Mijn pluimveebedrijf monitoren op vogelgriep

Houdt u meer dan 250 stuks pluimvee? Dan bent u verplicht uw dieren te testen op de aanwezigheid van vogelgriep. Welke monsters u moet nemen hangt af van uw bedrijfstype en soort pluimvee. De NVWA controleert of pluimveehouders zich aan de regels voor monitoring houden. Op deze pagina leest u aan welke regels u als pluimveehouder moet voldoen.

Wanneer moet ik mijn dieren laten testen?

Afhankelijk van de het type bedrijf moet u uw dieren jaarlijks, per kwartaal, per ronde of per koppel laten testen. Op de website van AVINED staat per bedrijfstype hoe vaak u als pluimveehouder een monster moet nemen.

Hoe gaat de monitoring in zijn werk?

Neem contact op met uw dierenarts wanneer het tijd is om monsters te nemen. Na het maken van de afspraak ontvangt u een brief van de Royal GD (per post of via VeeOnline). 

De dierenarts neemt de monsters af en stuurt deze binnen 24 uur naar Royal GD. Die analyseert de monsters en waarschuwt de NVWA als er vogelgriep wordt aangetroffen. Wij komen dan bij u langs om verder onderzoek te doen.

Meer informatie over de werkwijze bij monitoring van vogelgriep kunt u vinden op de website van AVINED.

Controles door NVWA

Wij houden toezicht op de monitoring. Als de monitoring niet juist is uitgevoerd, dan wordt dit door de Royal GD aan ons gemeld. Wij controleren deze gegevens en kunnen ze eventueel gebruiken voor een inspectie.

U bent zelf verantwoordelijk

Als pluimveehouder bent u er zelf verantwoordelijk voor dat de monitoring goed gebeurt. Houd dus goed in de gaten of de monsters op tijd worden afgenomen en ingestuurd.

Monitoring op vogelgriep in de wet

De monitoring van vogelgriep is op Europees niveau geregeld, en staat in de volgende verordeningen: