Wettelijke normen voor residuen van bestrijdingsmiddelen in voedingsmiddelen

Resten van bestrijdingsmiddelen in of op levensmiddelen kunnen giftig zijn. Die resten noemen we ook wel residu. Van elk middel is vastgesteld hoeveel de consument ervan zonder gevaar mag binnenkrijgen.

Grenswaarden: ADI en ARfD

Er zijn 2 grenzen die een maximum hoeveelheid aangeven:

  • De hoeveelheid die mensen hun leven lang dagelijks mogen binnenkrijgen. Dat noemen we de ADI (Acceptable Daily Intake).
  • De hoeveelheid die een mens in 1 portie mag binnenkrijgen. Dat noemen we de ARfD (Acute Referentie Dosis).

Maximale residulimiet (MRL)

Van elk gewasbeschermingsmiddel is vastgesteld hoeveel ervan uiteindelijk in levensmiddelen mag achterblijven. Dit is een wettelijke norm: de maximale residulimiet, de MRL.

De MRL's worden vastgesteld op basis van 2 zaken:

  • bescherming volksgezondheid
  • goed landbouwkundig gebruik

Goed landbouwkundig gebruik

Goed landbouwkundig gebruik betekent dat bedrijven niet meer bestrijdingsmiddelen gebruiken dan nodig is om een ziekte of plaag goed te bestrijden. In de praktijk bepaalt met name dit goed landbouwkundig gebruik de grens.

Dit betekent dat MRL's op een lager niveau liggen dan vanuit gezondheidsoogpunt noodzakelijk is. Als de MRL niet wordt overschreden, worden dus ook de ADI en de ARfD niet overschreden. Uit onze berekeningen blijkt ook dat er vrijwel nooit sprake is van een gevaar voor de volksgezondheid, als een MRL wel wordt overschreden.

Meldplicht

Ondernemers moeten het melden als een MRL mogelijk wordt overschreden.

In de praktijk

In de praktijk wordt de ADI nooit  overschreden. Het is onwaarschijnlijk dat iemand levenslang hetzelfde product met dezelfde hoeveelheid bestrijdingsmiddelen eet. Het komt ook zelden voor dat de ARfD wordt overschreden. De strenge eisen voor goed landbouwkundig gebruik zorgen hiervoor.

Als zowel de MRL als de ARfD wordt overschreden, is er een gevaar voor de volksgezondheid en worden de producten zo snel mogelijk uit de handel gehaald.

Normen voeding voor specifieke groepen

Zuigelingen, jonge kinderen en zieke mensen zijn kwetsbaar. Daarom zijn er strenge normen voor producten voor deze groepen consumenten. De producten mogen niet meer dan 0,01 milligram per kilogram (mg/kg) residuen van pesticiden bevatten. Voor een aantal specifieke pesticiden gelden nog striktere maximale gehaltes.

Meer informatie vindt u in het Handboek Regelgeving Voeding voor specifieke groepen.