Hoe spuitschade bij bijen voorkomen
Spuitschade bij bijenvolken wordt veroorzaakt door (verkeerd) gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Vaak gaat het om indirecte schade die ontstaat op het moment dat bijen stuifmeel en/of nectar hebben verzameld op gewassen die zijn bespoten met een gewasbeschermingsmiddel dat giftig is voor bijen.
Spuitschade voorkomen
- Bespuitingen met gewasbeschermingsmiddelen die giftig zijn voor bijen mogen alleen plaatsvinden op momenten dat bijen niet vliegen.
- Gewasbeschermingsmiddelen die giftig zijn voor bijen mogen niet gebruikt worden op bloeiende gewassen of op gewassen die door bijen kunnen worden bevlogen.
- Directe schade treedt op als moedwillig wordt geprobeerd een bijenvolk te doden door een insecticide via het vlieggat in de bijenwoning te spuiten.
Hoe herkent u spuitschade bij bijen?
- Bijensterfte die op spuitschade wijst is onder meer te herkennen aan het plotselinge grote aantal dode bijen bij 1 of meer bijenkasten.
- Kenmerkend voor indirecte spuitschade is dat de bijen in veel gevallen stuifmeel aan de poten hebben.
- Als er sprake is van directe spuitschade dan worden er geen, of zelden, dode bijen met stuifmeelklompjes waargenomen.
- Verdere kenmerken van spuitschade zijn: ver opengesperde monddelen en uitgestoken tong. Stervende bijen maken een typisch 'huilend en brommend' geluid.