Onderhoudsrechten en onderhoudsplichten
Verhuurders van gastoestellen die worden gehuurd of die horen bij de gehuurde woonruimte zijn wettelijk verantwoordelijk voor het onderhoud van de toestellen.
Onderhoudsrechten huurders
De verhuurder van gastoestellen die worden gehuurd of die horen bij de gehuurde woonruimte is wettelijk verantwoordelijk voor het onderhoud van de toestellen. Als de verhuurder/huisbaas verzuimt regelmatig onderhoud te laten plegen door een deskundig installateur, kan de huurder de verhuurder daarop aanspreken en aansturen op goede afspraken over regelmatig onderhoud.
Als de verhuurder geen gehoor geeft aan dit verzoek kunnen huurders voor juridisch advies contact opnemen met een organisatie die opkomt voor de belangen van huurders.
Een huurder kan ook zelf onderzoek laten doen door een installateur. Een lijst van gecertificeerde installateurs staat op de website van de Stichting Kwaliteitsborging Installatiesector.
Wanneer vaststaat dat het gastoestel onveilig is kan de huurder hierover een klacht indienen bij het Klantcontactcentrum van de NVWA. Het verhuren van een gastoestel dat niet aan de veiligheidseisen voldoet is namelijk verboden.
Voor een gastoestel met waakvlam is het belangrijk dat eens per jaar onderhoud wordt gepleegd. Voor een moderne cv-ketel, een HR-ketel, is eens per 2 jaar voldoende.
Ook zijn verhuurders ervoor verantwoordelijk dat het toestel op een juiste plek in de verhuurde woning hangt.
Onderhoudsplichten verhuurders
Verhuurders van gastoestellen zijn verantwoordelijk voor het onderhoud, ook als de toestellen samen met of als onderdeel van de woonruimte worden verhuurd.
Op basis van deze wetgeving staat in het Burgerlijk Wetboek: onderhoud van een vast (onroerend) onderdeel van het gehuurde moet de verhuurder doen. Daaronder valt het onderhouden van op het gasnet aangesloten toestellen zoals geisers en cv-ketels.
Onderhoud moet regelmatig, bij voorkeur jaarlijks, gebeuren door een deskundig installateur.
De zogeheten kleine herstellingen, oftewel de onderhoudsklusjes zijn voor verantwoordelijkheid en rekening van de huurder. Dat zijn bijvoorbeeld het bijvullen van water, het ontluchten van de installatie als dat nodig is en het opnieuw opstarten als de ketel is uitgevallen (bijvoorbeeld na een stroomstoring).