Inspectieresultaten naleefmeting vangletsel 2023

De NVWA controleert in slachthuizen op vangletsel bij pluimvee. Dat is letsel dat ontstaat bij het vangen van de dieren als zij naar het slachthuis gaan. Pluimveehouders moeten deze ernstige vorm van dierenleed voorkomen. In 2023 voerden we een naleefmeting uit bij 16 pluimveeslachthuizen. Daarbij keken we naar hoe vaak vangletsel voorkomt bij pluimvee afkomstig van Nederlandse en buitenlandse houderijen.

In het kort: controle op vangletsel

Pluimvee wordt op de veehouderij door zogenoemde ‘vangploegen’ gevangen. De dieren worden vervolgens in containers gedaan en naar het slachthuis gebracht. Als dit onzorgvuldig gebeurt, kan er vangletsel ontstaan, zoals gebroken poten of vleugels. Dit zorgt voor veel pijn en ernstig lijden bij de dieren.

De wettelijke norm voor vangletsel is 0%. In 2023 handhaafden we bij meer dan 2% vangletsel per koppel pluimvee en verdubbelden we de boete bij 5% of meer vangletsel. Een koppel bestaat uit alle dieren in 1 stal. Sinds 1 januari 2024 is de handhavingsgrens verlaagd naar 1%. Dat betekent dat de veehouder een boete krijgt als we bij meer dan 1% van de dieren in een koppel vangletsel constateren. Het verdubbelen van de boete is ook aangescherpt en dit gebeurt nu bij 4% of meer vangletsel. Sinds mei 2021 krijgt ook de vangploeg een boete bij een overschrijding. Ondanks de soepelere handhavingsnorm maken veel pluimveehouders en vangploegen bezwaar tegen de boete en gaan zij hiertegen in beroep. De brancheorganisaties vinden dat we te streng handhaven.

We houden regelmatig steekproeven en risicogerichte inspecties waarbij we op vangletsel controleren. Daarnaast startten we in 2017 met naleefmetingen in Nederlandse pluimveeslachterijen met permanent toezicht. Dat doen we sinds 2021 elke 2 jaar. We verzamelen data over hoe vaak vangletsel voorkomt. Dat biedt inzicht in het dierenwelzijn tijdens het vangen en laden van pluimvee. Ook kunnen we het effect van ons handhavingsbeleid toetsen en ons toezicht verder ontwikkelen. Hoe we onze inspecties uitvoeren staat in deze werkwijze beschreven.

Tijdens de naleefmeting in 2023 controleerden we 85 koppels pluimvee in 16 slachthuizen. We zagen bij 8 (9,4%) van de gecontroleerde koppels een te hoog percentage vangletsel. Ten opzichte van 2021 is de naleving verbeterd. Het percentage vangletsel is hoger bij pluimveekoppels uit de omringende landen dan bij koppels uit Nederland. Bij pluimvee uit Nederland zien we een dalende trend. Bij de naleefmeting in 2017 zagen we nog bij 27% van het Nederlandse pluimvee vangletsel. In 2021 was dit gedaald naar 4% en in 2023 naar 2,4%. Ook bij pluimvee uit omringende landen zien we in 2023 een afname van vangletsel.

Inspectieresultaten: overschrijdingen bij 8 van de 85 koppels pluimvee

Voor deze naleefmeting inspecteerden wij in 16 slachthuizen in totaal 85 koppels pluimvee op vangletsel. In 2021 deden we dat ook in 16 slachthuizen. We inspecteerden toen 89 koppels. We inspecteerden in 2023 2 koppels eenden, 3 koppels legkippen, 8 koppels moederdieren en 72 koppels vleeskuikens. In 2021 inspecteerden we 5 koppels vleeskuikens meer dan in 2023. Bij de andere diersoorten inspecteerden we 1 koppel meer of minder.

Herkomst pluimvee

De koppels kwamen van pluimveehouderijen uit Nederland en omringende landen:

  • 42 koppels uit Nederland (49,5%)
  • 12 koppels uit België (14%)
  • 28 koppels uit Duitsland (33%)
  • 3 koppels uit Denemarken (3,5%).

Het aantal koppels uit het buitenland steeg licht ten opzichte van 2021. In 2021 kwam 53% van de koppels uit Nederland. In 2021 kwam 15% van de koppels uit België en 33% uit Duitsland. Dat is ongeveer gelijk aan 2023. Alleen Denemarken kwam er in 2023 bij.

Vangmethode

Er werden 70 koppels met de hand gevangen en 5 koppels met een vangmachine gevangen. Bij 10 koppels is de vangmethode onbekend. Opvallend is dat bijna alle koppels handmatig worden gevangen. Het is niet bekend of deze dieren aan de poten of volgens de rechtop-methode worden gevangen. In 2021 en 2017 was ook onbekend hoe de dieren met de hand zijn gevangen.

Overschrijdingen van de handhavingsgrens

We zagen bij 8 (9,4%) van de 85 gecontroleerde koppels een overschrijding van de handhavingsgrens. De grenswaarde was in 2023 nog 2% vangletsel per koppel. De meeste overschrijdingen zagen we bij vleeskuikens, namelijk bij 5 koppels. We voerden ook de meeste inspecties uit bij vleeskuikens: 72 van de 85.

Het percentage vangletsel per koppel was in 2023 gemiddeld 1,10%. Per soort pluimvee zagen we de volgende gemiddelde percentages vangletsel:

  • Vleeskuikens 1,06% (in 2021: 1,23%)
  • Eenden 1,05% (in 2021: 1,29%)
  • Moederdieren 1,88% (in 2021: 1,21%)
  • Legkippen 0,08% (0,16%)

Bij een koppel vleeskuikens troffen we het hoogste percentage vangletsel aan: 3,33%. Het hoogste percentage was bij eenden 1,47%, bij moederdieren 3% en bij legkippen 0,25%. Het hoogste percentage in 2023 is lager dan het hoogste percentage in 2021. Toen was het 4,56%. Alleen bij moederdieren is het hoogste percentage toegenomen. Het gaat hierbij om een koppel uit Denemarken. 

Het laagste percentage vangletsel bij een koppel vleeskuikens was 0%. Bij eenden was het laagste percentage 0,63%, bij moederdieren 0,75% en bij legkippen 0%. In 2021 was het laagste percentage vangletsel bij een koppel vleeskuikens 0,11%. Dat percentage is dus afgenomen. We zagen tijdens de naleefmeting in 2023 koppels zonder vangletsel. Hieruit blijkt dat het mogelijk is om 0% letsel te veroorzaken tijdens het vangen van de dieren.

Verschillen tussen de herkomstlanden

We controleerden 42 koppels uit Nederland. Bij 1 van deze koppels zagen we een overschrijding van de grenswaarde. Dat is 2,4% van alle koppels uit Nederland.

We controleerden in totaal 43 koppels uit het buitenland. Bij 7 buitenlandse koppels zagen we een overschrijding van de grenswaarde. Dat is 16,3% van alle buitenlandse koppels. De overtredingen werden begaan door 3 Belgische, 2 Duitse en 2 Deense pluimveehouders.

In onderstaande tabel staan de percentages van de koppels waarbij wij tijdens onze naleefmetingen overschrijdingen zagen.

Jaartal naleefmeting Nederlandse koppels >2% vangletsel Buitenlandse koppels >2% vangletsel
2017 27% 24%
2021 4% 24%
2023 2,4% 16,3%

Koppels tussen 1% en 2% vangletsel

Sinds 1 januari 2024 handhaven we bij 1% vangletsel per koppel. We wilden inschatten hoeveel overtredingen er zouden zijn bij deze nieuwe handhavingsgrens. We hebben hiervoor gekeken naar de koppels waarbij we tijdens naleefmetingen tussen de 1 en 2% vangletsel zagen. Dit was in 2023 bij 31 koppels het geval, oftewel 36,5%. Hiervan kwamen 14 koppels uit Nederland afkomstig (33,33% van de Nederlandse koppels).

In 2021 zagen we bij 37 (41,6%) van de 89 koppels tussen de 1 en 2% vangletsel. Hiervan kwamen er 18 (38,3% van de Nederlandse koppels) uit Nederland.

Tussen 2021 en 2023 is het aantal koppels tussen de 1 en 2% vangletsel met 5% gedaald. We verwachten dat deze daling de komende tijd zal doorzetten.

Hoe hebben wij gehandhaafd?

Onze inspecteurs nemen maatregelen als zij bij een koppel pluimvee een te hoog percentage vangletsel zien. Zowel pluimveehouders als ingehuurde vangploegen krijgen een boete bij een overschrijding van de handhavingsgrens. Deze boete is minimaal 1.500 euro en kan oplopen als pluimveehouders en vangploegen vaker in de fout gaan.

Wij kunnen geen boetes opleggen als het pluimvee in het buitenland gevangen is. Wel melden we overtredingen aan de betreffende buitenlandse autoriteiten.

Vervolgaanpak: in toekomst strengere norm

Het percentage vangletsel is hoger bij pluimveekoppels uit omringende landen dan bij koppels uit Nederland. Wij zijn met EU-landen in gesprek over het terugdringen van vangletsel. Het onderwerp staat later dit jaar op de agenda van een overleg tussen dierenwelzijnsexperts van verschillende EU-landen.

Pluimveebedrijven zijn verantwoordelijk voor het welzijn van hun dieren. We sporen ze aan om genoeg tijd te nemen voor het vangen van de dieren en zo letsel te voorkomen. In de toekomst streven we naar een percentage dichtbij 0% als norm voor vangletsel.

In 2025 voeren we weer een naleefmeting vangletsel uit.