Dieren beschermen tegen kou
Veehouders zijn verplicht om hun dieren in de wei te beschermen tegen koud en nat weer. Zo kunnen zij voorkomen dat de dieren last krijgen van koudestress. Hier leest u hoe u als veehouder uw dieren kunt beschermen tegen koud en nat weer. En wat u moet doen als u een dier ziet dat last heeft van koudestress.
Wat is koudestress?
Heeft een dier zoveel last van de kou dat het ongezond is voor het dier? Dan spreken we over koudestress. Koudestress kan mild, matig of ernstig zijn. Bij milde koudestress beschermen de meeste dieren zichzelf tegen de kou. Bijvoorbeeld door hun vacht omhoog te zetten, tegen elkaar aan te gaan staan of liggen en beschutting op te zoeken. Een rillend dier kan last hebben van matige koudestress.
Symptomen waaraan u ernstige koudestress kunt herkennen zijn:
- De dieren zijn lusteloos of verliezen hun coördinatie.
- De dieren zijn gedeeltelijk of helemaal buiten bewustzijn.
Koudestress komt niet alleen door een lage temperatuur. Wind, regen en luchtvochtigheid kunnen ook zorgen voor koudestress.
Ik ben veehouder. Hoe bescherm ik mijn dieren tegen kou?
Bent u veehouder? U moet alle dieren beschermen tegen extreme weersomstandigheden, zoals kou. Dit staat in artikel 1.6 lid 3 van het Besluit houders van dieren. Ook dieren die u in een natuurgebied houdt moet u beschermen. Wilde dieren vallen hier niet onder.
U kunt uw dieren op verschillende manieren beschermen tegen kou:
- Haal de dieren naar binnen.
- Zorg voor een droge ligplaats.
- Zorg voor voldoende schoon en vers drinkwater.
- Zorg voor voldoende beschutting. Zodat de dieren niet hoeven te vechten om een schuilplaats. Denk aan schuilhokken, bomen, struiken, heggen, houtwallen of aardewallen.
- Let extra op zieke, magere en jonge dieren. Deze dieren kunnen namelijk slechter tegen de kou.
Ik zie een dier dat last heeft van kou
Ziet u een dier in de wei staan dat zichtbaar last heeft van de kou? Herkent u 1 of meerdere symptomen van matige en ernstige koudestress? Probeer dan eerst zelf met de veehouder in contact te komen, zodat hij de situatie kan herstellen. Lukt dit niet, dan kunt u bij ons een melding doen.
Let daarbij op het volgende:
- Is er genoeg beschutting? Denk bijvoorbeeld aan schuilhokken, bomen of struiken.
- Kunnen de dieren droog liggen? Als dieren geen droge ligplaats hebben, krijgen ze het sneller koud. Nat gras is geen probleem, maar modderige en drassige weilanden kunnen dit wel zijn.
- Wat voor dieren zijn het? Schapen en runderen kunnen bijvoorbeeld goed tegen de kou. Ezels en geiten kunnen minder goed tegen winterse omstandigheden en regen. Deze dieren hebben altijd een schuilplaats nodig.
- Zijn er jonge dieren bij? Bijvoorbeeld pasgeboren lammetjes, kalveren of veulens? Jonge dieren kunnen minder goed tegen koud of nat weer dan oudere dieren.
- Hebben de dieren symptomen van matige of ernstige koudestress? Bekijk de symptomen van koudestress.
Melding doen over boerderijdieren
Geef bij een melding de exacte locatie door. Voeg foto's of filmpjes toe waarop de dieren en hun locatie duidelijk te zien zijn.
Geef ook een duidelijke omschrijving door. Beantwoord daarbij de volgende vragen:
- Wat ziet u?
- Waar zijn de dieren?
- Om welke dieren gaat het?
- Om hoeveel dieren gaat het?
Onze inspecteurs beoordelen of het dierenwelzijn in gevaar is. In veel gevallen bellen wij eerst de houder van de dieren, zodat die zelf maatregelen kan nemen. Is er sprake van een acuut geval? Dan volgt een inspectie.
Melding doen over gezelschapsdieren
Wilt u een melding doen over gezelschapsdieren of paarden die door particulieren worden gehouden? Bel dan de politie via telefoonnummer 144. Of bel 112 bij spoed. U kunt hiervoor niet bij ons terecht.