Rapport visketen in beeld
U vindt hier de belangrijkste conclusies uit het rapport de Visketen in beeld van de NVWA uit 2022 . Bovendien lichten we doel en functie van dit rapport toe.
Download het volledige rapport van de Visketen in beeld.
Kernboodschappen
Kernboodschap 1
Overheid en bedrijven moeten zorgen dat de toestroom van milieucontaminanten in de Nederlandse wateren een halt wordt toegeroepen. Schoon water en een schone waterbodem zijn cruciaal voor de voedselveiligheid van vis, schaal-en schelpdieren, alsmede voor de ecologische kwaliteit van wateren.
De NVWA vraagt verhoogde aandacht voor voedselveiligheidsrisico’s die ontstaan als gevolg van milieucontaminanten in vis, schaal- of schelpdieren. Sommige (Nederlandse) wateren zijn dusdanig vervuild, dat uit deze wateren niet onbeperkt vis, schaal- of schelpdieren kunnen worden gegeten. De ophoping en verspreiding van deze stoffen veroorzaken risico’s voor de voedselketen van mens en dier.
Beleid en wet- en regelgeving dienen zich te richten op een aanpak bij de bron, omdat er geen effectieve ‘end-of-pipe-oplossingen’ bestaan waarmee risico’s voor de voedselveiligheid (en natuur, duurzaamheid, diergezondheid en dierenwelzijn) kunnen worden ondervangen. Het belang van veilig voedsel vraagt dat ook het beleid zich richt op het voorkomen dat risicovolle, persistente stoffen via diverse aanvoerroutes in de Nederlandse wateren terechtkomen en zich daar ophopen in het water, de waterbodem en de daar levende organismen.
Vanwege een aantal specifieke gevaren en risico’s voor de voedselveiligheid die nu reeds zijn ontstaan, dienen de voedingsadviezen aan consumenten met betrekking tot producten van vis, schaal- en schelpdieren te worden geactualiseerd.
Kernboodschap 2
Bedrijven in de visketen die het aangaat, moeten stoppen met het illegaal gebruik van schadelijke stoffen in visproducten. Toeleverende en afnemende bedrijven kunnen meer doen om bedrijven hun klanten of leveranciers te corrigeren wanneer dit nodig is.
Het illegaal gebruik van additieven die bewust aan visproducten worden toegevoegd om houdbaarheid, kleur en/of geur te verbeteren brengt de voedselveiligheid in gevaar. Ook de aanwezigheid van residuen van al dan niet verboden diergeneesmiddelen en biociden in visproducten leveren risico’s op voor de voedselveiligheid. De (beperkte) groep bedrijven die het betreft, dient haar beleid aan te passen en verantwoordelijkheid te nemen voor de veiligheid van visproducten. Ook de bedrijven die toeleveren en afnemen aan bedrijven in de visketen dienen hun verantwoordelijkheid te nemen en de NVWA te informeren als zij signalen hebben dat bedrijven in de visketen hun verantwoordelijkheid voor de voedselveiligheid niet of onvoldoende nemen. De NVWA zal op basis van de gesignaleerde risico’s sterker inzetten op een integrale handhavingsstrategie die bestaat uit een combinatie van bestuurs-, straf- en fiscaalrechtelijke interventies.
Kernboodschap 3
Sommige bedrijven moeten de hygiënevoorschriften beter naleven om te voorkomen dat consumenten ernstig ziek kunnen worden van hun vis-, schaal- of schelpdierproducten.
Consumenten kunnen er in belangrijke mate op vertrouwen dat zij niet ziek worden als gevolg van het voorkomen van pathogenen (ziekmakende micro-organismen), biotoxines en biogene aminen (histamine) in vis-, schaaldier- of schelpdierproducten. Toch worden met name listeria, salmonella en histamine nog altijd in een deel van deze producten aangetroffen met als gevolg dat de consumenten van deze producten (ernstig) ziek kunnen worden en er zelfs een risico bestaat op overlijden. Ook zijn er nog bedrijven die zich niet aan de wet- en regelgeving houden voor de voedselinformatie met betrekking tot allergenen. Dit komt met name voor bij horeca- en bij ambachtelijke productiebedrijven. Dit houdt een risico in voor mensen die een allergische reactie kunnen vertonen na consumptie van vis, schaal- of schelpdieren. Een deel van de bedrijven in de visketen dient meer verantwoordelijkheid te nemen voor de voedselveiligheid van vis-, schaal- en schelpdierproducten op het gebied van pathogenen, biotoxines, biogene aminen en allergenenetikettering.
Kernboodschap 1
Overbevissing door de beroepsvisserij is veelvuldig aan de orde. De bereidheid tot naleving van regelgeving is laag. Dit houdt een ernstig risico in voor de duurzaamheid van vispopulaties in vangstgebieden. Er is beleid van LNV nodig om de nalevingsbereidheid te verhogen want de NVWA kan in deze situatie te weinig uitrichten.
Wet- en regelgeving om overbevissing te voorkomen, wordt door een deel van de visserijbedrijven stelselmatig en op meerdere vlakken overtreden. In een situatie van lage nalevingsbereidheid kan het toezicht van de NVWA onvoldoende bijdragen aan het voorkomen van overbevissing. Het belang van natuur en milieu is het beste gediend wanneer de sector actief werkt aan verhoging van de nalevingsbereidheid. Met hierop gerichte beleidsdoelen in combinatie met gericht toezicht kan de nalevingsbereidheid effectief bevorderd worden. De NVWA zal op basis van de gesignaleerde risico’s sterker inzetten op een integrale handhavingsstrategie die bestaat uit een combinatie van bestuurs- , straf- en fiscaalrechtelijke interventies. Daarbij wordt ook – in overleg met het ministerie van LNV en het Functioneel Parket (FP) van het Openbaar Ministerie (OM) – onderzocht welke maatregelen genomen kunnen worden om de pakkans en het afschrikwekkend effect van sancties te vergroten.
Kernboodschap 2
Er zijn visserijbedrijven die te veel schade toebrengen aan natuur in het algemeen en aan natuurgebieden in het bijzonder. De NVWA vraagt aan het ministerie van LNV om maatregelen te nemen die de handhaafbaarheid verhogen om effectiever toezicht te kunnen houden.
Het beleid en de wet- en regelgeving voor gesloten gebieden en Natura 2000-gebieden is onvoldoende handhaafbaar. De belangrijkste oorzaken zijn dat de eisen van de verschillende gesloten gebieden en de Natura 2000-gebieden niet eenduidig zijn, dat het bedrijfsleven de afspraken van zelfcontrole niet is nagekomen, en dat de NVWA haar toezicht niet kan baseren op toepassing van fraudebestendige ‘blackboxen’ op visserijschepen. Om tot een effectieve handhaving te komen, zullen in ieder geval deze omissies weggenomen moeten worden.
Dat handhaafbare wet- en regelgeving van belang is, mag blijken uit het feit dat de NVWA onder andere niet effectief kan optreden tegen illegale activiteiten van garnalenvissers in de Noordzeekustzone, waardoor de instandhouding van de zwarte zee-eend en de eidereend niet kan worden gegarandeerd.
Kernboodschap 3
De huidige praktijk van visserij en schelpdierkweek verhogen de kans op het optreden van invasieve exoten die desastreuze gevolgen kunnen hebben voor inheemse populaties. Het ministerie van LNV is aan zet om beleid te formuleren om de kans daarop te verkleinen.
De huidige visserijpraktijk en schelpdierkweek hebben kenmerken die de kans verhogen dat nieuwe exoten in de Nederlandse wateren worden geïntroduceerd. Invasieve exoten kunnen desastreuze gevolgen hebben voor inheemse populaties. Er is specifiek beleid en specifieke wet- en regelgeving nodig om risico’s als gevolg van de introductie van exoten beter te kunnen beheersen. Een 1e stap is het in kaart brengen van exoten in de Nederlandse wateren en de risico’s van deze exoten voor de biodiversiteit en waterkwaliteit.
Kernboodschap
Het dierenwelzijn van vissen en schaaldieren wordt door visserij en kweek aangetast. De NVWA kan alleen iets betekenen als er beleid en regelgeving zijn voor het dierenwelzijn van vissen en schaaldieren.
De afgelopen jaren is er meer wetenschappelijke kennis ontstaan over het dierenwelzijn van vissen. Het wetenschappelijk bewijs voor de aanwezigheid van welzijnsbeleving is voor vissen sterk, voor schaaldieren zwak en voor schelpdieren – met uitzondering van inktvissen – is het er vrijwel niet. Alle schakels van de Nederlandse visketen zowel wildvangst als kweek, leveren aanzienlijke dierenwelzijnsrisico’s op. In aantallen gaat het om honderdduizenden tonnen vis per jaar, en dus om miljarden organismen. Alle door BuRO beoordeelde visserijactiviteiten leiden, voor de bestudeerde voorbeeldsoorten die van belang zijn voor de Nederlandse visserij en de Nederlandse consumptie, tot ernstige welzijnsaantasting.
Om risico’s voor het welzijn van vissen en grote schaaldieren te verminderen of weg te nemen, zijn beleid en specifieke wet- en regelgeving nodig. Om het handelingsperspectief van bedrijven te vergroten, is het wenselijk dat er innovatie plaatsvindt op methodes en apparatuur voor de vangst, het levend vervoeren en het doden van vis en grote schaaldieren. Ook is het wenselijk dat de visserijpraktijk innoveert met het doel dat systemen voor het kweken van vissen zoveel mogelijk voorzien in dierenwelzijn.
Kernboodschap
Besmettelijke dierziekten bij vissen, schaal- of schelpdieren liggen op de loer. De NVWA heeft een verdergaand mandaat van het ministerie van LNV nodig om effectief toezicht te kunnen houden en waar nodig, bestrijdingsmaatregelen te kunnen treffen.
Besmettelijke dierziekten bij vissen, schaal- of schelpdieren liggen op de loer. De NVWA heeft een verdergaand mandaat van het ministerie van LNV nodig om effectief toezicht te kunnen houden en waar nodig, bestrijdingsmaatregelen te kunnen treffen.
De NVWA wil haar toezicht scherper kunnen richten op de risico’s van besmettelijke dierziekten bij vis, schaal- en/of schelpdieren. De NVWA voert overleg met het ministerie van LNV om een verdergaand mandaat voor het monitoren en bestrijden van besmettelijke dierziekten van vis, schaal- en schelpdieren te verkrijgen, en om bij te dragen aan preventief beleid, gericht op voorkoming en beheersing van dierziekten in de visketen.
Kernboodschap
De visserijsector toont onvoldoende zelfreinigend vermogen om fraude tegen te gaan. De NVWA zal inzetten op een integrale handhavingsstrategie met partners en met een breder scala aan interventies.
Ontwikkelingen zoals de aanlandplicht, het pulsvisserijverbod, het Noordzeeakkoord, de Brexit en COVID-19 hebben in de afgelopen jaren voor extra economische druk op de sector gezorgd. Deze druk draagt mogelijk bij aan grotere risico’s op fraude in de visketen en op criminele inmenging van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit, zoals drugssmokkel.
Als gevolg van fraude worden de doelstellingen vanuit de visserijwetgeving voor instandhouding en herstel van de visstand ondermijnd. Fraude leidt ook tot producten waarvan de feiten niet kloppen: inhoud en/of documentatie van het product komen dan niet overeen. Fraude kan hierdoor de traceerbaarheid van de levensmiddelen frustreren, waardoor een risico op de voedselveiligheid ontstaat. Traceerbaarheid is een belangrijk onderdeel van het Europese voedselveiligheidssysteem.
De NVWA ziet in het bijzonder aanhoudende en terugkerende signalen over vermoedelijke, nauwe samenwerkingsverbanden tussen actoren in de keten die zich bezighouden met de illegale vangst en handel in zwarte vis. Het ontbreken van sociale/zakelijke controle tussen ketenpartners is 1 van de belangrijkste factoren die fraude in de sector lijkt te versterken.
De terugkerende fraudesignalen vragen om een nieuwe impuls voor de aanpak van fraude in de visketen. Het is daarbij in de 1e plaats cruciaal dat de sector en ketenpartners zelf barrières opwerpen tegen fraude. De NVWA wil inzetten op een integrale handhavingsstrategie: een combinatie van bestuurs-, straf- en fiscaalrechtelijke interventies. Gezien het grote financiële gewin is het daarbij relevant om in te zetten op het afpakken van wederrechtelijk verkregen voordeel en (inkomensafhankelijke) boetes. Vanuit de integrale handhavingsstrategie zal daarnaast in samenwerking met overheidspartners moeten worden ingezet op alternatieve interventies zoals het schorsen of intrekken van erkenningen, visvergunningen of keurmerken, (fiscale) naheffingen en het onthouden van subsidies.