Advies van BuRO over de risico’s van HPAIV in melk

Melk van koeien met hoogpathogeen aviair influenzavirus (HPAIV) is na pasteuriseren veilig voor consumptie. Verhitten voorkomt dat het vogelgriepvirus via de melk wordt overgedragen op mensen en dieren. Wel is er een risico voor werknemers die met rauwe melk werken op bedrijven met geïnfecteerde koeien. Dit geldt vooral voor werknemers die betrokken zijn bij het melkproces. Ook kunnen katten en mogelijk ook honden ziek worden van het drinken van rauwe melk.

Passende maatregelen zijn nodig om de volksgezondheid, diergezondheid en voedselveiligheid te beschermen tegen de risico’s van HPAIV in melk. Zet ook in op preventie, vroeg-detectie en tijdige risicobeoordeling. Dat adviseert Bureau Risicobeoordeling & onderzoek (BuRO) aan het ministerie van Volksgezondheid, Wetenschap en Sport (VWS).

Aanleiding onderzoek

Herkauwers zoals koeien kunnen met het vogelgriepvirus besmet raken. In maart 2024 werden wereldwijd de eerste besmettingen met HPAIV-variant H5N1 aangetroffen bij herkauwers. Dat gebeurde in de Verenigde Staten. Sindsdien is het vogelgriepvirus op honderden melkveebedrijven in verschillende Amerikaanse staten aangetoond. Het virus wordt met name in hoge concentraties uitgescheiden via melk. Ook zijn mensen ziek geworden nadat zij in contact zijn geweest met besmette melkkoeien.

In Europa zijn nog geen gevallen van besmette koeien of andere herkauwers bekend. Als er toch besmettingen komen, dan moet duidelijk zijn hoe er gehandeld moet worden. Dit vraagt om inzicht in de risico’s voor mensen en dieren die melk of melkproducten van geïnfecteerde koeien consumeren. En de risico’s voor de mensen die betrokken zijn bij de productie van boerderijmelk en de verwerking van melk tot zuivelproducten. BuRO heeft dit onderzocht.

Kanttekening

In deze risicobeoordeling gaat BuRO uit van het scenario dat er een HPAIV-H5N1-besmetting in de Nederlandse melkveestapel aanwezig is. Het is van belang te voorkomen dat dit gebeurt. Als er toch sprake is van een besmetting, dan is bestrijding essentieel. Dit is nodig om zoveel mogelijk te voorkomen dat het virus zich verder kan aanpassen tot een mogelijk pandemisch virus. De aanpak hiervoor is geen onderdeel van deze risicobeoordeling.

In deze risicobeoordeling neemt BuRO de variant van het virus die in de VS aanwezig is als uitgangspunt. Mocht in de Nederlandse melkveestapel een vogelgriepvirus met andere eigenschappen worden aangetroffen, dan is een nieuwe risicobeoordeling nodig.