Advies over de opkomst van de geaderde stekelhoren
Bureau Risicobeoordeling & onderzoek (BuRO) heeft een advies uitgebracht over de geaderde stekelhoren (Rapana venosa). Omdat er sterke aanwijzingen zijn dat deze beruchte predator van schelpdieren zich inmiddels in de Noordzee kan voortplanten, adviseert BuRO het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) om onderzoek te doen om inzicht te verkrijgen in de mogelijke consequenties voor Nederlandse schelpdierpopulaties, en om voorbereidingen te treffen voor de komst van de geaderde stekelhoren naar gebieden met veel schelpdieren.
Aanleiding
De geaderde stekelhoren (Rapana venosa) is een beruchte predator van schelpdieren en kan ongeveer 18 cm groot worden. De introductie van deze roofslak heeft onder andere in de Zwarte Zee, Chesapeake Bay (Verenigde Staten) en de Rio de la Plata (op de grens van Uruguay en Argentiniƫ) geleid tot een zeer sterke afname van commercieel gekweekte schelpdieren en soms zelfs tot de lokale vernietiging van schelpdierbanken.
De geaderde stekelhoren werd in 2005 voor het eerst in de Noordzee aangetroffen en is sindsdien incidenteel waargenomen. De soort leek zich hier niet te kunnen voortplanten en daarmee geen risico te vormen voor Nederlandse schelpdierpopulaties. In 2024 zijn er echter 3 clusters met eikapsels gevonden die op een wrak in de Noordzee waren afgezet. Dit is een sterke aanwijzing dat de geaderde stekelhoren zich inmiddels wel in de Noordzee kan voortplanten.
Mogelijke gevolgen
Als de geaderde stekelhoren zich vanaf nu op reguliere basis voortplant, kan deze soort grote schade toebrengen aan de schelpdierpopulaties in Nederland. Als voortplanting echter een uitzonderlijke gebeurtenis is, zouden de gevolgen ook beperkt kunnen blijven. Door onderzoek te doen naar de mate van voortplanting en vestiging kunnen de consequenties beter worden
Handelingsperspectief
Mocht de geaderde stekelhoren zich vestigen in gebieden in Nederland met veel schelpdieren, dan kunnen de gevolgen mogelijk beperkt worden door de slakken weg te vangen, bijvoorbeeld met wulkenkooien, sleepnetten, of door duikers.