Nieuwe AM-richtlijn: beperkte gevolgen voor export
Voor de export van pootaardappelen naar derde landen gelden dezelfde regels voor grondonderzoek van percelen en het behandelen van besmette partijen als voor afzet binnen de EU. Er is een belangrijk verschil. Sommige landen stellen specifieke eisen aan het aantoonbaar vrij zijn van de te exporteren partij. Dit vraagt om een aanvullende garantie door onderzoek van aanhangende grond afkomstig van de voor export gereedgemaakte partij.
De implementatie van de nieuwe AM-richtlijn is aanleiding geweest voor een evaluatie van de aanpak voor de aanvullende garantiestelling. Vastgesteld is dat voor minder landen aanvullend onderzoek aan partijen nodig is voor de export. Het zogenoemde sorteergrondonderzoek is afgeschaft. In alle gevallen vindt nu een onderzoek plaats van een monster, dat van aanhangende grond uit de gereedstaande partij pootaardappelen wordt genomen (hormonster).
Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat bij vondsten van AM bij aanhangend grondonderzoek de pootgoedpartij de pootgoedstatus verliest (borstelen en wassen is niet meer mogelijk).