Inspectieresultaten derogatie 2022
Bij het gebruik van mest moeten landbouwbedrijven rekening houden met de hoeveelheid stikstof en fosfaat. Hiervoor geldt een wettelijk maximum. Voor bedrijven met een derogatievergunning geldt een hoger maximum voor stikstof. De NVWA voert inspecties uit bij deze bedrijven. We controleren of zij voldoen aan de voorwaarden voor derogatie.
Derogatieverlening
De Europese Commissie heeft voor de periode 2022-2025 aan Nederland derogatie verleend. Dat betekent dat ons land meer stikstof uit mest mag gebruiken dan andere EU-landen. De Europese commissie eist wel dat de Nederlandse overheid toezicht houdt op de voorwaarden voor deze beschikking. De NVWA moet bij minstens 5% van de bedrijven met een derogatievergunning fysieke inspecties uitvoeren.
Wij zijn pas in 2023 gestart met de controle op de derogatievoorwaarden van 2022. Dit heeft te maken met late afgifte van de nieuwe derogatiebeschikking aan Nederland. De Europese commissie gaf deze af op 15 september 2022. De beschikking geldt voor de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2025.
Volgens de Europese regels mag op landbouwgrond 170 kilogram stikstof uit dierlijke mest per hectare per jaar gebruikt worden. Bedrijven met een derogatievergunning mogen meer stikstof uit graasdiermest gebruiken. In 2022 ging het om 230 of 250 kg per hectare per jaar: 230 kg op de centrale en zuidelijke zand- en lössgronden, en 250 kg op de overige gebieden en grondstoffen.
Landbouwbedrijven kunnen een derogatievergunning aanvragen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). In vergelijking met voorgaande jaren waren er in 2022 minder landbouwbedrijven die een derogatievergunning hebben aangevraagd.
Landbouwbedrijven met een vergunning moeten voldoen aan de voorwaarden van de derogatiebeschikking. Ten opzichte van de derogatiebeschikking 2020-2021 bevat de nieuwe derogatiebeschikking aanvullende verplichtingen, zoals de invoering van Nutriënten Verontreinigde (NV) gebieden en bufferstroken. Deze voorwaarden gaan pas in 2023 in.
De NVWA werkt nauw samen met RVO. Wij overleggen met RVO over de uitvoering van de inspecties en de afhandeling van de overtredingen. Hierbij werken we volgens de afspraken die vastgelegd zijn in de Versterkte Handhavingsstrategie (VHS) mest.
Vergunningen en uit te voeren fysieke controles
Voor het jaar 2022 zijn er 15.277 vergunningen verleend door RVO. De NVWA moet bij minimaal 5% van deze bedrijven controleren of zij aan de voorwaarden van de artikelen 7 en 8 van de derogatiebeschikking voldoen. Hierbij controleren wij deels risicogericht en deels aselect. Risicogericht betekent dat we inspecties uitvoeren bij bedrijven waar meer risico bestaat op overtredingen en bij a-selecte controles heeft ieder bedrijf evenveel kans om in de steekproef te vallen.
Inspectieresultaten: fysieke controle bij 451 bedrijven
Op 5 mei 2023 hadden wij 3% van de bedrijven met een derogatievergunning voor 2022 fysiek geïnspecteerd. In totaal ging het om 451 bedrijven. Over het jaar 2022 moeten wij dus nog 2% van de bedrijven controleren. De informatie hierover nemen wij op in de rapportage over 2023.
Tot en met 5 mei 2023 hebben we 451 bedrijven fysiek gecontroleerd. Dit is 3% van de bedrijven die een derogatievergunning hebben aangevraagd in 2022.
423 van de 451 bedrijven voldeden aan alle derogatievoorwaarden. Bij 28 bedrijven werd niet aan 1 of meerdere derogatievoorwaarden voldaan. Dat is een percentage van 6,2%. Dit betekent dat er meer van de (tot nu toe) gecontroleerde bedrijven aan de voorwaarden voldoen dan in 2021. Toen was de vorige derogatiebeschikking nog van kracht, en controleerden we of bedrijven aan de toen geldende derogatievoorwaarden voldeden. In 2021 was 12% van de inspecties niet akkoord.
Controleresultaten derogatie | Aantal bedrijven |
---|---|
Akkoord | 423 |
Niet-akkoord | 28 |
Totaal | 451 |
Overtredingen
De meest voorkomende overtredingen van de derogatievoorwaarden waren:
- onjuist uitgevoerd of geen/ te weinig geldende grondmonsters
Dit zagen we bij 20 bedrijven. - onjuist of onvolledig bemestingsplan
Dit zagen we bij 8 bedrijven.
Daarnaast zagen we dat enkele bedrijven zich niet aan andere voorwaarden hielden. Deze bedrijven overschreden bijvoorbeeld 1 of meerdere gebruiksnormen of ze hielden zich niet aan het Besluit gebruik meststoffen (BGM).
Hoe hebben we gehandhaafd?
Voor elke overtreding hebben we een maatregel genomen conform het interventiebeleid.
Bij een aantal overtredingen bestaat volgens het interventiebeleid de mogelijkheid tot herstel. Als een overtreding hersteld wordt, sturen wij een schriftelijke waarschuwing naar het gecontroleerde bedrijf.
In andere gevallen maken wij een rapport van bevindingen op. Dit gebeurt bijvoorbeeld als de overtreding niet hersteld wordt of niet te herstellen is. En ook als er meerdere overtredingen zijn of als het landbouwbedrijf zich niet aan de administratieve verplichten houdt. Het rapport van bevindingen sturen we naar RVO, die vervolgens de derogatievergunning kan intrekken.
Vervolgacties en/of sanctiemaatregelen
In totaal hebben wij 17 schriftelijke waarschuwingen afgegeven voor overtredingen die zijn hersteld. Daarnaast hebben we 23 rapporten van bevindingen opgemaakt. Deze hadden betrekking op de derogatievoorwaarden en/of administratieve verplichtingen.
Vervolgacties en/of sanctiemaatregelen | Aantal |
---|---|
Schriftelijke waarschuwing | 17 |
Rapport van bevindingen | 23 |
Vervolgaanpak: afbouw derogatie
De derogatiebeschikking loopt in 2025 af. De derogatie wordt de komende jaren stapsgewijs afgebouwd. Vanaf 2026 is er geen derogatie meer voor Nederland en mag er nog slechts 170 kg stikstof uit dierlijke mest per hectare worden uitgereden. Dit betekent dat de druk op de mestmarkt groter wordt en dit kan gevolgen hebben voor de naleving.