Diergezondheid in 2024

Onze speerpunten op het gebied van diergezondheid zijn het voorkomen en bestrijden van dierziekten, het voorkomen van verspreiding daarvan naar mensen (zoönosen) en voorkomen dat dieren die niet geschikt zijn voor menselijke consumptie in de voedselketen terechtkomen. Uitbraken van besmettelijke dierziekten en zoönosen kunnen gevolgen hebben voor de economie, maatschappij en volksgezondheid.

De borging van diergezondheid heeft te maken met zeer gedetailleerde EU-regelgeving en met een verplicht aantal controles, waaronder de controles op identificatie en registratie (I&R) van verschillende (nieuwe) diersoorten.

De bestrijding van dierziekten vergt veel van onze capaciteit. De uitbraak met het blauwtongvirus heeft de impact laten zien op het veehouderijbedrijf en voor de internationale handel. Nederland is helaas niet meer blauwtongvrij, waardoor de handel van levende dieren en levende producten niet zondermeer kan plaatsvinden. Om de vrijstatus van Nederland voor het blauwtongvirus weer terug te krijgen moet gezocht worden naar een goed werkzaam (en geregistreerd) vaccin. Daarnaast is een goede knuttenmonitoring van belang (knutten zijn de verspreiders van blauwtong).

Vogelgriep is van een seizoens-fenomeen veranderd in een ziekte die zich gedurende het hele jaar kan voordoen, en dit vraagt veel inzet van de NVWA. De mogelijke introductie van Afrikaanse varkenspest vraagt om voorbereiding (draaiboeken, oefeningen en afspraken maken met contractpartijen). De meldingsplichtige besmettelijke dierziekten worden intensief gemonitord om Nederland te vrijwaren van mogelijke introducties.

Ook in 2024 zetten we in op de werkzaamheden die voortkomen uit het Nationaal actieplan versterken Zoönosenbeleid. Dit actieplan beschrijft de aanpak om de risico’s op het ontstaan en de verspreiding van zoönosen in de toekomst verder te verkleinen en voorbereid te zijn op een eventuele uitbraak. We dragen  bij aan het vergroten van de de internationale pandemische paraatheid (Pandemic Preparedness). We gaan verder met de verschuiving van incident gedreven toezicht naar preventief toezicht op dierziekten.

De extra middelen gebruiken we verder om ons reguliere toezicht te versterken en te vernieuwen. Zo hebben we een webapplicatie gelanceerd die het publiek en certificerende dierenartsen snel inzicht geeft in de dierziektestatus van Nederland. In 2024 wordt deze applicatie verder ontwikkeld. Ook onderzoeken we hoe we het toezicht op het reinigen en ontsmetten (R&O) van veetransportmiddelen kunnen verbeteren.

Verder breiden we de vanaf 2022 uitgevoerde controles bij erkende bedrijven op levende producten (sperma, eicellen en embryo’s) in 2024 uit naar geregistreerde bedrijven die levende producten winnen, verwerken, produceren en/of opslaan.