Categorie 2-materiaal
In artikel 9 van de Europese Verordening dierlijke bijproducten (Verordening EG nr. 1069/2009) staat welke dierlijke bijproducten categorie 2-materiaal zijn. Artikel 13 schrijft voor op welke manier categorie 2-materiaal kan worden gebruikt, verwerkt of verwijderd.
Wat is categorie 2-materiaal?
In het kort gaat het onder andere om:
- Mest en de inhoud van het maag-darmkanaal.
- Materiaal dat slachthuizen uitzeven bij de voorbehandeling van afvalwater.
- Dierlijke producten die residuen bevatten van bijvoorbeeld diergeneesmiddelen.
- Dierlijke producten uit derde landen die niet voldoen aan de invoereisen van de Europese Unie.
- Dieren die, op een andere manier dan door slachting voor menselijke consumptie, sterven of gedood worden. Bijvoorbeeld bepaalde kadavers van boerderijen of dieren die gedood worden om een dierziekte te bestrijden.
- Dierlijke bijproducten die niet onder categorie 1- of categorie 3-materiaal vallen. Bijvoorbeeld bedorven voedingsmiddelen of vlees dat bij de keuring tijdens het slachten ongeschikt is verklaard voor menselijke en dierlijke consumptie.
Hoe moet categorie 2-materiaal worden gebruikt, verwerkt of verwijderd?
In het algemeen geldt dat categorie 2-materiaal moet worden:
- Verwijderd als afval door verbranding, rechtstreeks* of na voorafgaande verwerking.
- Verwijderd of nuttig toegepast door meeverbranding, rechtstreeks* of na voorafgaande verwerking.
- Verwijderd op een toegestane stortplaats na voorafgaande verwerking*.
- Verstookt als brandstof, al dan niet na verwerking.
- Gebruikt voor de vervaardiging van andere producten dan diervoeders of organische meststoffen.
Afhankelijk van de aard van materiaal mag het worden:
- Gebruikt voor de vervaardiging van organische meststoffen en bodemverbeteraars, indien nodig na sterilisatie onder druk.
- Omgezet in compost of biogas, rechtstreeks of na verwerking als het gaat om mest, inhoud van het maagdarmkanaal, zuivel of eieren, en na sterilisatie onder druk als het gaat om ander categorie 2-materiaal.
- Uitgereden op het land als het gaat om mest, inhoud van het maagdarmkanaal of zuivel.
*Verwijdering door rechtstreekse verbranding/meeverbranding en storten op een afvalstortplaats is in Nederland slechts in uitzonderlijke gevallen toegestaan.
Daarnaast kan toestemming gegeven worden voor het gebruik van categorie 2-materiaal voor diagnose, onderzoek, onderwijs en culturele uitingen, en voor rechtstreeks gebruik als diervoeder voor bijvoorbeeld dierentuindieren of pelsdieren.
De Verordening dierlijke bijproducten stelt specifieke eisen aan verwijdering, verstoking, verwerking en gebruik van categorie 2-materiaal. In de Uitvoeringsverordening dierlijke bijproducten (Verordening (EU) nr. 142/2011) zijn deze verder uitgewerkt. Bedrijven moeten zich daar aan houden.
Voor kadavers gelden extra regels. De nationale wetgeving bepaalt namelijk dat kadavers binnen het werkgebied waarin zij ontstaan verwerkt moet worden. Voor enkele soorten kadavers is daarop een uitzondering gemaakt, bijvoorbeeld voor dode gezelschapsdieren die zullen worden gecremeerd in een erkend dierencrematorium.
Nederland kent op dit moment één werkgebied. Dit is toegekend aan verwerkingsbedrijf Rendac. Hier worden kadavers en ander categorie 1- en 2-materiaal verwerkt door sterilisatie onder druk (133ºC, 3 Bar gedurende tenminste 20 minuten). De producten die uit dit proces ontstaan zijn vleesbeendermeel en gesmolten vet. Deze producten worden met name gebruikt voor energiewinning, zoals de productie van biodiesel, meeverbranding of verstoking.