Risico verkeerd of verboden gebruik diergeneesmiddelen
Verkeerd of verboden gebruik van diergeneesmiddelen kan risico's opleveren voor mens, dier en milieu. Wat zijn de gevaren van verkeerd gebruik?
Resten diergeneesmiddel in levensmiddelen
Na verkeerd toepassen van een diergeneesmiddel of het niet nakomen van de wachttermijn, kunnen resten van het middel in levensmiddelen achterblijven die schadelijk zijn voor de volksgezondheid.
Voedselproducerende dieren mogen alleen diergeneesmiddelen toegediend krijgen als voor de werkzame stoffen een (voorlopige) MRL (maximale residu limiet) is vastgesteld, of wanneer bepaald is dat deze limiet niet nodig is. Zo vormen eventuele residuen geen gevaar meer voor consumenten.
De meeste diergeneesmiddelen voor voedselproducerende dieren worden uitsluitend verstrekt op recept van een dierenarts. Een dierenarts kan zo het medicijngebruik bij dieren beter in de gaten houden. Daardoor krijgen dieren niet te vaak of te veel medicijnen en dat is veiliger voor ons voedsel.
Milieuschade
Het verkeerd gebruik van diergeneesmiddelen kan ook schadelijk zijn voor het milieu, onder andere voor de bodemkwaliteit en de waterkwaliteit. Daarom beoordeelt het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CGB) diergeneesmiddelen uitgebreid, en neemt zo nodig aanvullende maatregelen.
Bacteriën ongevoelig voor antibiotica
Door overvloedig en onzorgvuldig gebruik van antibiotica bestaat het risico dat zich bacteriën ontwikkelen die 'ongevoelig' worden voor antibiotica. Het gevolg kan zijn dat bacteriële infectieziekten in de toekomst steeds minder goed te behandelen zijn.
Daarom is een selectief en restrictief gebruik van antibiotica belangrijk. Meer informatie over risico's voor mensen door antibioticumgebruik in de veehouderij op de pagina Antibiotica in de veehouderij.