De NVWA voert verschillende welzijnsinspecties uit, gericht op het welzijn van vleeskuikens op het primaire bedrijf. Op de primaire bedrijven vindt zowel fysiek als administratief toezicht plaats. Op basis van data-analyses houden we administratief toezicht op de bezetting in de stallen. Daarnaast kijken we in de pluimveeslachterijen naar welzijnsindicatoren die iets zeggen over de dierwelzijnsomstandigheden op het primaire bedrijf.
Samenvatting
Bij 45, veelal risicogebaseerde welzijnsinspecties op primaire bedrijven, was de inspectie 26 keer akkoord en 19 keer niet akkoord. Afwijkingen hadden vooral betrekking op de kwaliteit van het strooisel, het niet correct melden van voetzoollaesiesscore en het niet (correct) of tijdig melden van stal- en koppelgegevens.
Uit administratief onderzoek van 9.656 afgevoerde koppels in de hoogste bezettingscategorie waren 9.507 koppels akkoord en bleek dat er bij 149 koppels sprake was van overbezetting.
In Nederlandse pluimveeslachterijen zijn ongeveer 14.000 Nederlandse koppels vleeskuikens geslacht. Welzijnsafwijkingen die duiden op slechte dierenwelzijnsomstandigheden in de stal hebben geleid tot 307 interventies. Bij de circa 9.250 vanuit het buitenland aangevoerde koppels is 888 keer een melding gedaan in verband met welzijnsafwijkingen die zijn ontstaan in de stal.
Resultaten welzijnsinspecties
Inspecties primair bedrijf
Door corona en vogelgriep zijn er in 2021 minder fysieke inspecties uitgevoerd dan gepland.
Aantal inspecties primair bedrijf
type inspectie
aantal inspecties
akkoord
niet akkoord
Entreemonitoring (met welzijnsinspectie)
8
4
4
Risicobedrijven verscherpt toezicht
2
1
1
(Interne) meldingen
23
11
12
Overig
1
0
1
Verbeterplannen
5
5
0
Herinspecties
6
5
1
Totaal
45
26
19
In totaal hebben de 19 inspecties die niet akkoord waren, geleid tot 1 mededeling ter plaatse, 16 schriftelijke waarschuwingen en 6 rapporten van bevindingen ten behoeve van een bestuurlijke boete. Per inspectie kunnen meerdere afdoeningen worden opgemaakt.
Entreemonitoring
Bij dit type inspectie gaat het om fysieke bedrijfsinspecties bij nieuwe of verbouwde stallen. Tijdens de inspectie wordt gecontroleerd of de vleeskuikenhouder de juiste stalgegevens heeft geregistreerd in het Koppel Informatiesysteem Pluimvee (KIP). Bij deze inspecties wordt meestal ook een welzijnsinspectie op het bedrijf uitgevoerd.
Risicobedrijven verscherpt toezicht
Vleeskuikenbedrijven die binnen 2 jaar 3 zware interventies (boeterapport of proces-verbaal) hebben gehad, worden geselecteerd voor een inspectie. Op deze bedrijven bestaat een verhoogd risico voor het dierenwelzijn. Wanneer deze bedrijven overtredingen blijven begaan, komen ze in verscherpt toezicht.
Meldingen
Binnengekomen meldingen zijn beoordeeld en waar nodig uitgezet voor een fysieke inspectie. Dit kunnen interne meldingen zijn vanuit het toezicht in een pluimveeslachterij, maar ook externe meldingen.
Overig
Bij de groep ‘overig’ gaat het om inspecties die niet op basis van een selectie of melding uitgevoerd worden. Hierbij gaat het onder andere om inspecties die zijn uitgevoerd naar aanleiding van een ander soort inspectie op het bedrijf.
Verbeterplannen
Bedrijven die in 2019 én 2020 een gemiddelde voetzoollaesiescore hadden van meer dan 80 punten voor één of meerdere stallen, moesten een verbeterplan opstellen en uitvoeren. Via administratieve inspecties op afstand is geïnspecteerd of vleeskuikenhouders bewijsstukken konden aanleveren waaruit bleek dat de in 2020 ingediende verbeterplannen zijn uitgevoerd.
Herinspecties
Herinspecties vinden plaats als tijdens een eerdere inspectie een overtreding is geconstateerd. Er zit enige tijd tussen de oorspronkelijke inspectie en de herinspectie. De herinspectie kan daarom in een opvolgend kalenderjaar plaatsvinden. Herinspecties kunnen zowel fysiek als administratief worden uitgevoerd.
Tijdens de fysieke bedrijfsinspecties zijn verschillende soorten overtredingen vastgesteld, zowel fysieke overtredingen in de stal (19) als administratieve overtredingen (23).
Vastgestelde fysieke overtredingen hadden betrekking op:
de kwaliteit van het strooisel
de verzorging van gewonde of zieke kuikens
afstelling drinkvoorziening leidt tot pijn of letsel
overbezetting
gecumuleerde dagelijkse mortaliteit hoger dan de norm
geen passende noodvoorziening voor ventilatie
afwijkingen op het gebied van verlichting en ventilatie
het niet juist bijhouden van sterfte en resterende kuikens
het registreren van een onjuiste staloppervlakte
het niet correct of tijdig melden van koppelgegevens
het niet (correct) bijhouden van een register medische zorg
het niet of onjuist doorgeven van de aangehouden bezettingsdichtheden
het te laat indienen van een verbeterplan
het onjuist registreren van de voetzoollaesiesscore
Administratieve onderzoeken overbezetting stallen
Aantal koppels geanalyseerd
Aantal overtredingen
Aantal interventies
Aantal bedrijven met interventie
Administratief toezicht hoogste bezettingscategorie (39 tot 42 kg/m2)
9.656
149
69
59
Meerdere overtredingen van 1 bedrijf kunnen worden geclusterd binnen 1 interventie. De interventies resulteerden in 38 schriftelijke waarschuwingen en 31 rapporten van bevindingen voor een bestuurlijke boete.
Bij dit type inspectie gaat het om administratief toezicht op overbezetting in de stal. Administratief toezicht vindt plaats op basis van data-analyses. Bij dit toezicht wordt onder meer gebruik gemaakt van informatie over stalafmetingen en totale slachtgewicht.
Welzijnsinspecties pluimveeslachterijen
aantal geslachte koppels
aantal meldingen
aantal kennisgevingen
Aantal rapporten van bevindingen
totaal aantal interventies
Koppels uit Nederland
circa 14.000
34
223
50
307
Koppels uit België
circa 2.100
537
-
-
537
Koppels uit Duitsland
circa 7.150
351
-
-
351
In totaal hadden de interventies bij koppels uit Nederland betrekking op 131 verschillende bedrijven. Dat is 18% van het totaal aantal vleeskuikenbedrijven in Nederland.
Over de welzijnsafwijkingen die zijn geconstateerd bij koppels van buitenlandse vleeskuikenbedrijven zijn meldingen verstuurd naar de officiële autoriteiten van de betreffende landen. In verband hiermee is de NVWA in gesprek met deze buitenlandse autoriteiten.
Door middel van een screening worden in de pluimveeslachterijen koppels geïnspecteerd op welzijnsafwijkingen, zoals voetzoollaesies en hakdermatitis. Deze afwijkingen duiden op slechte dierenwelzijnsomstandigheden in de stal. Als deze afwijkingen worden waargenomen, wordt er een steekproef uitgevoerd om het koppel verder te beoordelen.
Bij een eerste waarneming wordt een kennisgevingsbrief verstuurd aan de pluimveehouder, waarin wordt gewezen op de verplichting om passende maatregelen te nemen. Wanneer bij een volgende waarneming met betrekking tot dezelfde stal wordt vastgesteld dat er geen passende maatregelen zijn genomen, wordt een rapport van bevindingen ten behoeve van een bestuurlijke boete opgemaakt.
Voor scharrel- en biologische bedrijven zijn de specifieke welzijnseisen voor vleeskuikens niet van toepassing. Deze bedrijven worden naar aanleiding van een waarneming in het slachthuis, fysiek geïnspecteerd.
Als een inspectie niet akkoord is, wordt er door de inspecteur gehandhaafd. De inspecteur kan ter plaatse een mededeling doen, een schriftelijke waarschuwing, een rapport van bevindingen (ook wel ‘boeterapport’ genoemd) of een proces-verbaal opmaken. Een rapport van bevindingen kan resulteren in een bestuurlijke boete en indien nodig in het opleggen van een maatregel om de overtreding te herstellen. Een proces-verbaal wordt ingediend bij het Openbaar Ministerie, waarna de zaak strafrechtelijk kan worden afgedaan. Een bestuurlijke boete of proces-verbaal kan gecombineerd worden met een herstelmaatregel, zoals een last onder dwangsom.
Meer informatie
Meer informatie over onze werkwijze bij welzijnsinspecties vleeskuikens, de wetgeving en maatregelen vindt u op de pagina Rol NVWA bij pluimvee en op de pagina interventiebeleid.