Regels gebruik dierlijk eiwit in voeding landbouwhuisdieren

De EU heeft maatregelen genomen om verspreiding van ziekten zoals BSE en scrapie via diervoeder tegen te gaan: de 'feedban'. Deze beperkt het gebruik van dierlijke eiwitten en andere producten van dierlijke oorsprong in de voeding van landbouwhuisdieren.

Welke producten zijn toegestaan? Welke zijn verboden?

De regels voor het gebruik van dierlijk eiwit en enkele andere producten in de voeding van landbouwhuisdieren staan in bijlage IV van Verordening (EG) nr. 999/2001 (TSE-verordening). In het overzicht hieronder hebben we voor samengevat welke diersoorten u niet, of juist wel mag voederen met dierlijke eiwitten of andere producten. U vindt hierin ook een verwijzing naar de voorwaarden waaronder dit is toegestaan.

Dit betekenen de kleuren:

Groen bolletje. Dit betekent dat het bedrijf of het merk aan alle eisen voldoet.

Toegestaan

Geel bolletje. Dit betekent dat er verbeterpunten zijn vastgesteld.

Toegestaan onder voorwaarden

Oranje bolletje. Dit betekent dat er ernstige tekortkomingen zijn geconstateerd.

Gedeeltelijk toegestaan onder voorwaarden, gedeeltelijk verboden

Verboden

Kies een voedermiddel

Klik op diergroep voor meer informatie over de voorwaarden

Vismeel
1. Onder vismeel verstaan we verwerkte dierlijke eiwitten die zijn geproduceerd uit waterdieren.
  - Verwerkte dierlijke eiwitten zijn dierlijke eiwitten die geproduceerd zijn volgens de voorschriften uit bijlage X, hoofdstuk II, afdeling I, van Verordening (EG) nr. 142/2011 (Uitvoeringsverordening dierlijke bijproducten).
  - Onder de waterdieren vallen vissen, maar ook ongewervelde dieren zoals weekdieren en schaal- en schelpdieren. Daarbij kan het ook gaan om gekweekte dieren. In vismeel mogen tevens zeesterren van de soort Asterias rubens verwerkt worden, die in een productiegebied van weekdieren zijn verzameld. Zeezoogdieren mogen niet worden verwerkt in vismeel.
2. Pelsdieren
3. Aquacultuurdieren
  Het gebruik van vismeel in de voeding van aquacultuurdieren is toegestaan. Hierbij geldt dat:
  - het vismeel niet afkomstig mag zijn van (delen van) gekweekte vis van dezelfde soort;
  - voldaan moet worden aan de voorwaarden uit bijlage IV, hoofdstuk III, en hoofdstuk IV, deel A van Verordening (EG) nr. 999/2001.
4. Andere niet-herkauwende landbouwhuisdieren
5. Herkauwers
  - Het gebruik van vismeel in de voeding van herkauwers is uitsluitend toegestaan als het gaat om melkvervangers voor niet-gespeende herkauwers. Hierbij gelden de voorwaarden uit bijlage IV, hoofdstuk IV, deel E van Verordening (EG) nr. 999/2001.
  - Het gebruik van vismeel in andere voeders voor herkauwers is verboden.
Insecteneiwit
1. Onder insecteneiwit verstaan we verwerkte dierlijke eiwitten die zijn geproduceerd uit gekweekte insecten.
  - Verwerkte dierlijke eiwitten zijn dierlijke eiwitten die geproduceerd zijn volgens de voorschriften uit bijlage X, hoofdstuk II, afdeling I, van Verordening (EG) nr. 142/2011 (Uitvoeringsverordening dierlijke bijproducten).
  - Gekweekte insecten worden beschouwd als landbouwhuisdieren. Alleen de volgende soorten mogen worden gebruikt voor de productie van insecteneiwit:
    - de zwarte soldaatvlieg (Hermetia illucens) en de huisvlieg (Musca domestica)
    - de meeltor (Tenebrio molitor) en de piepschuimkever (Alphitobius diaperinus)
    - de huiskrekel (Acheta domesticus), de dierentuinkrekel (Gryllodes sigillatus) en de steppenkrekel (Gryllus assimilis)
    - de zijderups (Bombyx mori)
2. Pelsdieren
3. Aquacultuurdieren, pluimvee en varkens
  
  Het gebruik van insecteneiwit in de voeding van aquacultuurdieren, pluimvee en varkens is toegestaan. Voor de productie, het in de handel en het gebruik van insecteneiwit en mengvoeders die dat bevatten gelden de algemene voorwaarden uit bijlage III en de specifieke voorwaarden uit bijlage IV, hoofdstuk IV, deel F, van Verordening (EG) nr. 999/2001.
4. Andere niet-herkauwende landbouwhuisdieren
5. Herkauwers
Andere verwerkte dierlijke eiwitten dan vismeel en insecteneiwit
1. Verwerkte dierlijke eiwitten zijn dierlijke eiwitten die geproduceerd zijn volgens de voorschriften uit bijlage X, hoofdstuk II, afdeling I, van Verordening (EG) nr. 142/2011 (Uitvoeringsverordening dierlijke bijproducten).
2. Pelsdieren
3. Aquacultuurdieren
  Het gebruik van andere verwerkte dierlijke eiwitten dan vismeel of insecteneiwit in de voeding van aquacultuurdieren is toegestaan. Hierbij geldt dat:
  - het verwerkt dierlijk eiwit uitsluitend geproduceerd mag zijn uit materiaal van niet-herkauwers;
  - voldaan moet worden aan de voorwaarden uit bijlage IV, hoofdstuk III, en hoofdstuk IV, deel D van Verordening (EG) nr. 999/2001.
4. Pluimvee
  Het gebruik van andere verwerkte dierlijke eiwitten dan vismeel of insecteneiwit in de voeding van pluimvee is uitsluitend toegestaan als:
  - het gaat om verwerkte dierlijke eiwitten afkomstig van varkens;
  - bij de productie, het in de handel en het gebruik van verwerkte dierlijke eiwitten afkomstig van varkens en mengvoeders die dat bevatten wordt voldaan aan de algemene voorwaarden uit bijlage III en de specifieke voorwaarden uit bijlage IV, hoofdstuk IV, deel G, van Verordening (EG) nr. 999/2001.
5. Varkens
  Het gebruik van andere verwerkte dierlijke eiwitten dan vismeel of insecteneiwit in de voeding van varkens is uitsluitend toegestaan als:
  - het gaat om verwerkte dierlijke eiwitten afkomstig van pluimvee;
  - bij de productie, het in de handel en het gebruik van verwerkte dierlijke eiwitten afkomstig van pluimvee en mengvoeders die dat bevatten wordt voldaan aan de algemene voorwaarden uit bijlage III en de specifieke voorwaarden uit bijlage IV, hoofdstuk IV, deel H, van Verordening (EG) nr. 999/2001.
6. Andere niet-herkauwende landbouwhuisdieren
7. Herkauwers
Di- en tricalciumfosfaat van dierlijke oorsprong
1. Di- en tricalciumfosfaat van dierlijke oorsprong bestemd voor gebruik in diervoeder moet zijn geproduceerd volgens de voorschriften uit bijlage X, hoofdstuk II, afdeling 6 of 7, van Verordening (EG) nr. 142/2011 (Uitvoeringsverordening dierlijke bijproducten).
2. Pelsdieren
3. Aquacultuurdieren
4. Andere niet-herkauwende landbouwhuisdieren
5. Herkauwers
Bloedproducten
1. Onder bloedproducten verstaan we producten afkomstig van bloed of bloedfracties, zoals gedroogd, ingevroren of vloeibaar plasma, gedroogd volledig bloed, gedroogde, ingevroren of vloeibare rode bloedcellen. Ook fracties of mengsels daarvan vallen eronder. Bloedmeel echter niet; dat is een verwerkt dierlijk eiwit.
  
  Bloedproducten bestemd voor gebruik in diervoeder moeten zijn geproduceerd volgens de voorschriften uit bijlage X, hoofdstuk II, afdeling 2, van Verordening (EG) nr. 142/2011 (Uitvoeringsverordening dierlijke bijproducten).
2. Pelsdieren
3. Aquacultuurdieren
  Het gebruik van bloedproducten in de voeding van aquacultuurdieren is toegestaan. Hierbij geldt dat:
  - de bloedproducten geproduceerd moeten zijn uit bloed van niet-herkauwers;
  - voldaan moet worden aan de voorwaarden uit bijlage IV, hoofdstuk III, en hoofdstuk IV, deel C van Verordening (EG) nr. 999/2001.
4. Andere niet-herkauwende landbouwhuisdieren
  Het gebruik van bloedproducten in de voeding van andere niet-herkauwende landbouwhuisdieren dan aquacultuurdieren en pelsdieren is toegestaan. Hierbij geldt dat:
  - de bloedproducten geproduceerd moeten zijn uit bloed van niet-herkauwers;
  - voldaan moet worden aan de voorwaarden uit bijlage IV, hoofdstuk III, en hoofdstuk IV, deel C van Verordening (EG) nr. 999/2001.
5. Herkauwers
Collageen en gelatine
1. - Onder collageen verstaan we eiwit bestaande uit producten afkomstig van huiden, beenderen en pezen van dieren.
  - Onder gelatine verstaan we natuurlijk, oplosbaar eiwit, gelerend of niet-gelerend, verkregen door gedeeltelijke hydrolyse van collageen uit beenderen, huiden, ligamenten en pezen van dieren.
  - Collageen en gelatine bestemd voor gebruik in diervoeder moeten zijn geproduceerd volgens de voorschriften uit bijlage X, hoofdstuk II, afdeling 5 of 8, van Verordening (EG) nr. 142/2011 (Uitvoeringsverordening dierlijke bijproducten).
2. Niet-herkauwende landbouwhuisdieren (incl. pelsdieren)
3. Herkauwers
Gehydrolyseerde eiwitten
1. Onder gehydrolyseerde eiwitten verstaan we polypeptiden, peptiden, aminozuren en mengsels daarvan, die verkregen zijn door hydrolyse van dierlijke bijproducten. Gehydrolyseerde eiwitten bestemd voor gebruik in diervoeder moeten zijn geproduceerd volgens de voorschriften uit bijlage X, hoofdstuk II, afdeling 5, van Verordening (EG) nr. 142/2011 (Uitvoeringsverordening dierlijke bijproducten).
2. Pelsdieren
3. Andere landbouwhuisdieren
  Het gebruik van gehydrolyseerde eiwitten in de voeding van andere landbouwhuisdieren dan pelsdieren is toegestaan. Hierbij geldt dat de gehydrolyseerde eiwitten uitsluitend verkregen mogen zijn van:
  - materiaal van niet-herkauwers
  - huiden of vellen van herkauwers
Melk, biest en producten of derivaten daarvan
1. Melk, biest en daarvan afgeleide producten of derivaten bestemd voor gebruik in diervoeder moeten zijn geproduceerd volgens de voorschriften uit bijlage X, hoofdstuk II, afdeling 4, van Verordening (EG) nr. 142/2011 (Uitvoeringsverordening dierlijke bijproducten).
2. Alle soorten landbouwhuisdieren
Eieren en eiproducten
1. Eieren en eiproducten bestemd voor gebruik in diervoeder moeten zijn geproduceerd volgens de voorschriften uit bijlage X, hoofdstuk II, afdeling 9, van Verordening (EG) nr. 142/2011 (Uitvoeringsverordening dierlijke bijproducten).
2. Alle soorten landbouwhuisdieren