Inspectieresultaten monitoring salmonella 2022
Pluimveehouders zijn verplicht om hun pluimvee te monitoren op zoönotische salmonella. Zo kan besmetting van dier naar mens worden voorkomen. Jaarlijks worden ruim 80.000 monsters genomen en geanalyseerd op zoönotische salmonella. De NVWA controleert of pluimveehouders zich aan deze verplichting houden. In 2022 hebben we bij 28 pluimveebedrijven inspecties uitgevoerd en afgerond.
In het kort
Wij hielden 26 risicogerichte administratieve inspecties. Daarbij controleerden we of pluimveehouders de juiste informatie hadden doorgegeven aan het slachthuis. Pluimveehouders moeten het namelijk melden als hun koppels positief getest zijn op salmonella. We controleerden aan de hand van de administratie ook of de pluimveehouders aan andere verplichtingen hadden voldaan, bijvoorbeeld of ze hun dieren op tijd bemonsterd hadden. Van de 26 inspecties waren er 22 akkoord en 4 niet akkoord. Bij de bedrijven die in overtreding waren, hebben wij een maatregel opgelegd.
Daarnaast voerden we 2 inspecties uit naar aanleiding van interne NVWA-meldingen. Deze 2 inspecties waren niet akkoord. Tot slot voerden we 10 herinspecties uit in 2022. Deze waren alle 10 akkoord.
Inspectieresultaten: verschillende soorten overtredingen
Van de 28 bedrijven zijn er 26 risicogericht geïnspecteerd en 2 naar aanleiding van interne NVWA-meldingen.
Risicogerichte inspecties
Wij houden risicogericht toezicht. Dit betekent dat we inspecties uitvoeren bij bedrijven waar meer risico is op overtredingen. Voor de risicogerichte inspecties selecteerden we bedrijven met koppels die positief getest waren op salmonella. We voerden inspecties uit bij 26 bedrijven die minstens 2 testuitslagen per koppel per stal hadden geregistreerd, en die minstens 1 positieve testuitslag hadden.
Al deze 26 bedrijven waren vleeskuikenhouders. Als vleeskuikens besmet zijn met salmonella, leggen wij geen bestrijdingsmaatregelen op. Maar de koppels moeten wel logistiek geslacht worden. Dit betekent dat ze zo geslacht worden dat het vlees van andere dieren niet besmet kan raken. Meestal gebeurt de slacht aan het eind van de dag, na de slacht van alle andere dieren. Het slachthuis kan de slachtlijn dan reinigen en desinfecteren voordat ze weer verdergaan met de normale slachtingen. Daarom moeten vleeskuikenhouders de testuitslag doorgeven aan het slachthuis op het Voedselketeninformatie-formulier.
Van de 26 inspecties waren er 22 akkoord en 4 niet akkoord. Hierbij zagen we de volgende overtredingen:
- 1 houder had de monsters niet geregistreerd in de databank KIP-MO, terwijl dit wettelijk verplicht is. Deze pluimveehouder kreeg een mondelinge mededeling. De houder had de positieve uitslag wel op het VKI-formulier ingevuld, waardoor er geen risico was voor de voedselveiligheid.
- 1 pluimveehouder had de testuitslag van een koppel met een positieve Salmonella java besmetting niet juist doorgegeven op het VKI-formulier. Deze pluimveehouder kreeg een schriftelijke waarschuwing. Het koppel is niet logistiek geslacht waardoor er een kans bestaat dat de besmetting is overgedragen op vlees van andere koppels. Dit is mogelijk een risico geweest op de voedselveiligheid. Dit risico wordt verminderd, doordat kip voor consumptie goed wordt verhit en gaar wordt geconsumeerd.
- Bij 2 houders zat er te veel tijd tussen de monstername en de analyse, doordat de monsters te laat werden ontvangen door het laboratorium. De analyse moet namelijk binnen 96 uur na bemonstering plaatsvinden. Deze wettelijke termijn was verstreken. De uitslag van de monsters was daardoor onbetrouwbaar, en daarom niet meer geldig. Deze pluimveehouders kregen een schriftelijke waarschuwing. De te laat ingezonden monsters waren eierschaal- en inlegvelmonsters. Omdat de houder vervolgens de overschoenmonsters tijdig heeft ingestuurd, is er geen risico geweest op de voedselveiligheid.
Inspecties naar aanleiding van meldingen
Bij 2 bedrijven deden we een inspectie naar aanleiding van interne NVWA-meldingen. Hier constateerden we de volgende overtredingen:
- Bij 1 pluimveehouder zat er te veel tijd tussen de monstername en de analyse. Daardoor was de uitslag niet betrouwbaar. Deze pluimveehouder kreeg een schriftelijke waarschuwing. Doordat deze uitslag van het monster is gebruikt bij de afvoer van de dieren naar de slacht, kan dit mogelijk een risico zijn geweest voor de voedselveiligheid. Dit risico wordt verminderd, doordat kippenvlees voor consumptie goed wordt verhit en gaar wordt geconsumeerd.
- 1 houder had na een besmetting niet de juiste procedure gevolgd, waardoor de stal nog niet besmet af was verklaard terwijl er wel een nieuw koppel was aangevoerd. Hierdoor heeft de NVWA de verplichte 24-weken monitoring van het nieuwe opgezette koppel niet kunnen uitvoeren. Tegen deze pluimveehouder is proces-verbaal opgemaakt. Het risico voor de voedselveiligheid is in dit geval gering omdat de houder zelf de bemonstering heeft uitgevoerd met een negatieve uitslag voor salmonella.
Herinspecties
Als een bedrijf in overtreding is, leggen we een maatregel op. Ook doen we een herinspectie om te controleren of een bedrijf alsnog aan de voorwaarden voldoet. Een herinspectie is binnen 3 tot 12 maanden. In 2022 voerden we 10 herinspecties uit naar aanleiding van inspecties uit 2021 of 2022. Deze waren alle 10 akkoord.
Maatregelen: van mondelinge mededeling tot proces-verbaal
De bedrijven die in overtreding waren hebben wij een maatregel opgelegd volgens ons interventiebeleid. Het ging om:
- 1 mondelinge mededeling (MM)
- 4 schriftelijke waarschuwingen (SW)
- 1 proces-verbaal (PV), dat wordt ingediend bij het Openbaar Ministerie
Inspecties | inspectie niet akkoord | MM | SW | PV |
---|---|---|---|---|
Risicogerichte inspecties | 4 | 1 | 3 | - |
Inspecties naar aanleiding van meldingen | 2 | - | 1 | 1 |
Vervolgaanpak
Ook in 2023 blijven wij risicogerichte inspecties uitvoeren. Kijk voor meer informatie over de monitoring op salmonella op onze pagina Salmonella bij pluimvee.