Bestrijden van muizen en ratten op het agrarische bedrijf

Worden er op uw bedrijf chemische middelen gebruikt om muizen en ratten te bestrijden? Houd dan goed in de gaten of dit op de juiste manier gebeurt. De middelen mogen alleen gebruikt worden onder strenge voorwaarden, en pas als andere methoden niet werken. Bij verkeerd gebruik kan de voedselveiligheid van uw producten in gevaar komen. Ook is er een risico voor de mensen en dieren die aan de middelen worden blootgesteld.

Voorkomen is beter dan bestrijden

Op veehouderijen en teeltbedrijven komen soms ratten en muizen voor. Dit is niet hygiënisch. Daarom is het in sectoren waar voedsel en diervoeder geproduceerd wordt verplicht om ongedierte van het bedrijf te weren. Ratten en muizen kunnen ook de gezondheid van uw dieren in gevaar brengen. Daarnaast is er door knaagschade meer risico op stalbranden. Neem daarom preventieve maatregelen tegen dit ongedierte. 

Preventieve maatregelen

U kunt zelf veel doen om te voorkomen dat u last krijgt van knaagdieren als ratten en muizen. Maak uw bedrijf en de directe omgeving zo onaantrekkelijk mogelijk voor knaagdieren. U kunt bijvoorbeeld het volgende doen:

  • resten van diervoeder opruimen 
  • schuilplaatsen en nestelplaatsen verwijderen
  • het terrein leegmaken
  • gaten en kieren in gebouwen dichtmaken om te zorgen dat knaagdieren niet zo eenvoudig toegang hebben tot het bedrijf (alleen relevant als het gebouw kan worden afgesloten)

Zie ook de adviezen voor horeca-ondernemers. Sommige hiervan kunt u misschien ook in uw bedrijf toepassen. U kunt ook een professioneel bedrijf voor plaagdierbeheersing inschakelen. Deze geeft u een advies op maat. 

Verplicht: Integrated Pest Management (IPM)

  • U moet eerst preventieve maatregelen nemen tegen ratten en muizen.
  • Werken de preventieve maatregelen niet? Dan mag u starten met mechanische bestrijding, bijvoorbeeld met klemmen en vallen.
  • Werkt dit ook niet? Dan mogen er pas chemische bestrijdingsmiddelen worden ingezet.
  • U moet kunnen aantonen dat u eerst preventieve maatregelen heeft genomen. 

Deze aanpak heet ook wel Integrated Pest Management (IPM). Sinds 2023 is IPM verplicht bij de chemische bestrijding van muizen en ratten door professionele bestrijders en agrariërs. 

Rodenticiden: chemische middelen om knaagdieren te bestrijden

Op de website van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) staat welke chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt mogen worden om muizen en ratten te bestrijden. Het gaat om een bepaalde categorie biociden, namelijk rodenticiden. In de praktijk worden ze vaak muizengif en rattengif genoemd.

Rodenticiden die in Nederland verhandeld en gebruikt mogen worden staan in de toelatingendatabank van het Ctgb. Het gebruik van deze middelen valt onder de Wet Gewasbeschermingsmiddelen en biociden.

Risico’s van rodenticiden

Sommige rodenticiden werken als antistollingsmiddelen (anticoagulantia). Voor deze rodenticiden gelden strenge voorwaarden, omdat ze zeer giftig zijn. Dat is ook zo voor rodenticiden met de werkzame stof cholecalciferol.

Bij verkeerd gebruik is er een risico op vergiftiging van vogels, roofdieren, huisdieren en vee. Ook kunnen rodenticiden bij mensen en dieren een schadelijk effect hebben op de vruchtbaarheid en de ontwikkeling van nakomelingen. De hormoonhuishouding raakt dan verstoord. Verder kunnen de middelen lang achterblijven in het milieu. Ook is er een risico dat knaagdieren resistent worden als de middelen verkeerd worden gebruikt.

Vanwege de risico’s mogen alleen hiervoor opgeleide professionele bestrijders (plaagdierbeheerseers en hiervoor opgeleide en gecertificeerde agrariërs) deze rodenticiden toepassen. Hieronder leest u meer over wat u mag verwachten als u een professionele plaagdierbeheerser inschakelt.

Er zijn ook rodenticiden op basis van de stof alfachloralose. Sommige hiervan zijn toegelaten voor particulier gebruik. Deze mag u zelf toepassen in uw privé-omgeving om huismuizen te bestrijden. U hoeft hier geen professional voor in te schakelen. U moet wel het gebruiksvoorschrift opvolgen. U mag deze rodenticiden niet gebruiken tegen ratten.

Verder geldt dat middelen zonder Nederlandse toelating, bijvoorbeeld uit België of Duitsland, niet in Nederland gekocht en gebruikt mogen worden.

Ook risico voor voedselveiligheid

Rodenticiden kunnen bij verkeerd gebruik een risico vormen voor de voedselveiligheid. Komen voedselproducerende dieren of voedselgewassen onbedoeld in aanraking met deze middelen? Of kunnen uw dieren erbij komen en er misschien zelfs van eten of eraan likken? Dan kunnen de middelen ook in ons voedsel terechtkomen.

Houd daarom goed in de gaten of de rodenticiden op de juiste manier gebruikt worden. Ook als u een professionele plaagdierbeheerser inhuurt. U blijft zelf verantwoordelijk voor de voedselveiligheid van uw producten.

Bestrijding door professionele plaagdierbeheerser op uw bedrijf

De chemische bestrijding van knaagdieren mag alleen uitgevoerd worden door een vakbekwame medewerker van een gecertificeerd bedrijf:

  • Het bedrijf heeft het certificaat voor IPM Knaagdierbeheersing. 
  • De uitvoerende medewerkers hebben een bewijs van vakbekwaamheid. Door hun opleiding weten ze hoe ze de middelen moeten en mogen gebruiken en wat veilige methodes zijn om de middelen te plaatsen.

Een overzicht van alle gecertificeerde bedrijven vindt u op de website van Keurmerk Plaagdier Management Bedrijven (KPMB). 

Zelf de bestrijding doen?

Wilt u de bestrijding op uw agrarische bedrijf zelf doen? En wilt u daarbij rodenticiden inzetten? Dan moet u zichzelf laten certificeren en opleiden. 

Net als de professionele bestrijder heeft u het bedrijfscertificaat IPM Knaagdierbeheersing nodig. Daarvoor moet u uw bedrijf registreren bij het KPMB. Ook moet u de persoonlijke licentie IPM-KBA hebben. Hiervoor moet u een opleiding volgen en examen doen. Kijk voor meer informatie op de website van RVO.

Wat mag ik verwachten als ik een professionele plaagdierbeheerser inschakel?

De plaagdierbeheerser legt eerst de werkwijze uit. Samen bespreekt u de aard, omvang en ernst van de overlast. Daarna stelt de plaagdierbeheerser een strategie op en kijkt u samen wat er gedaan kan worden om muizen en ratten te weren van uw bedrijf. U ontvangt een (digitaal of papieren) logboek met daarin:

  • een overeenkomst tussen u en de plaagdierbeheerser, door u beiden ondertekend
  • een plan van aanpak van de plaagdierbeheerser, door u beiden ondertekend.
  • een inventarisatie: hoe zit het met het risico op muizen en ratten op uw bedrijf en in de omgeving van uw bedrijf?
  • de maatregelen die u moet nemen om knaagdieren te weren
  • een beschrijving van de werkzaamheden die de plaagdierbeheerser uitvoert
  • een plattegrond waarop staat op welke plekken de plaagdierbeheerser controles uitvoert en waar de lokaaspunten (met rodenticiden) zich bevinden.
  • bezoekverslagen
  • een overzicht van de vervolgstappen die de plaagdierbeheerser en u als opdrachtgever moeten zetten

Het logboek moet voldoen aan de eisen van het Handboek IPM Knaagdierbeheersing. Dit betekent onder meer dat de plaagdierbeheerser de werkzaamheden koppelt aan de mate van overlast: 

  • Is er geen overlast? Dan is alleen monitoring voldoende.
  • Wordt een bepaalde drempelwaarde overschreden? Dan volgt mechanische bestrijding.
  • Werkt dat niet? Dan kan de plaagdierbeheerser tijdelijk overschakelen op chemische bestrijding met rodenticiden.

Dit stappenplan moet vooraf zijn vastgelegd en ondertekend door de plaagdierbeheerser en u als opdrachtgever.

Worden er rodenticiden gebruikt op uw bedrijf? Dan moet deze informatie ook in het logboek staan:

  • om welke bestrijdingsmiddelen het gaat: naam van de biocide en het toelatingsnummer
  • dosering: hoeveel er van de middelen wordt gebruikt
  • een plattegrond waarop staat waar de bestrijdingsmiddelen geplaatst zijn
  • voor welke (vooraf bepaalde) periode de chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt worden
  • een evaluatie na afloop van deze periode: wat is het resultaat van de bestrijding, en kan er worden afgeschaald naar monitoring of is chemische bestrijding nog langer nodig?

Wat kan ik zelf doen?

Ook als u een plaagdierbeheerser inhuurt, blijft u zelf eindverantwoordelijk voor het beheersen van de plaag. Maak met de plaagdierbeheerser duidelijke afspraken over taken en verantwoordelijkheden. Leg deze schriftelijk vast.

Volg de adviezen van de plaagdierbeheerser op

De plaagdierbeheerser geeft aan welke preventieve maatregelen u kunt nemen. Deze moet u zelf uitvoeren. Als u dit niet doet, mag de plaagdierbeheerser ook geen chemische bestrijding uitvoeren.

Check of de plaagdierbeheerser de bestrijdingsmiddelen volgens voorschrift toepast

De plaagdierbeheerser moet de bestrijdingsmiddelen gebruiken volgens het voorschrift op het etiket om de risico’s voor mens, dier en milieu te beperken. Hier kunt u zelf op letten:

  • Controleer of de plaagdierbeheerser het middel gebruikt dat in het logboek vermeld staat.
  • Controleer of het middel is toegelaten tot de Nederlandse markt. Dit kunt u zien in de databank van Ctgb. U kunt zoeken op de naam van de rodenticide of op het toelatingsnummer dat op het etiket (en in het logboek) vermeld staat.
  • Let er ook op dat de toelating nog geldig is. Middelen die niet zijn toegelaten mogen niet gebruikt worden.
  • Controleer of het middel wordt toegepast volgens de laatste voorschriften. Dit kunt u ook zien in de databank van het Ctgb. Download het actuele gebruiksvoorschrift.

Deze controles zijn extra belangrijk als u voedsel produceert, zoals graanproducten, groenten, vlees of zuivel. U bent er verantwoordelijk voor dat de producten die u op de markt brengt veilig zijn.

Controleer of het vee niet bij de bestrijdingsmiddelen kan komen

Dieren als kalveren zijn erg nieuwsgierig en proberen met hun tong overal bij te komen. Controleer daarom of uw dieren echt niet bij de rodenticiden kunnen komen. Risicovolle plekken zijn bijvoorbeeld de buizen van de hokafscheiding, kieren en de achterkant of onderkant van de voerbak. Op die plekken mogen geen rodenticiden worden gebruikt.

Houd er ook rekening mee dat het ongedierte de middelen kan verslepen door uw bedrijf. Daarom moet de plaagdierbeheerser de rodenticiden in een afgedekte lokdoos (ook wel: lokaaskist, voerkist, lokaasdepot) plaatsen. Dat is ook verplicht voor voorverpakte zakjes en blokken, en voor smeermiddelen als kit en pasta.

Stel vragen

Heeft u vragen of twijfels over de aanpak van het plaagdierbeheersingsbedrijf? Ga dan in gesprek met de plaagdierbeheerser. Het is belangrijk dat u begrijpt waarom iets wel of niet gebeurt. En u mag best kritisch zijn op een bedrijf dat u inhuurt. Dat helpt om de risico’s te verminderen.

Meld overtredingen

Vermoedt u dat de plaagdierbeheerser een overtreding begaat? Meld dit dan bij ons.

Waar let de NVWA op bij een inspectie?

Wij controleren of biociden op de juiste manier gebruikt worden. Daarom kijken we ook naar het gebruik van middelen tegen ratten en muizen. We letten onder meer op het volgende:

  • Zijn de biociden in Nederland toegelaten?
  • Worden de biociden volgens het gebruiksvoorschrift gebruikt?
  • Wordt er gewerkt volgens de voorwaarden van het Handboek IPM Knaagdierbeheersing?
  • Is het plaagdierbeheersingsbedrijf gecertificeerd en beschikt de uitvoerder over een geldig bewijs van vakbekwaamheid?
  • Wanneer u zelf rodenticiden toepast: bent u als agrarisch bedrijf gecertificeerd en heeft u of uw medewerker een IPM-KBA licentie?
  • Zijn de aanwezige biociden goed en veilig opgeslagen?
  • Is het logboek compleet?

Zien we een overtreding? Dan handhaven we volgens het specifiek interventiebeleid Gewasbeschermingsmiddelen en biociden IB02-SPEC05.

Zien we dat de door u ingehuurde plaagdierbeheerser een overtreding heeft begaan? Dan melden wij dit de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). ILT houdt toezicht op de professionele plaagdierbeheersers.