Eisen aan rubbertegels
In de Europese REACH-verordening, bijlage XVII, staan eisen (zogenaamde beperkingen) voor het gebruik van gevaarlijke stoffen in voorwerpen (producten).
Gevaarlijke stoffen
Een beperking kan voor alle voorwerpen gelden of alleen gelden voor alle voorwerpen die na een bepaalde datum voor het eerst in de handel worden gebracht. Een strengere norm geldt voor het gebruik van gevaarlijke stoffen in voorwerpen bedoeld voor kinderen (zoals rubber onderdelen van speeltoestellen).
Eisen aan rubbertegels in de handel sinds 27 december 2015
Een rubbertegel die na 27 december 2015 in de handel is gebracht, is een voorwerp waarvoor beperkingen voor het gebruik van bepaalde polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAKs) staan in de REACH-verordening, bijlage XVII, nummer 50, onder de punten 5 en 6:
-
Een rubbertegel mag niet 1 of meer van de in de lijst hieronder genoemde 8 PAK's bevatten in een hoeveelheid hoger dan 1 mg/kg (0,0001 gewichtsprocenten van de tegel) per PAK.
Een rubbertegel met PAK's boven de norm mag niet worden verhandeld als rubberonderdelen bij normaal of redelijkerwijs te voorzien gebruik direct, langdurig of herhaald kortdurend in contact komen met de huid of de mondholte van mensen.
Beperkingen gelden ook voor andere producten die geheel uit rubber bestaan of met een onderdeel van rubber zoals handgereedschap, schoenen, horlogebandjes en polsbandjes.
De 8 PAK's met beperkingen voor gebruik in rubberen voorwerpen volgens REACH-verordening:
- benzo[a]pyreen (BaP) CAS-nr. 50-32-8
- benzo[e]pyreen (BeP)CAS-nr. 192-97-2
- benzo[a]antraceen (BaA)CAS-nr. 56-55-3
- chryseen (CHR) CAS-nr. 218-01-9
- benzo[b]fluorantheen (BbFA) CAS-nr. 205-99-2
- benzo[j]fluorantheen (BjFA) CAS-nr. 205-82-3
- benzo[k]fluorantheen (BkFA) CAS-nr. 207-08-9
- dibenzo[a,h]anthraceen CAS-nr. 56-56-4
Meer informatie over wettelijke regels voor regels beheren speeltoestellen.
Eisen aan rubbertegels in de handel vóór 27 december 2015
Voor 27 december 2015 ontbraken wettelijke limieten voor PAK’s in rubbertegels. Het algemene voorzorgsbeginsel in de Warenwet (artikel 18 onder a) is dan van toepassing.
Dat betekent dat in het geval er sprake is van een vermoeden dat een product een ernstig gezondheidsrisico oplevert, degene die het product verhandelt moet nagaan of het product veilig is volgens de Warenwet.