Mijn pluimveebedrijf monitoren op salmonella
Als pluimveehouder moet u regelmatig monsters nemen om te controleren of uw pluimvee is besmet met salmonella. Deze monitoring doet u zelf. Welke monsters u moet nemen hangt af van uw bedrijfstype en soort pluimvee. De NVWA controleert of pluimveehouders zich aan de regels voor monitoring houden. Daarnaast voeren wij zelf ook een officiële monitoring uit op pluimveebedrijven.
Zelf monsters nemen op uw pluimveebedrijf
Op de website van AVINED staat per bedrijfstype hoe vaak u als pluimveehouder een monster moet nemen. Op deze website staat ook hoe u monsters moet nemen en welke andere verplichtingen u heeft. Bekijk de informatie per bedrijfstype:
- vermeerderingsdieren (voorschakels)
Vermeerderingsdieren zijn (groot)ouderdieren die vleeskuikens of leghennen produceren. - opfokleghennen
Dit zijn leghennen die voor ongeveer 17 weken op het bedrijf worden opgefokt en daarna naar een ander bedrijf gaan. - leghennen
Dit zijn hennen die eieren leggen. - vleeskuikens
Dit zijn kippen die worden gehouden voor hun vlees. - vleeskalkoenen
Dit zijn kalkoenen die worden gehouden voor hun vlees. Voor kalkoenen geldt dat u 3 weken voor de slacht monsters moet nemen.
Monster naar laboratorium
Laat de salmonella-monsters onderzoeken in een erkend veterinair laboratorium.
Uitslag registreren in KIP-MO
Registreer de uitslagen van de monsters in KIP-MO, de databank van AVINED. Registratie is belangrijk. Het zorg ervoor dat wij de juiste maatregelen kunnen nemen als de dieren besmet zijn. Zo kunnen we voorkomen dat besmet vlees of eieren in de handel terechtkomen.
Het laboratorium kan de registratie voor u doen, maar u blijft eindverantwoordelijk. Maak daarom goede afspraken met het laboratorium en controleer de registratie in de databank.
Controles door NVWA
Wij houden toezicht op de monitoring. Daarom voeren we regelmatig inspecties uit bij pluimveehouders.
Officiële monstername door NVWA
Alle EU-lidstaten zijn verplicht om pluimveebedrijven te monitoren op zoönotische salmonella. Deze monitoring is onderdeel van een bestrijdingsprogramma. Hiermee wil de EU voorkomen dat er producten met salmonella in de voedselketen komen. Het doel is om de voedselveiligheid en de volksgezondheid te beschermen.
In Nederland is de NVWA verantwoordelijk voor de bestrijding van salmonella. De Europese en Nederlandse regelgeving schrijft voor hoe vaak wij moeten bemonsteren en op welke wijze. Hoe we dit in de praktijk doen, staat beschreven in het Nationale Controle Programma Salmonella (NCPS). Iedere lidstaat is verplicht om jaarlijks zo’n controleprogramma op te stellen. Het Nederlandse programma wordt opgesteld door de NVWA, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en het ministerie van LVVN.
Vanwege de EU-verplichtingen kunt u naast uw eigen monitoring ook te maken krijgen met onze officiële monitoring. U bent verplicht om hier aan mee te werken. Het bedrijf C-Mark BV voert de monstername uit in opdracht van de NVWA. Medewerkers van C-Mark kunnen langkomen op uw bedrijf.
Voor welke bedrijven geldt de officiële monstername?
De volgende bedrijven krijgen te maken met officiële monstername:
- vermeerderingsbedrijven
2 monsternames van alle stallen per productiecyclus - bedrijven met leghennen
monstername van 1 stal per bedrijf met 1.000 dieren - bedrijven met vleeskuikens
monstername van 1 stal bij 10% van de bedrijven - bedrijven met kalkoenen
monstername van 1 stal bij 10% van de bedrijven
Ook onderzoek naar antibioticaresistentie
Binnen het bestrijdingsprogramma onderzoeken we ook of salmonella resistent wordt voor antibiotica. Ook dit is een Europese verplichting, die is geregeld in Richtlijn 2003/99/EG en Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/1729. Laboratoria zijn daarom verplicht de monsters 2 jaar te bewaren. Wij kunnen de monsters opvragen voor onderzoek.
Meer informatie over antibioticaresistentie en het belang van het monitoren daarvan is te vinden op de websites van het RIVM en Wageningen University & Research.
Monitoring op salmonella in de wet
De bestrijding van salmonella is op Europees niveau geregeld, en staat in de volgende verordeningen:
- Basisverordening: Verordening (EG) Nr. 2160/2003 ;
- Vermeerderingskoppels: Verordening (EU) Nr. 200/2010
- Legkippen: Verordening (EU) Nr. 517/2011
- Vleeskuikens: Verordening (EU) Nr. 200/2012
- Kalkoenen: Verordening (EU) Nr. 1190/2012
De nationale uitvoering van de monitoring van salmonella is geregeld in de Regeling houders van dieren (artikelen 7b.40 tot en met 7b.49).