Kleine Toepassingen Internationaal
De problemen rondom gewasbescherming voor kleine toepassingen spelen niet alleen in Nederland. Wereldwijd hebben telers en overheden niet genoeg veilige gewasbeschermingsmiddelen en gewasbeschermingsmethoden voor kleine toepassingen. Daarom zijn er verschillende internationale initiatieven die de Nederlandse overheid ondersteunt.
In de eerste plaats is Europa belangrijk. EU Verordening 1107/2009 gaat over het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen. De verordening vraagt om een Europese uitvoering, namelijk gezamenlijk binnen de centraal Europese zone als het om Nederlandse buitenteelten gaat, en zelfs Europees als het om kas-teelten en zaaizaadontsmetting gaat. Dergelijke EU-procedures moeten wel een werkzame uitvoering krijgen in het dagelijks handelen van aanvragers, onderzoekers en vooral toelatingsautoriteiten.
Daarom ondersteunt de Europese Commissie sinds 2002 de Technical Group on Minor Uses. De groep bestaat uit onder andere vertegenwoordigers van alle lidstaten en de Europese koepelorganisaties en houdt zich bezig met het bevorderen van de onderlinge uitwisseling. Deze uitwisseling is nodig voor dossiervorming en toelating van de oplossingen voor kleine toepassingen. Daarbij speelt harmonisatie van het proces een grote rol. Daarnaast zijn er sinds 2007 zogeheten Commodity Expert Groups actief. Deze werkgroepen zijn georganiseerd per sector en bestaan uit onder andere sector vertegenwoordigers van de diverse lidstaten en de nationaal coördinatoren van de diverse lidstaten. Belangrijkste taak is gezamenlijk uitvoeren of uitwisselen van (residu)onderzoek voor toelatingen voor kleine toepassingen. Voor de niet-chemische maatregelen voor de kleine toepassingen is er nauwe samenwerking met de werkgroep ERA-Net IPM-C. De werkgroepen werken ook samen buiten de EU, zoals met IR4 uit de Verenigde Staten. Dit moet in de toekomst resulteren in meer toelatingen voor kleine toepassingen in meer landen.
Vanaf september 2015 heeft de Europese Commissie het Coördination Facility Minor Uses opgericht, dat gehuisvest is bij EPPO in Parijs. Deze Coördination Facility heeft als voornaamste taak de coördinatie van de verschillende activiteiten op het gebied van kleine toepassingen tussen lidstaten en met andere stakeholders
Nederland heeft de activiteiten in de internationale werkgroepen vanaf het begin ondersteund. De NVWA heeft een coördinerende rol voor de inbreng vanuit Nederland in zowel de Technical Group als in de diverse Commodity Expert Groups. Daarnaast is de NVWA samen met Frankrijk voorzitter van de Technical Group on Minor Uses en van de werkgroep ERA-Net IPM-C. Daarnaast werkt de NVWA namens Nederland mee aan activiteiten van de internationale Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO/ OECD) op het gebied van kleine toepassingen.