Wetgeving speelgoed
Als bedrijf bent u verantwoordelijk voor de veiligheid van het speelgoed dat u ontwerpt, produceert of verhandelt. Er gelden strenge veiligheidseisen.
Eisen speelgoed ontwerpen, produceren en verhandelen
U moet op de hoogte zijn van de veiligheidseisen in normen en richtlijnen tijdens de ontwerpfase van uw product. Houd daarbij rekening met het volgende:
- Bepaal eerst of het product onder de definitie van speelgoed valt. Gebruik hiervoor Artikel 2 en Bijlage 1 uit de Europese Richtlijn Speelgoed 2009/48/EG en de documenten van de Europese Commissie.
- Bepaal voor welke leeftijdscategorie u het product ontwerpt, CEN-ISO/TR 8124-8 (Richtlijnen voor leeftijdsbepaling) kan hierbij helpen.
- Kijk of er specifieke veiligheidseisen zijn of wetgeving is voor het speelgoedartikel dat u produceert.
- Bekijk of er specifieke normen zijn voor het speelgoedartikel dat u produceert.
- Het artikel moet voorzien zijn van de verplichte aanduidingen, bijvoorbeeld naam en adresgegevens en – indien van toepassing – waarschuwingen als 'Niet bedoeld voor kinderen jonger dan 3 jaar'. Gebruik hiervoor NPR-CEN/TR 15071 (Nationale vertalingen van gevaar en instructies voor het gebruik in EN 71).
- De CE-markering is een verplichte aanduiding. Deze mag u niet zomaar aanbrengen. Dat mag pas als op basis van een onderbouwing het speelgoed voldoet aan de essentiële veiligheidseisen.
- U mag geen waarschuwingen aanbrengen die in strijd zijn met het gebruik waarvoor het bestemd is. Bijvoorbeeld een rammelaar mag geen waarschuwing hebben met de tekst 'Niet bedoeld voor kinderen jonger dan 3 jaar' of het symbool dat daar gelijk aan staat.
- U moet van het speelgoedartikel dat u produceert een technisch dossier hebben. Dit dossier bevat alle relevante gegevens om ervoor te zorgen dat het speelgoed voldoet aan de eisen. Zoals gegevens over het ontwerp, veiligheidsbeoordelingen, gegevens over de productie en opslag en een EG-verklaring van overeenstemming. Zie ook Bijlage IV van de 'Technical Documentation Guide to TSD 2009/48/EC'.
Warenwetbesluit speelgoed
Als u in speelgoed handelt dan moet u zich in Nederland houden aan het Warenwetbesluit speelgoed 2011. Dit Warenwetbesluit is een 1 op 1 implementatie van de Europese Richtlijn Speelgoed 2009/48/EG en is sinds 20 juli 2011 van kracht.
Om de Europese Richtlijn Speelgoed 2009/48/EG makkelijker toe te passen in de praktijk adviseert de NVWA u richtsnoer Guidance Document on the Application of Directive 2009/48/EC on the Safety of Toys van de Europese Commissie te raadplegen. Deze 'handleiding' licht de eisen en definities toe uit de Europese Richtlijn Speelgoed.
Bijlage 1 van de Europese Richtlijn Speelgoed 2009/48/EG bevat een lijst met artikelen die niet als speelgoed worden aangemerkt, zoals decoratieve voorwerpen en fopspenen.
Aangescherpte (chemische) eisen en normen per 20 juli 2013
Speelgoed dat voor 20 juli 2013 op de markt is gebracht, moet voldoen aan de huidige aangewezen (oude) eisen en normen. Speelgoed dat na 20 juli 2013 op de markt is gebracht, moet voldoen aan de aangescherpte chemische eisen en normen in de Europese Richtlijn Speelgoedrichtlijn 2009/48/EG.
De volgende eisen zijn nieuw of aangescherpt:
- De afgifte van 19 zware metalen uit speelgoed.
- De toepassing van en etikettering van allergene geurstoffen.
- De toepassing van en blootstelling aan chemische stoffen die kankerverwekkend zijn (carcinogeen), de erfelijke eigenschappen veranderen (mutageen) en die schadelijk zijn voor de voortplanting of het nageslacht (reprotoxisch). De afgifte van nitrosamines en nitroseerbare stoffen wordt specifiek geregeld.
- Cosmetisch speelgoed, zoals speelgoedcosmetica voor poppen, moet voldoen aan de Europese Richtlijn Speelgoed 2009/48/EG én aan de geldende cosmetica wetgeving.
- Speelgoed dat in contact komt met voedsel moet voldoen aan Verordening 1935/2004/EG (materialen bestemd voor levensmiddelencontact).
EU-richtlijn Algemene productveiligheid
In de Europese richtlijn Algemene productveiligheid vindt u producten of eisen die niet zijn opgenomen in een productspecifieke richtlijn.
Hierin worden algemene veiligheidseisen en -principes geregeld. Denk bijvoorbeeld aan een klachtendossier of het uit de handel halen van onveilige producten.
Specifieke wetgeving en regels speelgoed
Naast het Warenwetbesluit speelgoed 2011 gelden een aantal specifieke regels voor speelgoed.
Verbod op de toepassing van 6 ftalaten (weekmakers) voor speelgoed en kinderverzorgingsartikelen Europese REACH Verordening 1907/2006/EG bijlage XVII.
Normen voor eisen en testmethode speelgoed
In een norm vindt u de afspraken die zijn gemaakt tussen producenten, handelaren, gebruikers, overheden en consumentenorganisaties. Deze zogeheten NEN-normen gaan over de eisen en testmethoden voor speelgoed.
Meestal zijn dit:
- producenten
- handelaren
- gebruikers
- overheden
- consumentenorganisaties
Er zijn verschillende normen van toepassing op speelgoed. De normserie NEN-EN 71 bestaat uit de volgende delen:
- deel 1: mechanische en fysische eigenschappen
- deel 2: brandbaarheid
- deel 3: migratie van bepaalde elementen
- deel 4: scheikundedozen
- deel 5: chemisch speelgoed (sets) anders dan scheikundedozen
- deel 7: vingerverf
- deel 8: schommels, glijbanen en soortgelijk speelgoed voor huishoudelijk gebruik
- deel 9, 10 en 11: organisch chemische verbindingen
- deel 12: nitrosamines en nitroseerbare verbindingen
- deel 13: reuk-bordspelen, smaak-bordspelen, cosmeticasets en smaaksets
- deel 14: trampolines voor huishoudelijk gebruik
Delen 1, 2, 3, 4, 5, 7, 8, 12, 13 en 14 zijn door de Europese Commissie gepubliceerd en daarmee aangewezen onder de nieuwe Speelgoedrichtlijn 2009/49/EG. De overige delen - met uitzondering van 9, 10 en 11 - worden op dit moment herzien en moeten daarna nog worden aangewezen.
Verder is de norm NEN EN-IEC 62115 (Elektrisch speelgoed – Veiligheid) ook aangewezen.