Algemene regels voor het doden van dieren op de veehouderij

Gaat u zelf een dier doden of slachten op uw bedrijf? Zorg dat het dier zo min mogelijk lijdt en zo min mogelijk pijn en spanning ervaart.

Belangrijkste voorwaarde: let op het welzijn van het dier

Als veehouder bent u wettelijk verplicht om goed voor uw dieren te zorgen. Deze plicht geldt ook rondom het levenseinde van een dier. Houd u daarom altijd aan de volgende regels als u een dier doodt of laat doden op uw veehouderij:

  • Bespaar het dier elke vermijdbare vorm van pijn, spanning of lijden.
  • Bedwelm het dier voor u het doodt. Dit betekent dat u het dier eerst bewusteloos maakt. Onbedwelmd doden is alleen toegestaan in een slachthuis dat hiervoor speciaal toestemming heeft gekregen.
  • Dood het dier op een manier die bij de soort, de leeftijd en het gewicht past.
  • Dood het dier alleen zelf als u hier genoeg kennis en ervaring voor heeft.
  • Gebruik goedwerkende apparatuur.

Wettelijke regels voor doden van dieren buiten het slachthuis

De wettelijke regels voor het doden van dieren buiten het slachthuis staan in EU-Verordening 1099/2009 inzake de bescherming van dieren bij het doden. Als u een dier slacht op uw eigen bedrijf heeft u ook te maken met het Besluit houders van dieren. Hierin staan aanvullende eisen, bijvoorbeeld voor het bedwelmen van dieren.

Zorg dat u goed op de hoogte bent van de wettelijke regels en aanvullende eisen als u besluit een dier te doden of slachten.

Redenen om zelf een dier te doden

Als professioneel dierhouder kunt u verschillende redenen hebben om zelf een dier te doden. Bijvoorbeeld:

  • Euthanasie: u wilt het dier uit zijn lijden verlossen of u wilt voorkomen dat het dier lijdt.
  • U wilt het dier slachten om het zelf op te eten of u wilt vlees leveren aan anderen.
  • Noodslachting: het dier kan niet meer vervoerd worden naar het slachthuis.

Wat de reden ook is, houd u altijd aan de regels.

Dier doden vanwege ernstig lijden

Misschien wilt u een dier doden omdat het ernstig lijdt. Bijvoorbeeld een dier dat ziek of gewond is, en niet meer op een andere manier kan worden geholpen. Of een dier met een aangeboren afwijking. In dit soort situaties kunt u de dierenarts inschakelen, maar wettelijk gezien mag u ook zelf ingrijpen.

In de praktijk kan het lastig zijn om te bepalen of euthanasie een passende oplossing is. Misschien is niet duidelijk hoe erg het dier lijdt of weet u niet zeker of er nog behandeling mogelijk is. Overleg dan met de dierenarts. Op de website van de Universiteit Utrecht vindt u ook beslisondersteuners voor euthanasie bij biggen en varkens, lammeren en schapen en konijnen.

Dier slachten voor eigen consumptie

Wilt u op uw eigen bedrijf een dier slachten voor menselijke consumptie? Dat mag als u dit doet voor eigen gebruik, dus voor uw eigen huishouden. Dit heet ook wel ‘particulier huishoudelijk verbruik’ of ‘thuisslacht’.

Let op: paarden, pony’s en runderen mag u niet zelf slachten voor menselijke consumptie. Dit geldt ook voor loopvogels als struisvogels en emoes.

Dier slachten om vlees te leven aan anderen

Hazen, konijnen en pluimvee mag u ook slachten om kleine hoeveelheden vlees te leveren aan anderen. Bijvoorbeeld aan consumenten, horeca of plaatselijke detailhandel. Met kleine hoeveelheden bedoelen we:

  • konijnen en hazen: maximaal 50 per week en maximaal 500 per jaar
  • pluimvee: maximaal 200 stuks per week en maximaal 2000 per jaar

Noodslachting

Heeft u te maken met een gewond dier dat eigenlijk voor de slacht is bedoeld? Als het dier niet meer naar het slachthuis kan worden vervoerd, mag u het dier ook op uw bedrijf bedwelmen en doden door uitbloeden. Het gaat dan om een noodslachting. Een belangrijke voorwaarde hiervoor is keuring door een dierenarts terwijl het dier nog leeft.

Als het dier gedood is kan het alsnog naar het slachthuis voor verdere verwerking, zoals onthuiden en uitbenen. Het vlees mag daarna aangeboden worden voor menselijke consumptie.

Informatie voor dierenartsen staat in het document Regels over noodslachtingen voor praktiserende dierenartsen.

Aan welke eisen moet ik zelf voldoen?

In de EU-verordening staat dat dieren alleen gedood mogen worden door iemand die vakbekwaam is. Dit is nodig om pijn, spanning en lijden bij de dieren zoveel mogelijk te voorkomen. In de praktijk worden daarom de volgende eisen gesteld aan degene die het dier doodt (de uitvoerder):

  • De uitvoerder weet veel over de betreffende diersoort. Hij of zij begrijpt bijvoorbeeld waarom een dier zich op een bepaalde manier gedraagt en herkent of het dier zich wel of niet prettig voelt.
  • De uitvoerder kan het dier doeltreffend doden. De handeling heeft zo min mogelijk impact op het welzijn van het dier.
  • De uitvoerder kan vaststellen of het dier bewusteloos is.
  • De uitvoerder kan vaststellen of het dier dood is.

Weet u niet zeker of u genoeg kennis en ervaring heeft om een dier te doden? Schakel dan altijd een dierenarts in.

Houd het veilig

Let er verder altijd op dat de situatie veilig is voor degene die het dier doodt.