectieresultaten gebruik van gewasbeschermingsmiddelen 2021

Voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen bestaan wettelijke regels. De NVWA houdt hier toezicht op. We inspecteren bij land- en tuinbouwbedrijven en andere professionele gebruikers. In 2021 voerden we 801 inspecties uit.

In het kort

Bij onze inspecties controleren we of bedrijven zich aan de wettelijke regels voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen houden en of ze op de juiste wijze worden toegepast. Die regels staan onder meer in de Verordening (EG) nr. 1107/2009 , Richtlijn duurzaam gebruik 2009/128/EG  en Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden.

In 2021 voerden we in totaal 801 inspecties uit bij gebruikers van gewasbeschermingsmiddelen. De meeste controles zijn bij land- en tuinbouwbedrijven uitgevoerd. Verder waren er ook inspecties bij andere professionele gebruikers en bij particulieren. Wij voerden de volgende inspecties uit:

  • 153 toepassingsinspecties
    Dit zijn inspecties in het veld op het moment dat er gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt.
  • 648 bedrijfsinspecties
    Dit zijn inspecties op het bedrijf. We controleren onder meer de administratieve gegevens en kunnen ook monsters nemen om deze in het laboratorium te laten onderzoeken.

Van de 801 inspecties waren er 580 akkoord en 221 niet akkoord.

Inspectieresultaten en maatregelen

In 2021 voerden we inspecties uit bij verschillende soorten telers:

  • land- en tuinbouwbedrijven, waaronder akkerbouwers, bloembollentelers en fruittelers
  • land- en tuinbouwbedrijven die Europese subsidies krijgen
    Wij voeren cross compliance inspecties uit in opdracht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) om te controleren of telers zich aan de randvoorwaarden voor deze subsidies houden.
  • andere professionele gebruikers, waaronder industriële gebruikers en loonwerkers
  • overige gebruikers
    Hierbij gaat het om inspecties naar aanleiding van  meldingen bij andere doelgroepen dan hierboven genoemd.

In de tabel staat hoe groot de verschillende groepen zijn, hoeveel inspecties wij hebben uitgevoerd en bij hoeveel inspecties wij overtredingen constateerden.

soort bedrijf aantal bedrijven (omvang groep) aantal inspecties aantal inspecties met overtredingen
Land- en tuinbouwbedrijven 52.100 507 205
Inspecties cross compliance 44.575 243 5
Andere professionele gebruikers niet bekend 19 10
Overige gebruikers niet bekend 32 1
Totaal niet bekend 801 221

Hoe hebben we gehandhaafd?

Wij hebben gehandhaafd volgens ons interventiebeleid. Dit leidde tot de volgende vervolgacties of sanctiemaatregelen:

  • 30 keer hebben wij een mondelinge mededeling gedaan.
  • 61 keer hebben wij een schriftelijke waarschuwing gegeven.
  • 125 keer hebben wij een rapport van bevindingen opgemaakt, waarna  een boete of andere maatregel wordt opgelegd.
  • 5 overtredingen vielen onder het strafrecht. Hiervoor hebben wij processen-verbaal opgesteld. Deze hebben we naar het Openbaar Ministerie gestuurd, die de zaken dan verder afhandelt.
soort bedrijf mondelinge mededeling schriftelijke waarschuwing rapport van bevindingen proces-verbaal
Land- en tuinbouwbedrijven 28 58 114 5
Inspectie cross compliance 1 1 3 0
Andere professionele gebruikers 1 1 8 0
Overige gebruikers 0 1 0 0
totaal 30 61 125 5

Bij sommige inspecties zagen we meerdere overtredingen. We noemen hier alleen de zwaarste maatregel. Als er bij een inspectie met 2 overtredingen bijvoorbeeld een rapport van bevindingen en een schriftelijke waarschuwing zijn opgelegd, staat hier alleen het rapport van bevindingen vermeld.

Meer informatie

Hieronder gaan we uitgebreider in op onze bevindingen bij de verschillende groepen.

Inspectieresultaten land- en tuinbouwbedrijven

De meeste inspecties bij land- en tuinbouwbedrijven voerden we uit als onderdeel van een project of als toepassingsinspectie. Daarnaast voerden we inspecties uit naar aanleiding van meldingen, signalen of bevindingen uit andere inspecties.

In 2021 voerden we in totaal 507 uit bij verschillende soorten land- en tuinbouwbedrijven. Hierbij ging het om 153 toepassingsinspecties en 354 bedrijfsinspecties. Bij 205 bedrijven constateerden wij 1 of meerdere overtredingen.

soort land- en tuinbouwbedrijf aantal bedrijven (omvang groep) aantal inspecties aantal inspecties met overtredingen
akkerbouw 13.080 11 7
bloembollen 1.580 51 9
fruit onbedekt 2.670 140 70
fruit onder glas 120 2 0
vollegrondgroenten 8.470 5 1
groenten onder glas 1.240 58 20
veehouderij 41.930 3 1
sierteelt onbedekt 3.920 6 3
sierteelt onder glas 2.530 78 48
toepassingsinspecties - 153 46
totaal 52.100 507 205

In de tabel hieronder staat hoe wij hebben gehandhaafd.

soort land- en tuinbouwbedrijf mondelinge mededeling schriftelijke waarschuwing rapport van bevindingen proces-verbaal
akkerbouw 2 3 2 0
bloembollen 3 2 4 0
fruit onbedekt 10 22 35 3
fruit onder glas 0 0 0 0
vollegrondgroenten 0 1 0 0
groenten onder glas 6 8 6 0
veehouderij 0 0 1 0
sierteelt onbedekt 0 1 1 1
sierteelt onder glas 1 16 30 1
toepassingsinspecties 6 5 35 0
totaal 28 58 114 5

Bij 28 bedrijven ging het om een kleine overtreding en konden we volstaan met een mondelinge mededeling. Als we deze kleine overtredingen buiten beschouwing laten, hielden 330 bedrijven zich aan de wet- en regelgeving voor gewasbeschermingsmiddelen. Dit is een percentage van 65%.

Deze resultaten zijn niet representatief voor de hele groep. Een deel van de inspecties was risicogericht: deze vonden plaats bij bedrijven waar meer risico was op een overtreding. Ook vonden inspecties plaats omdat we een overtreding vermoedden, of omdat we een melding of ander signaal kregen.

Hieronder gaan we kort in op enkele bijzonderheden bij de inspecties.

Bloembollen: gewasbeschermingsmiddelen met azolen

Door het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen die azolen bevatten, kan de schimmel Aspergillus fumigatus resistent worden. Dit leidt tot een verminderde effectiviteit van de medicinale azolen tegen de resistente Aspergillus fumigatus, waardoor longinfecties minder goed te behandelen zijn.

Om dit te voorkomen heeft het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) voorschriften opgesteld voor de verwerking en opslag van organisch restmateriaal in de bloembollen- en bolbloementeelt. Bloembollentelers moeten werken volgens het protocol ‘Verwerking organisch restmateriaal bloembol- en bloemknolgewassen’  van het Ctgb.  Dit protocol is onderdeel van het Wettelijk Gebruiksvoorschrift van azolenbevattende gewasbeschermingsmiddelen.

In augustus en december 2021 hebben we controles uitgevoerd bij 12 bedrijven die tulpenbollen telen en 16 bedrijven die leliebollen telen. We controleerden of deze bedrijven zich aan het protocol hielden. Hierbij bleek dat de voorschriften slecht werden nageleefd. Geen enkel bedrijf voldeed aan alle voorschriften.

Het jaar 2021 was een overgangsjaar (in verband met de opgebruiktermijn van de wettelijke gebruiksvoorschriften waarin het protocol nog niet was opgenomen). Er werd in dit jaar onderzoek gedaan naar de effectiviteit en de uitvoerbaarheid van de voorschriften. Vanwege de overgangsperiode hebben we niet handhavend opgetreden. 

De NVWA beoordeelde de handhaafbaarheid van de voorschriften uit het azolen-protocol als matig tot slecht door de beperkte mogelijkheden voor het kunnen uitoefenen van toezicht en de verwachte lage naleving door de teler. De NVWA heeft de resultaten en aanbevelingen met het Ctgb gedeeld. Het Ctgb heeft het protocol inmiddels ingetrokken.

Bloembollen: bloembolontsmetting

We voerden 7 inspecties uit op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen als bloembolontsmetting. We zagen geen overtredingen op dit gebied. Wel constateerden we bij 3 van deze 7 bedrijven andere kleine overtredingen. Deze hebben we afgedaan met 2 schriftelijke waarschuwingen en 1 mondelinge mededeling.

Fruitteelt onbedekt: project Fruitteelt onbedekt 2021

Binnen het project ‘Fruitteelt onbedekt 2021’ voerden we 132 inspecties uit bij telers van fruitgewassen. We keken naar het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de teelt van grootfruit (zoals appels, peren, pruimen en kersen) en kleinfruit (zoals bessen, bramen, frambozen, druiven en aardbeien).

57% van deze inspecties was akkoord. De resultaten kunnen we zo uitsplitsen:

  • Bij bedrijven met grootfruit was 61% van de inspecties akkoord.
  • Bij bedrijven met kleinfruit was 52% van de inspecties akkoord.
  • Bij bedrijven met een mix van groot- en kleinfruit was 38% van de inspecties akkoord.

Overtredingen

43% van de inspecties was niet akkoord. Hierbij zagen we verschillende soorten overtredingen. Bij 45 inspecties ging het om onjuist gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, zoals:

  • niet voldoen aan de voorschriften om drift (verwaaiing) te verminderen
  • gebruik van niet (in de teelt) toegelaten middelen
  • gebruik van te hoge doseringen
  • te vaak toepassen van een middel
  • te korte interval tussen toepassingen

Daarnaast kwamen deze overtredingen voor:

  • Bij 14 inspecties was de voorraad gewasbescherming niet akkoord.
  • 9 bedrijven hielden zich niet aan de administratieve voorschriften voor professionele gebruikers.
  • 8 bedrijven hielden zich niet aan de keuringsplicht voor toedieningsapparatuur.
  • 7 inspecties waren niet akkoord wat betreft de zorgplicht.
  • Bij 6 inspecties werd niet voldaan aan het Activiteitenbesluit milieubeheer.
  • Bij 4 inspecties was er geen bewijs van vakbekwaamheid of het verkeerde bewijs van vakbekwaamheid.

Bij 2 inspecties was de gewasbeschermingsmonitor niet akkoord.

Maatregelen

Voor deze overtredingen hebben wij de volgende maatregelen opgelegd:

  • Bij 3 bedrijven hebben wij een proces-verbaal opgemaakt.
  • Bij 33 bedrijven hebben wij een rapport van bevindingen opgemaakt.
  • 20 bedrijven kregen een schriftelijke waarschuwing.
  • 10 bedrijven kregen een mondelinge mededeling.

Fruitteelt onbedekt: vrijstelling op basis van artikel 38 Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden

In de fruitteelt zijn  een aantal vrijstellingen verleend op basis van artikel 38 Wgb. Aan een vrijstelling zijn voorwaarden verbonden. Zo moeten bedrijven met een vrijstelling maatregelen nemen tegen drift (verwaaiing) van het betreffende middel. Deze maatregelen zijn ter bescherming van waterorganismen, bijen en andere insecten.

Bij 40 bedrijven hebben wij gecontroleerd of ze zich aan de voorwaarden van de vrijgestelde middelen hielden. Op 17 bedrijven werd het middel niet volgens de voorschriften gebruikt. Zij voldeden niet aan de voorgeschreven maatregelen om drift te verminderen. Op 3 bedrijven kon een juist gebruik niet meer worden vastgesteld.

Groententeelt onder glas: project Groententeelt bedekt 2021

Binnen het project ‘Groententeelt bedekt 2021’ voerden we 51 inspecties uit bij telers van groentegewassen in kassen. We hebben inspecties uitgevoerd in de teelt van verschillende groentegewassen, zoals bladgewassen, koolgewassen en vruchtgroenten.

Overtredingen

Bij 17 bedrijven constateerden we 1 of meerdere overtredingen. Hierbij ging het vooral om het onjuist gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.

  • 5 bedrijven gebruikten de middelen vaker of in een hogere dosering dan is voorgeschreven in het wettelijk gebruiksvoorschrift.
  • 4 bedrijven gebruikten middelen die niet zijn toegelaten voor de teelt van het door hun geteelde groentegewas.
  • 1 bedrijf gebruikte een middelen die niet zijn toegelaten voor de teelt van het door hun geteelde  groentegewas én een middel dat helemaal niet meer is toegelaten.

Daarnaast zagen we andere overtredingen. Sommige bedrijven hielden zich niet aan de administratieve voorschriften of hadden nog middelen op voorraad die niet meer toegelaten waren.

Maatregelen

Voor deze overtredingen hebben wij de volgende maatregelen opgelegd:

  • Bij 6 bedrijven hebben wij een rapport van bevindingen opgemaakt.
  • 7 bedrijven kregen een schriftelijke waarschuwing.
  • 4 bedrijven kregen een mondelinge mededeling.

Sierteelt onder glas: project Sierteelt bedekt 2021

Binnen het project ‘Sierteelt bedekt 2021’ voerden we 62 inspecties uit bij telers van enkele specifieke sierteeltgewassen in kassen. Het ging om risicogerichte inspecties. Dat betekent dat we controleerden bij bedrijven of teelten  waar meer risico op overtredingen verwacht werd.

Overtredingen

Bij 35 bedrijven constateerden we 1 of meerdere overtredingen. Hierbij ging het vooral om:

  • gebruik van niet in Nederland toegelaten gewasbeschermingsmiddelen of werkzame stoffen
  • gebruik van niet in de teelt toegelaten gewasbeschermingsmiddelen
  • middelen vaker of in een hogere dosering gebruiken dan in de toepassingsvoorwaarden staat

Daarnaast zagen we andere overtredingen. Sommige bedrijven hielden zich niet aan de administratieve voorschriften of hadden nog middelen op voorraad die niet meer toegelaten waren.

Maatregelen

Voor deze overtredingen hebben wij de volgende maatregelen opgelegd:

  • Bij 23 bedrijven hebben wij een rapport van bevindingen opgemaakt.
  • 11 bedrijven kregen een schriftelijke waarschuwing.
  • 1 bedrijf kregen een mondelinge mededeling.

Sierteelt onder glas: niet-nalevers

Wij voerden 13 inspecties uit bij siertelers die de periode 2018 - 2020 beboet waren omdat ze niet (in de teelt) toegelaten middelen gebruikten. Bij 11 bedrijven constateerden we opnieuw overtredingen voor het onjuist gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Hiervan zijn er 4 afgedaan met een schriftelijke waarschuwing. Bij de andere 7 bedrijven hebben we een rapport van bevindingen opgesteld. Dit kan tot een nieuwe boete leiden.

Daarnaast hebben we 5 van deze 7 bedrijven een last onder dwangsom opgelegd (met een termijn van 3 jaar) om te voorkomen dat ze opnieuw de fout in gaan.

Sierteelt onder glas: algemeen

In totaal hebben we 75 inspecties uitgevoerd bij telers van sierteeltgewassen onder glas. Deze inspecties vonden plaats in het kader van 2 projecten:

  • project ‘Sierteelt bedekt 2021’ (zie hierboven)
  • niet-nalevers (zie hierboven)

Overtredingen

Bij 46 van deze 75 telers constateerden wij overtredingen. Sommige telers begingen meerdere overtredingen.

  • 39 telers gebruikten gewasbeschermingsmiddelen niet op de juiste manier.
  • 10 telers gebruikten niet toegelaten middelen .
  • 11 telers gebruikten middelen die niet zijn toegelaten voor sierteeltgewas.
  • 20 telers gebruikten middelen vaker of in een hogere dosering dan in het wettelijk gebruiksvoorschrift staat.
  • 5 telers voldeden niet aan de toepassingsvoorwaarden.

Naleving van de regels

We voerden inspecties uit bij verschillende soorten sierteeltbedrijven:

  • 55 inspecties bij telers van snijbloemen als chrysant, freesia, gerbera, hortensia, lisianthus en snijroos
  • 11 inspecties uit bij kwekers van potplanten
  • 9 inspecties bij boomkwekerijen en kwekers van vaste  planten onder glas

Bij de telers van snijbloemen was slechts 33% akkoord van de inspecties akkoord. Bij de andere gewasgroepen hield iets meer dan de helft van de geïnspecteerde bedrijven zich aan de regels.

Niet-nalevers

In 2021 voerden we 22 inspecties uit bij land- en tuinbouwbedrijven die eerder al in overtreding waren en waarvoor we een rapport van bevindingen hadden opgesteld. Dit is exclusief de inspecties bij niet-nalevers in de sierteelt (zie boven). De

Bij 9 bedrijven constateerden we opnieuw overtredingen. We hebben 2 rapporten van bevindingen opgemaakt voor onjuist gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. De overige bedrijven hebben een schriftelijke waarschuwing (4x) of een mondelinge mededeling (3x) gekregen.

Inspecties naar aanleiding van signalen of bevindingen uit andere inspecties

Naar aanleiding van bevindingen uit andere inspecties of signalen over mogelijke overtredingen hebben we 7 inspecties uitgevoerd bij land- en tuinbouwbedrijven. Bij 4 inspecties constateerden we overtredingen.

  • 2 sierteeltbedrijven hadden niet-toegelaten gewasbeschermingsmiddelen en gebruikten deze ook. Hiervoor stelden we een proces-verbaal op.
  • 1 bloembollenteler en 1 veehouderij gebruikten rodenticiden niet op de juiste manier. Hiervoor hebben we rapporten van bevindingen opgesteld.

Inspecties naar aanleiding van meldingen

Naar aanleiding van meldingen hebben we 24 inspecties uitgevoerd bij land- en tuinbouwbedrijven. Bij 10 inspecties constateerden we overtredingen.

4 keer hebben we een rapport van bevindingen opgemaakt. Dit was vanwege:

  • niet voldoen aan de zorgplicht
  • doodspuiten van een sloottalud
  • onjuist gebruik van een rodenticide
  • gebruik van een niet toegelaten gewasbeschermingsmiddel

De andere overtredingen hebben we afgedaan met een schriftelijke waarschuwing (4x) of een mondelinge mededeling (3x). Hierbij ging het vooral om het niet voldoen aan de zorgplicht.

Meldingen bijensterfte

Onjuist gebruik van gewasbeschermingsmiddelen kan bijensterfte veroorzaken. Wij voerden 8 onderzoeken uit bij land- en tuinbouwbedrijven nadat imkers (bijenhouders) sterfte bij 1 of meerdere bijenvolken hadden gemeld.

Bij 2 inspecties constateerden we dat de gebruiker zich niet hield aan de toepassingsvoorwaarden van de gewasbeschermingsmiddelen ter bescherming van bijen en hommels.

  • In 1 geval werd een gewasbeschermingsmiddel gebruikt in bloeiende aardbeien. Hiervoor hebben we een rapport van bevindingen opgesteld.
  • In het tweede geval werd een gewasbeschermingsmiddel gebruikt in een perceel peren waarin (nog) bloeiende onkruiden aanwezig waren. Volgens het wettelijk gebruiksvoorschrift moeten bloeiende onkruiden voor de bespuiting verwijderd worden. Ook moet het perceel na een bespuiting 14 dagen vrij gehouden moet worden van bloeiende onkruiden. Hiervoor hebben wij een schriftelijke waarschuwing gegeven.

Er waren nog 2 andere inspecties die niet akkoord waren:

  • Bij 1 inspectie zagen we dat een gewasbeschermingsmiddel onjuist gebruikt werd. Hiervoor hebben we een rapport van bevindingen opgesteld.

Bij een andere inspectie zagen we dat het bedrijf zich niet aan de zorgplicht hield. Hiervoor hebben wij een schriftelijke waarschuwing gegeven.

Toepassingsinspecties

In 2021 hebben we 153 inspecties uitgevoerd in het veld, tijdens de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen door telers van land- en tuinbouwgewassen. We controleerden bij verschillende soorten land- en tuinbouwbedrijven:

  • 51 inspecties bij bedrijven in de akkerbouw
  • 26 inspecties bij bloembollentelers
  • 37 inspecties bij fruittelers
  • 29 inspecties bij telers van vollegrondgroenten
  • 10 inspecties bij telers van siergewassen

107 toepassingen waren akkoord. Dat is een percentage van 70%. Bij 46 inspecties constateerden we 1 of meerdere overtredingen. Hiervoor hebben we de volgende maatregelen opgelegd:

  • 35 rapporten van bevindingen, waarvan 4 in combinatie met een schriftelijke waarschuwing
  • 5 schriftelijke waarschuwingen
  • 6 mondelinge mededelingen

De rapporten van bevindingen zijn opgemaakt voor de volgende overtredingen:

  • niet opvolgen van voorschriften om drift (verwaaiing) te verminderen
  • op onjuiste wijze toepassen van de gebruikte gewasbeschermingsmiddelen
  • toepassen van gewasbeschermingsmiddelen met ongekeurde toedieningsapparatuur
  • ontbreken van het vereiste bewijs van vakbekwaamheid

Inspectieresultaten cross compliance

In 2021 hebben we in opdracht van RVO 243 inspecties uitgevoerd bij land- en tuinbouwbedrijven die subsidies krijgen vanuit het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB). Wij controleerden of deze bedrijven zich hielden aan de voorwaarden van het GLB. Zij moeten zich houden aan wetten en regels op het gebied van milieu, gezondheid en dierenwelzijn. Internationaal staan deze wetten en regels bekend onder de naam ‘Cross Compliance’.

Bij onze controles hebben we vooral gekeken of deze bedrijven de goede gewasbeschermingspraktijken en gebruiksvoorschriften opvolgen. Bij 5 van deze controles constateerden we afwijkingen. Hiervoor hebben we 3 rapporten van bevindingen opgemaakt, 1 schriftelijke waarschuwing en 1 mondelinge mededeling gegeven.

Inspectieresultaten andere professionele gebruikers

In 2021 hebben we 19 inspecties uitgevoerd bij andere professionele gebruikers:

  • 9 inspecties bij professionele gebruikers buiten de land- en tuinbouw, waarvan 2 in het toepassingsgebied ‘industrieel gebruik’ en 7 in het toepassingsgebied ‘niet-agrarische gebieden’
  • 10 inspecties bij loonwerkers in de land- en tuinbouw

Inspecties bij professionele gebruikers buiten de land- en tuinbouw

Bij deze 9 inspecties ging het om:

  • 6 toepassingsinspecties (tijdens de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen)
  • 3 inspecties naar aanleiding van een melding

Toepassingsinspecties

Bij de 6 toepassingsinspecties ging het om:

  • bestrijding van eikenprocessierups langs de openbare weg (3x)
  • onkruidbestrijding op de verharding van een bedrijventerrein (2x)
  • onkruidbestrijding in een gazon door een hovenier (1x)

Bij 5 van de 6 toepassingsinspecties constateerden we 1 of meerdere overtredingen. In totaal ging het om 8 overtredingen:

  • gebruik van een gewasbeschermingsmiddelen in strijd met de voorschriften
  • niet beschikken over een bewijs van vakbekwaamheid
  • vullen van spuitapparatuur vanuit oppervlaktewater binnen de 2 meter
  • toedienen van middelen met ongekeurde spuitapparatuur

Voor het vullen van spuitapparatuur hebben wij een schriftelijke waarschuwing gegeven. Bij de andere 4 inspecties hebben wij een rapport van bevindingen opgemaakt.

Inspecties naar aanleiding van meldingen

2 meldingen gingen over de bestrijding van eikenprocessierups langs de openbare weg. Mogelijk werd er onzorgvuldig gehandeld. De andere melding betrof onkruidbestrijding op een braakliggend (bouw)terrein. Bij deze inspecties constateerden wij geen overtredingen.

Inspecties bij loonwerkers in de land- en tuinbouw (spray contractors/service providers)

Bij deze 10 inspecties ging het om:

  • 4 toepassingsinspecties (tijdens de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen)
  • 2 bedrijfsinspecties
  • 4 inspecties naar aanleiding van een melding

Toepassingsinspecties

Bij de 4 toepassingsinspecties constateerden wij 1 overtreding. Hiervoor hebben we een rapport van bevindingen opgemaakt. De loonwerker beschikte niet over het vereiste bewijs van vakbekwaamheid bedrijfsvoeren gewasbescherming.

Bedrijfsinspecties

De 2 bedrijfsinspecties voerden we uit nadat we bij andere inspecties constateerden dat de loonwerkers de gewasbeschermingsmiddelen onjuist gebruiken. Bij 1 bedrijfsinspectie is een rapport van bevindingen opgemaakt. De andere loonwerker kreeg een schriftelijke waarschuwing.

Inspecties naar aanleiding van een melding

Wij voerden 4 inspecties uit naar aanleiding van een melding. Bij 2 van de 4 konden we geen overtreding vaststellen.

Bij 1 inspectie vermoedden wij dat er in strijd met de regelgeving was gehandeld, maar we konden de overtreding niet vaststellen. Daarom hebben we dit afgedaan met een mondelinge mededeling.

Bij de laatste inspectie troffen we in de voorraad van het loonbedrijf gewasbeschermingsmiddelen aan die niet langer toegelaten zijn. Hiervoor hebben we een rapport van bevindingen opgemaakt.

Inspectieresultaten overige gebruikers

In totaal voerden we 32 inspecties naar aanleiding van meldingen uit bij gebruikers van gewasbeschermingsmiddelen die niet binnen de andere groepen passen.

1 inspectie was bij een particulier, naar aanleiding van een melding over spuitschade. Tijdens deze inspectie constateerden we enkele overtredingen. Deze particulier heeft een schriftelijke waarschuwing gekregen.

Verder hebben wij 24 meldingen in onderzoek genomen. Deze hebben niet geleid tot een inspectie bij een specifiek bedrijf. De onderzoeken bestonden bijvoorbeeld uit telefonisch contact met de melder, uitleg over wet- en regelgeving en beoordeling van de situatie op afstand. In sommige gevallen is er ter plekke een fysiek onderzoek gedaan. Er bleek geen sprake te zijn van overtredingen. De onderzoeken zijn wel als een inspectie aangemaakt in het systeem, om de onderzoeksgegevens vast te leggen.

We namen 7 meldingen van imkers (bijenhouders) in onderzoek. Hierbij ging het om een mogelijk verband in verband tussen bijensterfte en gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Uit onderzoek bleek niet dat er een verband was. De informatie van de melding en het uitgevoerde onderzoek hebben we (op naam van de imker) vastgelegd in ons systeem.