Vondsten wratziekte in Nederland

Op deze pagina kunt u zien op welke locaties de afgelopen jaren wratziekte is aangetroffen. De NVWA onderzoekt na iedere vondst om welke fysio (type wratziekte) het gaat. Zo kunnen we bepalen welke aardappelrassen nog veilig geteeld kunnen worden in het omliggende gebied.

Vondsten 2020-2023

Vondsten 2023

In 2023 werd geen wratziekte vastgesteld in de professionele aardappelteelt. Wel in een volkstuin en in een proefveld in Noordoost-Nederland.

Gemeente Aangetast aardappelras Fysio
Emmen Aletta, Seresta voorlopige uitslag: 18 (T1)
Hoogeveen Alouette voorlopige uitslag: 18 (T1)

Vondsten 2022

In 2022 waren er 8 vondsten.

Gemeente Aangetast aardappelras Fysio
Emmen Festien voorlopige uitslag: 38 (Nevşehir)
Pekela Altus 18 (T1)
Midden Groningen Avarna, Saprodi voorlopige uitslag: 38 (Nevşehir)
Midden Groningen Supporter voorlopige uitslag: 18 (T1)
Stadskanaal Seresta 38 (Nevşehir)
Stadskanaal Seresta voorlopige uitslag: 18 (T1)
Westerwolde Festien 38 (Nevşehir)
Westerwolde Saprodi voorlopige uitslag:38 (Nevşehir)

Vondsten 2021

In 2021 waren er 4 vondsten.

Gemeente Aangetast aardappelras Fysio
Emmen Aventra nog in onderzoek
Veendam Altus 18 (T1)
Westerwolde Altus 38 (Nevşehir)
Westerwolde Festien 38 (Nevşehir)

Vondsten 2020

In 2020 waren er 3 vondsten, allemaal in de gemeente Stadskanaal. In dit jaar werd voor het eerst fysio 38 aangetroffen in Nederland.

Gemeente Aangetast aardappelras Fysio
Stadskanaal Festien, BMC, Supporter 38 (Nevşehir)
Stadskanaal Festien 38 (Nevşehir)
Stadskanaal Festien 38 (Nevşehir)

Wratziekte in Nederland

Sinds 1915 vinden we met enige regelmaat wratziekte in Noordoost- en Zuidoost-Nederland. Zo was er in de jaren 1925 en 1926 een flinke uitbraakgolf in het zuiden van Nederland.

De rustsporen van de schimmel die wratziekte veroorzaakt, blijven langdurig in de bodem aanwezig. Deze rustsporen kunnen langdurig levensvatbaar blijven en onder gunstige omstandigheden tot nieuwe besmettingen leiden.

In Zuidoost-Nederland is tot op heden alleen fysio 1 aangetroffen. De meest recente vondst in dat gebied was in 2014.

In Noordoost-Nederland zijn fysio’s 2, 6, 18 en 38 aangetroffen.

  • De vondsten van fysio 2 en 6 zijn grofweg gedaan in de periode 1975 (fysio 2) tot 2005 (fysio 6).
  • In de periode 2001 tot 2015 zijn 7 vondsten van fysio 18 gedaan. Fysio 18 is sinds 2021 6 keer opnieuw aangetroffen.
  • Sinds 2020 vinden we ook het voor Nederland tot dan toe onbekende fysio 38. Hiervan zijn tot 2024 10 vondsten gedaan.

Mogelijk is er een nieuwe variant

Er zijn aanwijzingen dat een aantal vondsten van fysio 18 veroorzaakt zijn door een virulentere variant. We kunnen namelijk niet goed verklaren waarom in het veld wratvorming optreedt op aardappelrassen die weinig vatbaar of resistent zijn voor fysio 18.

Daarom moet u er in het gehele oostelijke deel van het zetmeelaardappelgebied rekening mee houden dat rassen met een resistentie voor fysio 18 toch onvoldoende bescherming bieden tegen wratvorming. De NVWA, wetenschappers en de sector proberen er achter te komen wat er speelt en hoe we hiermee om moeten gaan. We werken hier hard aan.

Onderzoek naar fysio’s

Voor de definitieve uitslag van het onderzoek naar het fysio moeten we de Glynne-Lemmerzahl-onderzoeksmethode aanhouden. Dit is de officiële EU-methode. EU-verordening 2022/1195 stelt gebruik van deze methode verplicht. Ook de maatregelen moeten op de uitkomst van deze methode gebaseerd zijn.

Maar de Glynne-Lemmerzahl-methode is moeilijk uitvoerbaar. Daarom voeren we ook de volgende onderzoeken uit:

  • Spieckermann-methode (Sp)
    Dit is de methode die gangbaar was voordat de Glynne-Lemmerzahl-methode verplicht werd gesteld.
  • DNA-onderzoek
    Hierbij onderzoeken we het mitochondriaal DNA. Dit moleculair onderzoek is innovatief en wordt gebruikt voor bron- en traceringsonderzoek van de aanwezige schimmel.

Door ook deze onderzoeken uit te voeren, kunnen we de situatie beter analyseren en aardappeltelers sneller informeren.

Daarnaast vormt onze kennis over de resistentie van aardappelrassen een belangrijke aanvulling op de verschillende onderzoeksmethoden. Vaak kunnen we in een vroeg stadium al een indicatie afgeven over de fysio’s waar het vermoedelijk om gaat.