Toezicht op vangst zeevisserij 2017-2020

U leest op deze pagina hoe wij controles op zee uitvoeren op de beroepsvisserij. Wij controleren vooral vaartuigen uit de demersale visserij (tong, school, rode poon), maar ook de pelagische 'open zee’-visserij (haring en/of makreel) en kleinschalige visserij. Hierbij houden wij rekening met de risico's.

We controleren zowel vaartuigen die onder Nederlandse vlag varen als vaartuigen die onder de vlag van andere EU-lidstaten varen. Daarnaast controleren we ook vaartuigen van derde landen waar nodig ook buiten het Europese viswater (bijvoorbeeld in de Noord-Oost Atlantische Oceaan). Nederland neemt samen met andere lidstaten in Europees verband deel aan acties die het Europees Visserijcontrole Agentschap (EFCA) coördineert. De resultaten hiervan vindt u hieronder bij Inspecties.

Regelgeving zeevisserij

Inspecties op zee focussen met name op de regels van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) en de Europese regelgeving. Deze zijn vastgelegd in de Europese Visserijwet 1963 en onderliggende nationale wet zoals de Uitvoeringsregeling Zeevisserij. Daarnaast vinden ook controles plaats op de Wet Natuurbescherming in Natura 2000-gebieden in de Nederlandse wateren. Het GVB richt zich bijvoorbeeld op regels rond technische maatregelen zoals minimum maaswijdten in netten, het correct invullen van logboeken en het hebben en kunnen tonen van de juiste vergunningen. Regels over de Natura 2000-gebieden betreffen vaak het vissen in gebieden waar dat niet of alleen onder specifieke voorwaarden is toegestaan.

Relevante Europese regelgeving is onder andere:

  • Verordening (EU) nr. 1380/2013 over het gemeenschappelijk visserijbeleid.
  • Verordening (EG) nr. 1224/2009 tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen.
  • Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad.
  • Verordening (EU) nr. 2019/1241 betreffende de instandhouding van visbestanden en de bescherming van mariene ecosystemen door middel van technische maatregelen.
  • Verordening (EU) nr. 2020/123 tot vaststelling, voor 2020, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn.
  • Verordening (EG) nr. 1005/2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen.

Inspecties op zee

Voor de controles op zee beschikken wij over het inspectievaartuig Barend Biesheuvel, maar soms ook over andere vaartuigen uit het Kustwachtverband. Een inspectie bestaat uit een bezoek aan een schip op zee. Dit brengt uitdagingen met zich mee, want zo’n 'boarding' moet veilig gebeuren. Het weer is hierbij van grote invloed. Hoe hoog zijn de golven, hoe hard waait het, et cetera. Ook middelen zoals de Rigid Hull Inflatable Boat (RHIB), overlevingspakken en communicatieapparatuur zijn van belang, net als de afstand tussen de RHIB en het moederschip (de Barend Biesheuvel). Daarnaast kunnen ook inspecties vanuit de lucht plaatsvinden.

Aantallen inspecties en percentages akkoord of niet akkoord

Aantallen inspecties en percentages akkoord of niet akkoord figuur 1
Aantal inspecties per jaarInspecties akkoord bevondenInspecties niet akkoord bevonden
2017225 - (88,9 %)28 - (11,1 %)
2018221 - (84,0 %)42 - (16,0 %)
2019255 - (83,1 %)52 - (16,9 %)
2020154 - (85,1 %)27 - (14,9 %)

De bovenstaande cijfers betreffen inspecties die binnen hetzelfde jaar gestart en afgerond zijn. Meerjarige en/of niet afgeronde inspecties worden hierin niet meegerekend.

NVWA Brontabel als csv (232 bytes)

Toelichting figuur 1 en 2

Uit figuur 1 blijkt dat in 2020 minder inspecties op zee hebben plaatsgevonden dan in de jaren daarvoor. Dat is het gevolg van de Coronasituaties waardoor de inspectiemogelijkheden beperkt werden.

Het percentage 'niet akkoord bevonden inspecties' bleef overigens vrijwel gelijk (rond de 15 procent). Als wij een inspectie niet akkoord vinden, volgen er een of meerdere maatregelen. Die zijn afhankelijk van de geconstateerde misstanden. Ons uitgangspunt bij het bepalen van de maatregel is het specifieke interventiebeleid voor zeevisserij.

Figuur 2 toont de maatregelen die zijn genomen. Wanneer een maatregel is afgebroken betekent dit dat er verder geen maatregel is genomen, ondanks dat de inspectie niet akkoord is bevonden. Als de maatregel ontbreekt, is er geen specifieke maatregel geregistreerd die wij automatisch kunnen ontsluiten. Meestal gaat het dan om een mondelinge waarschuwing, die niet als officiële maatregel telt.

Verschillende maatregelen bij niet akkoord-inspecties

Verschillende maatregelen bij niet akkoord-inspecties figuur 2
Soort maatregel per jaar2017201820192020
Schriftelijke waarschuwingen820176
Proces-verbaal6102315
Inbeslagname1-31
Rapport van bevindingen (BEHAVI)4313
Afgebroken2333
Ontbreekt1311129

Het percentage overtredingen bij inspecties wisselt per jaar, maar is ieder jaar vrij hoog. Uit de gegevens blijkt dat de geconstateerde overtredingen het vaakst te maken hebben met:

  • het risicoaspect van technische maatregelen, bijvoorbeeld vissen met nauw-mazige netten
  • het risicoaspect van vangstregistratie, bijvoorbeeld het niet juist of tijdig invullen van het elektronische logboek
  • het risicoaspect van vergunningen/documenten, bijvoorbeeld vissen op een vissoort zonder dat de juiste vergunning aan boord is.
NVWA Brontabel als csv (222 bytes)

Inspecties verdeeld over doelsoorten vis

Inspecties verdeeld over doelsoorten vis figuur 3
Soort vis per jaar2017201820192020
Platvis55%59%63%43%
Garnalen11%13%26%41%
Overig34%28%11%16%

De selectie van vaartuigen die geïnspecteerd worden gebeurt (deels) risicogebaseerd, waarbij bijvoorbeeld het type visserij van belang is. Ook andere factoren wegen mee, zoals de inspectiegeschiedenis (hoe vaak een vaartuig is geïnspecteerd in de voorgaande periode). De bereikbaarheid en weersomstandigheden maken ook uit. Hierdoor is niet altijd de hele vloot bereikbaar, bijvoorbeeld door storm op hoge zee terwijl in de relatieve nabijheid van de kust wel geïnspecteerd kan worden.

Uit de brongegevens blijkt dat de meeste inspecties van 2017 tot en met 2020 werden uitgevoerd bij vaartuigen die vissen op platvis: van ruim 40 procent tot ruim 60 procent van de uitgevoerde inspecties. Het aantal inspecties op garnalenvaartuigen schommelt over de verschillende registratiejaren. De overige inspecties vinden plaats op vissersvaartuigen die naar overige vissoorten vissen; dit schommelt tussen de 11 procent en de 34 procent. Deze overige soorten kunnen pelagische soorten zijn zoals haring en makreel, maar ook rondvissen zoals kabeljauw en typische soorten uit de flyshoot visserij zoals poon en inktvis.

NVWA Brontabel als csv (119 bytes)

Overtredingen in de visserijsector

Wettelijke voorschriften worden door de visserijsector veelvuldig overtreden. Dit geldt bijvoorbeeld voor de aanlandplicht waarbij vissers geen overbodige of te kleine vis overboord mogen gooien. Ook het gebruik van verboden netvoorzieningen, zoals binnenkuilen en het gebruik van 'touwtjes', komt regelmatig voor. Men gebruikt verboden netvoorzieningen om financiële redenen, zoals het vangen van meer vis en duurdere soorten (met name tong). De kans om betrapt te worden is vrij klein omdat controle op zee lastig is. De visserij vindt plaats in een groot gebied, terwijl onze inspectiecapaciteit beperkt is. Vissers zien het inspectievaartuig vaak al op grote afstand aankomen; dit vermindert het verrassingseffect van inspecties drastisch. Ook het weer is hierbij een belangrijke factor; we moeten veilig aan boord van een vissersschip kunnen gaan.

Veel overtredingen moeten fysiek en op heterdaad aan boord geconstateerd worden door onze inspecteurs. De Visserijwet wordt in principe strafrechtelijk afgedaan, volgens ons specifieke interventiebeleid. Dit gebeurt door een proces-verbaal dat naar het Openbaar Ministerie (OM) wordt gestuurd. Het OM beslist vervolgens welke stappen er worden genomen. In sommige gevallen worden ook bestuursrechtelijke maatregelen genomen, zoals het intrekken of schorsen van een vergunning. Bij het constateren van ernstige overtredingen kunnen op ons aangeven door RVO ook punten worden toegekend. Ook dit puntensysteem kan leiden tot schorsing en uiteindelijk zelfs tot definitieve intrekking van de visvergunning.

Risico's in de visketen

Op basis van de data en signalen uit het werkveld zijn grote risico's te identificeren voor:

  • De aanlandplicht, met name in de gemengde visserijen zoals de platvisvisserij. De hoeveelheden geregistreerde ondermaatse vis en weggegooide vis komen niet overeen met de verwachte hoeveelheden op basis van onderzoek. De visserijsector houdt zich onvoldoende aan de aanlandplicht. Daarnaast bestaan veel uitzonderingen op de aanlandplicht en hebben wij niet de juiste hulpmiddelen om effectief toezicht te kunnen houden. Het gebruik van camera's (CCTV) en sensordata (REM – Remote Electronic Monitoring) kan hierin een belangrijke schakel zijn, maar de effectiviteit van deze middelen in het kader van de strafrechtelijke handhaving heeft zich nog niet bewezen.
  • Het gebruik van verboden netvoorzieningen. Zowel signalen uit het werkveld als data uit bijvoorbeeld de gevangen grootteklasse geven aan dat deze voorzieningen veel worden gebruikt. Hierdoor kan er meer (marktwaardige) vis worden gevangen en vaak van duurdere soorten zoals tong.
  • Vissen in gesloten gebied. Dit risico kent meerdere mogelijke subrisico's:
    • Er komen steeds meer gebieden waar de visserij wordt beperkt, onder andere als gevolg van de Brexit
    • De uitrol van steeds meer windparken op zee vergroot het risico op vissen in gesloten gebied. Windparken zijn vooralsnog gesloten voor de visserij.
    • Verboden visserijactiviteit in natuurgebieden. Vormt met name een risico voor de bodemberoerende visserij, omdat deze het meest beïnvloed wordt door de sluiting van natuurgebieden voor de visserij.
    • Het risico van visserij in de 12-mijlszone door vaartuigen die daar niet mogen vissen. Dat komt bijvoorbeeld vanwege hun motorvermogen (>221kW) of omdat ze vanwege hun vlag daar niet mogen vissen.
    • Het risico van visserij in de overige gesloten gebieden, zoals referentiegebieden die gesloten zijn in het kader van onderzoek of om visstanden te beschermen, zoals die van de scholbox.

Aanwezigheid van vissersvaartuigen in gesloten gebieden is vast te stellen via het volgsysteem (VMS) dat alle vissersvaartuigen groter dan 12 meter aan boord moeten hebben en door informatie uit het Automatic Identification System (AIS). Het aan boord hebben van dit systeem is verplicht voor alle vaartuigen groter dan 15 meter. Met deze systemen kunnen wij zien waar de vissersvaartuigen zich bevinden. Voor het waarnemen van overtredingen is dat overigens niet genoeg, omdat specifiek vastgesteld moet worden of het vissersvaartuig daadwerkelijk aan het vissen was in het betreffende gebied. Er wordt wel gewerkt aan een dataloggersysteem voor de garnalenvisserij dat de visactiviteit moet bepalen. De feitelijke waarneming kan dan komen te vervallen, waardoor het toezicht efficiënter wordt.

  • Het niet correct registreren van de vangst. Verschillende overtredingen zijn mogelijk, waaronder:
    • Berichten in het elektronisch logboek niet (tijdig) versturen. Bepaalde berichten zijn essentieel voor de handhaving. Het niet versturen van dergelijke berichten belemmert de handhaving en wordt gezien als een serieuze overtreding. Door het 'Return To Port' bericht weten wij bijvoorbeeld waar en wanneer een kotter aan zal landen, zodat een inspectie kan worden gestart.
    • De hoeveelheden vis in het logboek komen niet overeen met de daadwerkelijke hoeveelheid aangelande vis.
    • Visserijquota verschrijven tussen visserijgebieden met aparte quotaregelingen. Denk hierbij aan verschrijving van visvangsten (onder andere schol) tussen de Noordzee en het Skagerrak. Nederland beschikt over ruim voldoende quotum voor de Noordzee. Maar het beschikbare quotum voor het Skagerrak is beperkt, terwijl er historisch gezien goede vangsten kunnen worden gedaan. Door quota te verschrijven van het Skagerrak naar de Noordzee blijft het mogelijk om in het Skagerrak te blijven vissen.
  • Onduidelijke en complexe regelgeving. Het gevaar daarbij is tweeledig: vissers weten niet waar zij aan toe zijn, en de voorschriften zijn vaak niet of nauwelijks handhaafbaar.