Rol NVWA bij konijnen
De NVWA houdt toezicht op regels voor dierenwelzijn, diergezondheid en de gezondheid van mensen. De gezondheid van mensen kan aan de orde zijn bij het consumeren van producten, of in de omgang met dieren.
Het bedrijfsleven is verantwoordelijk voor het produceren van veilig voedsel en het verstrekken van de juiste informatie aan afnemers, zowel in de keten als aan de consumenten. De NVWA grijpt in als bedrijven wet- en regelgeving bewust of onbewust niet naleven of frauderen.
Vlees is een kwetsbaar product. Daarom controleert de NVWA bij diverse schakels in het productieproces. Als er vermoedens zijn van fraude start de NVWA een onderzoek in de hele keten: van slachthuizen tot uitsnijderijen die karkassen verwerken, en van koel- en vrieshuizen tot vleesverwerkende productiebedrijven. Als daar aanleiding voor is, treedt de NVWA bestuursrechtelijk of strafrechtelijk op en kunnen vergunningen worden ingetrokken of geschorst. Bij fraudevermoedens krijgt de voedselindustrie ook zelf de opdracht onderzoek te doen naar de authenticiteit van hun producten. Met andere woorden: de voedselindustrie controleert of het etiket overeenkomt met de inhoud van het product.
Betrokken bedrijven moet vlees waarvan de herkomst onduidelijk is terugroepen bij de afnemers. De NVWA ziet toe op de juiste uitvoering van de terugroepactie.
Uitvoering inspecties
De NVWA inspecteert de eisen van de Wet dieren en het Besluit houders van dieren, hoofdstuk 2, paragraaf 6a. De NVWA let tijdens deze inspecties op de verschillende welzijnseisen die er zijn voor het bedrijfsmatig houden van konijnen.
Sancties
Niet naleven kan naast een proces-verbaal of boeterapport, ook leiden tot korting op de inkomenssteun. Daarnaast kan de NVWA bestuursrechtelijk optreden om een situatie die het welzijn van bedrijfsmatig gehouden konijnen ernstig schaadt, zo spoedig mogelijk te laten herstellen.
Toezicht bij proefdierinstellingen
In Nederland worden dierproeven met konijnen verricht in speciale proefdierinstellingen. De NVWA houdt hier toezicht op de naleving van de 'Wet op de Dierproeven' (Wod).
De NVWA-inspecteur controleert of:
- De huisvesting van de dieren voldoet aan de wettelijke regeling.
- Er schuilmogelijkheden, nestmateriaal, bedding en speeltjes in de kooien aanwezig zijn.
- De dieren zorgvuldig worden behandeld en verzorgd.
- De onderzoekers en dierverzorgers de juiste opleidingen hebben.
- Een dierexperimentencommissie (DEC) positief heeft geadviseerd over een dierproef.
De voorwaarden en beperkingen die verbonden zijn aan de vergunning voor het vervaardigen van genetisch gemodificeerde dieren worden ook door de NVWA gecontroleerd. Daarnaast wordt er bij inspecties in het kader van de Wod op toegezien dat er geen biotechnologische handelingen bij dieren werden verricht zonder vergunning.
Meer informatie
Eisen voor instellingen die dierproeven doen of proefdieren fokken