Voedseltelers

Hepatitis A-virus verspreidt zich makkelijk, ook via voedsel. Wanneer er geelzucht heerst, is het verstandig om extra hygiënisch te werk te gaan.

Bij het telen van voedsel is het belangrijk géén water te gebruiken dat besmet kan zijn met (menselijke) ontlasting. Medewerkers met geelzucht moeten wegblijven bij de teelt. Zij mogen pas terugkeren na ten minste 1 week na het ontstaan van de geelzucht en alleen onder strikte handhygiëne. Vanaf dit moment daalt de besmettelijkheid, maar kan het virus nog wel aanwezig zijn in de ontlasting.

Bedrijven moeten nagaan of in de periode vóór de ziekteverschijnselen - de periode met de grootste besmettelijkheid - voedsel besmet geraakt kan zijn wat een risico vormt voor de voedselveiligheid.

• Terugkeer naar de voedselproductie en voedselbereiding mag pas na ten minste 1 week na het ontstaan van de geelzucht en alleen onder strikte handhygiëne. Vanaf dit moment daalt de besmettelijkheid, maar kan nog wel aanwezig zijn. Omdat maar weinig virusdeeltjes nodig zijn om ziek te worden, is toepassen van strikte handhygiëne met gebruik van water en zeep gedurende enkele weken na het ontstaan van de geelzucht belangrijk.
• Alle medewerkers (ook de niet zieke mensen) dienen strikte handhygiëne te volgen. Zeker als men in aanraking komen met ontlasting van zieke mensen (bijvoorbeeld tijdens de ziekenverzorging of het schoonmaken van toiletten). 
• In toiletruimten moet  altijd een handenwasgelegenheid zijn voorzien van stromend water, zeep en (het liefst) wegwerphanddoekjes.
• Alle mensen die betrokken zijn bij de bereiding van voedsel moeten kennis hebben èn gebruikmaken van goede handhygiëne na toiletgebruik en herhaaldelijk aan de noodzaak daarvan worden herinnerd.
• Bedrijven moeten hun personeel voorlichten over de besmettelijkheid van het hepatitis A-virus. En hen bij een voorgenomen buitenlandse reis naar een land waar hepatitis A veel voorkomt, adviseren zich te informeren en eventueel te laten vaccineren bij de GGD.