Marijn van Trier, inspecteur horeca
Ik neem geen genoegen met een eerste antwoord en vraag altijd door. Dat is een van de eigenschappen die een inspecteur moet hebben. Dat geldt ook voor mij en daardoor past het vak van Inspecteur Horeca ook zo goed bij mij. Ik was cateringmanager en 9 jaar geleden stapte ik over naar de NVWA.
Al snel bleek ik profijt te hebben van mijn ervaring in de cateringwereld. Ik weet onder meer waar de valkuilen in de keuken zitten. Zo kon ik in de catering altijd goed aanvoelen of melk in de koelkast koud genoeg was. Althans, dat dacht ik. Want is het 6 of 8 graden? Die details zijn enorm belangrijk en je moet het gewoon meten. Dat geeft ik nu ook aan de ondernemers mee.
"Het voelt goed dat ik Nederland iedere dag een stukje veiliger kan maken"
De keukentaal spreken
Daarnaast is het belangrijk de taal van de keuken te spreken. Als ik een vraag heb over een apparaat en dat een 'oven' zou noemen, terwijl het een 'combisteamer' is, daar prikt een ondernemer of kok zo doorheen. Het risico bestaat dat ze dan twijfelen aan alles wat je zegt.
Ik begrijp waar de ondernemers dagelijks mee bezig zijn, maar vind wel dat zij zich altijd aan de regels moeten houden. Het vak van inspecteur moet je niet kiezen, als je regels niet zo belangrijk vindt. Het gaat om de gezondheid van mensen, daar zien wij als inspecteurs op toe. Je moet het lef hebben om mensen daarop aan te spreken of in te grijpen.
Solo in teamverband
Nederland is voor deze inspecties opgesplitst in negen gebieden met ieder een eigen team. Deze gebieden verdelen we weer onder de inspecteurs. Ook wisselen we regelmatig van deelgebied, om ervoor te zorgen dat ik niet mijn eigen herinspectie doe.
Als inspecteur ga ik voornamelijk alleen op pad. Daar moet je wel mee om kunnen gaan. Al is er wel regelmatig onderling contact, zodat we als team uniform handelen. En bij sommige inspecties moet je verplicht in duo’s op pad, zoals bij verscherpt toezicht.
Vrijheid vraagt om discipline
Groot voordeel van dit beroep is dat ik veel vrijheid heb in de planning. Het is de bedoeling dat ik binnen een bepaalde periode een vastgesteld aantal inspecties uitvoer. Wanneer ik dat doe, bepaal ik voornamelijk zelf. Het is fijn om het vertrouwen van de NVWA hierbij te voelen. Dit lijkt een relaxte baan, maar het is wel echt hard werken. Je moet goed kunnen plannen.
Als inspecteur doe ik ook handhaving op de Tabaks- en rookwarenwet. Sommige collega's vinden het fijn dat ze om 24.00 uur de laatste inspectie hebben. Ik vind het juist boeiend om nog om 4.00 uur bij een café langs te gaan voor een inspectie. Ik zit als inspecteur helemaal op mijn plek bij de NVWA. Het geeft me een goed gevoel om te weten dat ik met mijn bijdrage Nederland iedere dag een stukje veiliger maak.